Het Brits-Amerikaanse komische duo Stanley Laurel en Oliver Hardy zijn in ons land vooral bekend als 'De Dikke en de Dunne'. Decennialang maakte het befaamde tweetal een miljoenenpubliek aan het lachen met hun honderden korte films, sketches en speelfilms. De gevulde Hardy was de chagrijnige betweter en de slungelige Laurel de oen.
In de jaren vijftig was het duo overduidelijk op zijn retour. Ollie was begin zestig en zijn beste vriend Stan probeerde met alle macht nog een laatste deal voor een speelfilm over Robin Hood eruit te persen. De wereld zat duidelijk niet meer te wachten op de slapstickhumor van het tweetal. Nieuwkomers als Abott & Costello gingen er met hun publiek vandoor, maar Stan en Ollie weigerden zich er iets van aan te trekken.
Na een kortstondige scheiding als gevolg van contractuele verplichtingen herenigen Laurel en Hardy zich tijdens een tour langs de Britse theaters. Het is hun allerlaatste poging zich in de kijker van een filmproducent te spelen, maar de kleine zalen die hun gewiekste manager weet te boeken raken nog niet half vol.
Slechts in een proloog die zich voor de oorlogsjaren afspeelt, krijgt het publiek een beeld van de immense populariteit van het tweetal en de wurggreep van de studio's. Ruim een decennium later is er sprake van vergane glorie, waarbij Oliver moeite heeft om zijn liefde voor gokken binnen de perken te houden en Stanley van zijn Russische vrouw de alcohol moet laten staan.
Het is een verstandige keuze van filmmaker Jon S. Baird om een boek over de Britse theatertoer van de komieken als basis te nemen. Stan & Ollie richt zich op een specifieke periode in de nadagen van twee jaloersmakende carrières. Hierbij wordt aangehaakt op de vele beroemde sketches van de twee. Dit begint al als de twee aankomen in een weinig glamoureus hotel in Newcastle of als de trein gepakt moet worden. Eenmaal herenigd met hun vrouwen moet er natuurlijk een grap worden uitgehaald met de taxi waarin de dames aankomen; voor het oog van de camera.
De hoofdrollen in deze heerlijk nostalgische biopic worden vertolkt door Steve Coogan en John C. Reilly. Deze laatste maakt het meeste indruk. Niet alleen vanwege de vele vrijwel onzichtbare protheses en dikmaakpakken, maar ook omdat zijn personage de meeste ellende doorstaat en daardoor het meest dankbaar is om te spelen. Dit doet overigens weinig af aan de inspanningen van Coogan, wiens Stan Hardy niet alleen maar is gedegradeerd tot aangever. Duidelijk is dat Laurel het organisatorische en creatieve brein van het komische duo was.
Stan & Ollie is naast een kritiek op de snel veranderende entertainmentwereld en de nukken van een verwend publiek een ode aan de vriendschap. De Dikke en de Dunne kenden na hun topjaren een tumultueuze carrière, waarbij hun vriendschap en samenwerking danig op de proef werd gesteld. Hun twee vrouwen geven hierbij perfect tegengas. Het portret doet eer aan twee grandioze fenomenen die naast rasartiesten bovenal ook maar gewoon mensen waren.