In 2008 komt de Zweedse komedie Allt Flyter uit, waarin een groep middelbare mannen aan synchroonzwemmen gaat doen en het tot nationaal team weet te schoppen. In 2010 neemt de Zweeds-Britse documentaire Men Who Swim hetzelfde waargebeurde verhaal als uitgangspunt. Nog geen decennium laten verschijnen in hetzelfde jaar een Engelse en een Franse speelfilm rond dit thema: Swimming with Men en Le Grand Bain. Zo zijn er opeens vier films rond een sport waarvan het grote publiek waarschijnlijk niet wist dat het daar behoefte aan had. Le Grand Bain is een bij vlagen geslaagde versie met de nodige grappige momenten.
Bertrand zit in een depressie en is daardoor zijn baan kwijt. Zijn dag bestaat uit het wegwerken van medicatie en liggend op de bank Candy Crush spelen, terwijl zijn vrouw naar haar werk is en zijn twee kinderen naar school. Als Bertrand zijn dochter naar het zwembad brengt, valt zijn oog op een groep middelbare mannen die in het water spartelen, terwijl een mooie jonge Française vanaf een duikplank de mannen poëzie voorleest. Bertrand besluit zich aan te sluiten bij deze groep en komt er al snel achter dat het naast synchroonzwemmen vooral een praatgroep is. Alle mannen in de groep hebben problemen met hun familie, mentale gezondheid of financiën. Om al deze sores te overwinnen besluit de groep zich aan te melden voor het wereldkampioenschap synchroonzwemmen voor mannen.
Le Grand Bain besteedt erg veel tijd aan de individuele problemen van de leden van de groep. Regisseur Gilles Lellouche lijkt hiermee toch een serieuzer maatschappelijk probleem te willen blootleggen. Lellouche laat een groep stuurloze mannen zien die zich geen richting meer weet in het moderne Frankrijk. In deze scènes zijn een aantal zeer sterke en ontroerende momenten te vinden, maar het zorgt er wel voor dat de speelduur lang aanvoelt, zeker voor een feelgoodfilm. De grote climax, het WK, speelt zich af in het laatste kwartier, waardoor alle clichématige trainingsmontages die daar naartoe werken op een gegeven moment ook niet meer om aan te zien zijn.
Le Grand Bain weet zich verder nauwelijks te onderscheiden van de drie andere films over hetzelfde onderwerp. De acteurs lijken er echter wel veel plezier in te hebben, de regie is adequaat en ook de grappen zijn geestig. In dat opzicht is het een heerlijke feelgoodfilm, waarin je jezelf even helemaal kunt verliezen. Met ruim vier miljoen bezoekers was het een enorme kaskraker in Frankrijk. Het valt dan ook niet uit te sluiten dat zich in de toekomst nog een Nederlandse verfilming aandient.