Met de sloop van een woningcomplex komen altijd de nodige discussies los. Er zijn de mensen die het prettig vonden om er te wonen en mensen die het verschrikkelijk vonden en niet kunnen wachten tot het gesloopt wordt. De Rabot-torens in Gent waren ooit een plek waar veel mensen met veel plezier woonden. Rabot volgt bewoners in de laatste drie maanden van hun verblijf in de inmiddels verloederde flats. Met gestileerde shots laat Christina Vandekerckhove het dagelijks leven van deze mensen zien. Dit zorgt voor een fascinerend beeld van de flats, hun inwoners en de armoede die hier speelt.
In het begin van de film is meteen de sloop van de flats te zien. Als een soort stadssymfonie van Dziga Vertov weet Vandekerckhove het einde van de torens op een poëtische wijze in beeld te brengen. Hierop volgen vele verhalen van inwoners van de woontorens. Deze verhalen en het verval van de flats worden met enorme schoonheid en liefde in beeld gebracht. Het dagelijks leven van de flatbewoners openbaart zich met veel oog voor detail. Zo schuift de kijker aan bij het intieme ritueel van het avondeten. Ook voor andere dagelijkse gewoontes is veel aandacht; zo is er een oudere man die elke ochtend precies vijftien sjekkies draait. De statische shots van Vandekerckhove geven een waar 'fly on the wall'-gevoel waardoor een intiem portret van de bewoners ontstaat.
Met deze stilistische keuze weet Vandekerckhove een genuanceerd beeld van armoede te geven. Waar de media nog wel eens betogen dat armoede een keuze is, blijken er enorm veel dingen in de weg te kunnen staan van het ontstijgen van armoede. Veel van de bewoners lijden aan psychische stoornissen, verslavingen of moeten in hun eentje voor een gezin zorgen. Vandekerckhove weet deze armoede te tonen zonder ook maar een moment te oordelen over de situatie van de inwoners. De verhalen van de bewoners van de Rabot-torens worden hierdoor alleen maar fascinerender. Zo is er de Ghanese vrouw die getrouwd is met een Belg en voor geen goud nog terug wil naar Ghana, terwijl ze haar dagen in Gent al drinkend rond de flat door brengt. Er is een weduwnaar, wiens vrouw is omgekomen vanwege haar alcoholmisbruik, die zijn dochter alleen moet opvoeden en het huis niet verlaat zonder mes. Ook is er een ouder stel van wie de vrouw eens in de zoveel tijd opgenomen moet worden vanwege haar psychische aandoeningen. Het ene verhaal is nog boeiender dan het andere, wat veel humoristische en ontroerende momenten oplevert.
Iedereen die in een stad woont herkent het soort woonblokken als deze in Gent en de armoede die hier vaak speelt. Rabot is alleen al de moeite waard vanwege de schoonheid waarmee de flat en zijn inwoners getoond worden. Zelfs het mechaniek achter de liften van de flats is met veel liefde gefilmd. Dit zorgt voor een prachtige symfonie rond het naderende einde van deze flats. De esthetische pracht wordt schitterend aangevuld door de indrukwekkende verhalen van de mensen die gevolgd zijn. Als mensen in armoede vaker hun verhaal zouden kunnen doen zoals in deze documentaire, dan zou er misschien een genuanceerder beeld kunnen ontstaan over hen, hun erbarmelijke leefomstandigheden en overlevingsstrijd.