Hij acteerde in verschillende kleine rolletjes op het grote en kleine scherm, maakt een podcast over het beroep filmmaker en is actief als producent en regisseur van kleinschalige filmprojecten. Giles Alderson is zo iemand die bulkt van het enthousiasme, iemand die je wilt aanmoedigen. En als je iets heel erg proeft aan de martelhorror van The Dare, zijn eerste lange speelfilm, dan is het dat hij er ontzettend veel passie en lol in kwijt kon. Hopelijk maakt hij hierna dus betere films.
Jay wordt wakker in de hoek van een muffe kelder, vastgeboeid aan de muur. In de andere hoeken zitten drie andere gevangenen: partygirl Kat, beveiliger Adam en een man met een dichtgenaaide mond en een ontbloot bovenlijf, waarvan al flinke plakken huid zijn afgestroopt. 'Paul' noemt de dame van het kwartet hem. "Ik heb hem vernoemd naar mijn kat", zegt ze. Dit is een martelplek. En de gemaskerde spierbundel die hier verantwoordelijk voor is, doet het folteren niet zelf. Hij dwingt de vier om elkaar toe te takelen.
Parallel zien we ook een verhaal van een jong ventje dat eveneens gekidnapt lijkt. Hij wordt door een soort geperverteerde vaderfiguur aan de muur geketend, maar ook psychologisch toegetakeld. "Je hebt ervoor gekozen om bij mij te zijn, of niet dan?", bijt hij het kind toe. Zonder al te veel prijs te geven; het is niet heel moeilijk te voorspellen waar dit naartoe gaat. The Dare is verre van de moeilijkste film van het jaar, maar de structurering van het verhaal suggereert een ambitie die niet helemaal kan worden waargemaakt.
Een horrorcliché is dat personages vreemde keuzes maken, puur om de plot gaande te houden. En dan heb je het vaak al over de betere griezelfilms. The Dare lijkt het er soms een beetje om te doen, dat er kunstmatig spanning moet worden opgewekt doordat iemand iets doms doet. Of juist iets naars, zodat het minder erg is als 'm wat overkomt. Het is een manoeuvre die met een goede balans kan werken, maar The Dare gaat er wat te ver in. Domme acties zijn te vaak wel erg idioot, en sommige personages kunnen niet vroeg genoeg uit de weg worden geruimd. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de motivatie van de moordenaar.
Niet alleen de personages nemen onlogische keuzes, de scriptschrijvers kunnen er ook wat van. Veelzeggend is misschien hoe er wordt omgesprongen met het personage 'Paul'. Zodra blijkt dat de vier in de kelder wel degelijk een verleden hebben met hun beul, blijft hij Paul heten. Er wordt niet eens een milde suggestie gedaan hoe Kat op een of andere manier zijn naam per ongeluk juist heeft kunnen raden. Dat dit gaat storen, getuigt ervan dat de film te weinig te bieden heeft om hier de aandacht van af te leiden.
Dit is misschien niet het soort film waarin de plotdetails de hoogste prioriteit hebben, soit. Er mag simpelweg wat meer oog zijn voor zulke details. Maar die aandacht is duidelijk meer gegaan naar de enscenering van het verhaal en de originaliteit van de martelpraktijken. De aankleding ziet er namelijk echt wel goed uit, zeker ook de slechterik. En als je vooral zit te popelen om te zien wat zieke geesten nu weer hebben bedacht, zit er voldoende vermaak in deze film. Vooral iets met een oog en een wormpje. Er zit echt wel creativiteit en talent in deze film.
Dat maakt de film prima genietbaar voor de liefhebbers van het genre, al is het wel weer een wat minder heftige variant dan de Saw-films en een groot deel van het werk van Eli Roth. Het overige publiek valt waarschijnlijk een stuk gemakkelijker over de aaneenschakeling van idiote beslissingen die alle personages in deze film nemen. Want het is nu ook weer niet zo slecht dat het goed wordt.