Superfly
Recensie

Superfly (2018)

Inspiratieloze, zielloze remake van de cultklassieker mist de gelaagdheid en de muziek van het origineel.

in Recensies
Leestijd: 3 min 44 sec
Regie: Director X. | Cast: Trevor Jackson (Youngblood Priest), Jason Mitchell (Eddie), Michael Kenneth Williams (Scatter), Lex Scott Davis (Georgia). Jennifer Morrison (Detective Mason) e.a. | Speelduur: 116 minuten | Jaar: 2018

Super Fly uit 1972 is grotendeels een blaxploitation-klassieker geworden dankzij de funky soundtrack van Curtis Mayfield. Niet alleen is de muziek steengoed, Mayfield bekritiseerde in zijn liedjes de daden en filosofie van hoofdpersoon Priest en de gangsters om hem heen. Daarmee gaf de muzikant de film een dubbele laag die ontbreekt in de gelijknamige remake uit 2018, waarin producent en rapper Future onbeschaamd vanuit het perspectief van drugsdealer Priest zingt en rapt, zonder enige zelfreflectie. In handen van muziekvideoclipregisseur Director X. is de nieuwe Superfly een viering van een oppervlakkige, materialistische lezing van de Amerikaanse droom zonder een greintje ironie.

Op zich is het logisch dat in een update van Super Fly het verhaal van New York naar de stad Atlanta is verplaatst, want dat is inmiddels de hipste plek van Amerika geworden waar heel Hollywood wil filmen. Dat de funky soul van Curtis Mayfield is vervangen door de trap van Future (die niet alleen de film, maar ook de soundtrack produceerde inclusief een aantal eigen nummers), Young Thug, Rico Love en Lil' John is niet onlogisch. Mayfield was de muziek van de straat van toen en de juiste keuze voor een verhaal over drugsdealers uit de getto's van Amerika. Future is dat nu. De rapper komt ook nog eens uit Atlanta, zoals veel van de populaire trapmuziek van nu.

Maar qua introspectie en inzicht kan de meestal vrij oppervlakkige Future niet tippen aan Mayfield. Future rapt trots over dure kleding, auto's, geld, juwelen en drugs, zonder enige passie, en heeft daarmee niet eens het opzichtige van de gangsterrap van de jaren negentig. Dit gebrek aan passie en inzicht tekent ook de film. In zowel het origineel als de remake werkt drugsdealer Priest aan één enorme drugsdeal waardoor hij voorgoed binnen zal zijn. Het leidt tot veel bloedvergieten en dode vrienden en vijanden. Waar in het origineel Priest nog geen andere uitweg ziet uit de getto omdat hij met zijn strafblad en huidskleur niet eens aan een normale baan kan komen, benadrukt de Priest van 2018 dat hij zo slim is als crimineel dat hij geeneens een strafblad heeft.

Zijn meedogenloosheid en focus op zijn idee van de Amerikaanse droom komt dan ook veel egoïstischer en eendimensionaler over. Terwijl de eerste Priest bijna faalde door zijn gevoelens voor zijn kameraden en zelf ook drugs nodig heeft om met zijn werk en geweldsdaden te leven, is de tweede Priest een cliché uit de gangsterrap, trapmuziek en gangsterfilms: zijn zaken en zijn geld komen altijd op de eerste plaats, hij laat zich nooit afleiden door emoties van die twee doelen en is iedereen altijd drie stappen voor.

Wat de films wel gemeen hebben, is dat ze er voor hun tijd goedkoop uitzien. Super Fly was met goedkope camera's voor een laag budget gemaakt, en Superfly deelt deze esthetiek. Zal deze lelijke digitale stijl (opvallend flets voor een regisseur die zijn naam maakte met stijlvolle, weelderige muziekvideo's) over een paar decennia net zo cool en cult zijn als de lowbudget-stijl van de originele Super Fly? Wie weet. Beide films bevatten ongeveer evenveel shots van dure auto's en de opvallende stijl van Priest staat in beide films ter discussie, maar in de update is dit gespeend van het commentaar van Mayfield en de dubbele lading van het origineel.

Hier en daar wordt wel een halve poging tot sociaal commentaar gedaan, maar het is summier en weinig overtuigend. Eén van de gangsters in de wereld van Priest wordt weerloos door een politieagent vermoord, die in een imitatie van vele recente gebeurtenissen net doet alsof hij aangevallen wordt terwijl zijn slachtoffer ongewapend is. Maar in de context van wat beide personages eerder en later in de film doen, is de maatschappijkritiek niet heel sterk.

Geslaagder is de zeer aardige autoachtervolging waarin één van de auto's ontploft tegen een standbeeld van een generaal van de Confederatie tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog, waardoor het standbeeld geveld wordt. Overigens is dit de enige enigszins acceptabele actiescène, de rest laat geen indruk achter of is ronduit pijnlijk amateuristisch. Tekenend is hoe eigenlijk de beste scène in de film een montage is met een nummer van Curtis Mayfield uit het origineel, als ode aan een soortgelijke scène uit de voorbeeldfilm. Zonder de stijl, context en gelaagdheid van het origineel is Superfly weinig meer dan een zielloze, inspiratieloze remake van de cultklassieker.