Als het je al lukt om het in één keer foutloos uit te spreken, dan valt het nog maar te bezien of er een belletje gaat rinkelen bij het horen van de naam Chappaquiddick. Amerikanen van veertig of ouder hebben er meteen een associatie bij. De van oorsprong Indiaanse naam verwijst naar een eiland in de staat Massachussetts. Het verwijst tevens naar een schandaal waar senator Edward 'Ted' Kennedy bij betrokken was.
Om verwarring en gebrek aan herkenning te voorkomen werd biopic Chappaquiddick onder meer in ons land omgedoopt naar The Last Son. De hertiteling dekt weliswaar de lading, zij het een geheel andere. Ted Kennedy was de laatst overgebleven zoon van de fameuze familie, die maar liefst negen kinderen op de wereld zette. Nu Ted de enige mannelijke politicus was die nog restte waren alle pijlen gericht op een mogelijke kandidatuur voor het Witte Huis. Het schandaal dat plaatsvond tijdens een zomerse avond in Chappaquiddick maakte hier voorgoed een einde aan.
Kennedy was een geliefd man, met ongekende politieke aspiraties, die er helemaal klaar voor was om zich in de presidentiële campagne te storten. Tot hij op een avond in 1969 met Mary Jo Kopechne een feestje verliet op Martha Vineyard. Door een onoplettende actie stuurde Kennedy zijn auto het water in. Hij wist zelf te ontsnappen, maar Kopechne liet het leven. Kennedy meldde pas uren later het incident, nadat het levenloze lichaam van de jonge vrouw al door duikers was gevonden.
Niets menselijks is de Kennedy's vreemd. Teds oudere broer JFK werd er tijdens zijn leven ook al van beticht meerdere affaire op na te houden. In politiek en macht schuilt vaak het gevaar van corruptie en schandalen. Nu bleef het bij de Kennedy's altijd redelijk beperkt, maar de familie kon dan ook weinig echt verkeerd doen. Na de moord op president Kennedy groeide de status en aanzien van de familie alleen nog maar meer.
Ted Kennedy profiteerde hier zeker van. Hij had vooral zijn naam mee, waardoor een verhuizing naar Washington eerder in het verschiet lag dan voor een onbekende senator van een nietszeggende staat. In zijn reconstructie van het schandaal onderneemt filmmaker John Curran dan ook weinig moeite om Ted een randje of enige vorm van twijfel mee te geven. De politicus was geliefd en kon rekenen op een grote schare vrienden. Het maakt de portrettering vlak en veilig.
Het fatale ongeluk dat hij veroorzaakte had iedereen kunnen overkomen, is de teneur. Er was niet eens zozeer alcohol in het spel en de knechtjes van Kennedy, onder wie zijn advocaat en een officier van justitie, mochten het vuile werk opknappen. Alles voor behoud van reputatie, maar zoals Curran nogmaals benadrukt: het had iedereen kunnen overkomen. Zelfs in de hele nasleep van het incident vertoont Kennedy haast voorbeeldig gedrag.
Daar wringt dan ook de schoen. Dat Kennedy niet perfect was bleek wel uit het ongeluk dat hij veroorzaakte, maar zijn we werkelijk zo naïef om te kunnen aannemen dat hierna alleen maar het juiste besloten werd? The Last Son boet gaandeweg steeds meer aan geloofwaardigheid in. Niemand is van onbesproken gedrag en dat geldt al helemaal voor een Kennedy.
Curran fêteert ons op een schare fijne acteurs, een goed getroffen tijdsbeeld en de achterkamertjes die reputatieschade tot een minimum proberen te beperken, maar toch mist er iets. Een waar gevoel voor menselijkheid? Meer gewetenswroeging voor het lijdend voorwerp? Enige nuance was dan ook gepast geweest. Met The Last Son dienen zich weinig nieuwe inzichten aan en de status van de Kennedy's lijdt er al helemaal niet onder. Het maakt deze biopic zeer vergetelijk.