Mijn Rembrandt
Recensie

Mijn Rembrandt (2019)

Wat voor man moet je zijn om een Rembrandt te hebben? Al zit stoffigheid in een klein hoekje, deze docu blijft stofvrij.

in Recensies
Leestijd: 3 min 33 sec
Regie: Oeke Hoogendijk | Scenario: Oeke Hoogendijk | Cast: Jan Six, Eric de Rothchild, Thomas S. Kaplan, Hertog van Buccleuch, Ernst van de Wetering, e.a. | Speelduur: 97 minuten | Jaar: 2019

Miljoenen brengen ze op, de doeken van Rembrandt van Rijn. Nou ja, kunsthandelaar Jan Six wist er eentje op de kop te tikken voor minder dan twee ton: 'Portret van een jonge man'. In 2016 zag hij een doek dat niet aan Rembrandt was toegeschreven. Nog niet. Hij kocht het en liet andere experts het stevig evalueren. Uiteindelijk kostte 't hem een paar vriendschappen, maar Six staat nu bekend als de man die zelfs twee(!) Rembrandts ontdekte. En hij is niet de enige met een echte Rembrandt in zijn collectie. Zakenlieden, adel en ander oud geld. Verschillende verzamelaars hebben minstens één werk van 's lands grootste schilder.

Zo wil hertog van Buccleuch zijn schilderij - met erop een vrouw die aan het lezen is - beter kunnen bekijken en laat het aan de muur hangen in zijn leeskamer. Eric de Rothchild, daarentegen, kan wel wat geld gebruiken en verkoopt zijn twee doeken. Als het erop lijkt dat het Rijksmuseum deze duo-Rembrandts in zijn eentje op de kop kan tikken, zet het Louvre ineens zijn beste beentje voor. Want de Franse minister heeft besloten dat de Rembrandts niet zomaar voorgoed het land uit mogen. Ook is daar nog Thomas Kaplan, die zelf nog bijna niet kan geloven dat het mogelijk is om een Rembrandt te bezitten.

Het is echter vooral het verhaal van Six dat als een leidraad fungeert in Mijn Rembrandt. De aanwezigheid van andere verhalen lijkt hoe langer, hoe meer bedoeld om de rol van deze ontdekker te voorzien van enig vergelijkingsmateriaal. Van Six krijgen we de meest uitgebreide karakterschets te zien. Hij is een jonge telg uit een familie met een lange geschiedenis met de meesterschilder. Hij is nummer XI in de bloedlijn, waarvan I nog is geportretteerd door Rembrandt zelf.

Vooral de relatie met vader Jan Six X laat de kunsthandelaar zien als een aimabele vent. Ze kibbelen nogal graag. Pa is de romanticus die kunst graag verheerlijkt en interpreteert op zijn eigenzinnige manier, terwijl de zoon een wetenschappelijk oog probeert te behouden. De legende van Six als kundige en vriendelijke man wordt zorgvuldig opgebouwd, voordat hij omver wordt geworpen door de meedogenloze versie van Six. De man die vriendschappen op het spel zet om zijn reputatie te staven, en die wars is van bescheidenheid.

Het valt al vrij snel op dat deze film voor een documentaire over schilderkunst beeldend zeer sterk uit de hoek komt. Geen statische plaatjes van stilstaande schilderijen: elke zoom of camerabeweging dient om iets te accentueren of imiteert op zijn minst het zoekende oog. Hier wordt bewegend beeld gebruikt om een verhaal te vertellen. En er is sterk voor gekozen om de minieme actie die in de kunstwereld te vinden is sterk uit te buiten. We zien veel menselijke interactie, er wordt met schilderijen gesjouwd, en er wordt daadwerkelijk wat spanning opgebouwd.

Regisseur Oeke Hoogendijk is geen vreemde van de kunstwereld, en heeft al meerdere docu's op zijn naam staan over zowel het Rijksmuseum als doeken van Rembrandt. Toch is het knap om zo sterk een verhaal aan te brengen in een film die zich daar op het eerste oog niet eens goed voor leent. Misschien kan dat mede worden toegeschreven aan de bijdrage van Boudewijn Koole - regisseur van parels als Kauwboy, Verdwijnen en Beyond Sleep - die een gedeelde credit heeft onder de montage. Hij weet hoe je verhalen vertelt.

Enige minpuntje is dat er even een balletje lijkt te worden opgegooid, waar uiteindelijk niet veel mee wordt gedaan. Het is namelijk een intrigerende vraag: hoe wetenschappelijk is die blik van Six? Hij lijkt vooral te speuren naar tekenen dat een doek wél door Rembrandt is geschilderd. Negeert hij niet te veel de aanwijzingen die dat tegenspreken? Op een gegeven moment wuift hij vrij expliciet de reserveringen weg die de allergrootste Rembrandt-kenner, Ernst van de Wetering, heeft bij het zien van zijn aangekochte doek. En wordt deze bevriende expert niet vervolgens zelf meegezogen in de zucht om er één te ontdekken? Ach, wat maakt het misschien ook uit. Ze zijn inmiddels toch geen vrienden meer, en hoe dat zo komt is eigenlijk nog wel spannender.