Het Spaanse Dhogs is niet geschikt voor tere zieltjes. Het debuut van schrijver-regisseur Andrés Goteira toont een volkomen amorele wereld waarin het constant eten of gegeten worden is. Een wereld waarin goede hulp lastig te vinden is, of in ieder geval niet goedkoop. Dus wanneer een ontvoerde vrouw bevrijd wordt van de man die haar wil doodschieten, blijkt haar redder simpelweg de volgende die haar misbruikt. Waarom hij dat doet, mag de kijker zelf invullen. Mogelijk omdat de man in kwestie terminaal ziek is en dus geen reden ziet om nog langer te proberen een goed mens te zijn? Misschien omdat zij toch al een slachtoffer was en hij in de veronderstelling verkeert dat zijn heldendaad hem een vrijgeleide geeft met haar te doen wat hem goeddunkt? Wie het weet, mag het zeggen.
Het is verreweg de meest impactvolle scène, maar helaas wel een die lichtelijk wordt ondermijnd door de wijze waarop hij is geconstrueerd. De eerste helft van het tafereel wordt namelijk getoond vanuit het perspectief van de ontvoerde vrouw, waarna de film een sprongetje terug in de tijd maakt en haar 'redder' uitgebreid introduceert alvorens hem tot zijn heldendaad en gruweldaad te zien komen. Hoewel daarmee enkele details worden verschaft over de mysterieuze man, zorgt het wel voor een tamelijk loom stuk waarvan een groot deel van de afloop al bekend is. Was een simpele chronologische vertelling hiervoor niet interessant genoeg? Dan maar wat minder spelletjes met invalshoeken.
De inefficiënte vertelstijl in dit segment valt vooral op omdat Goteira kort daarvoor de kijker nog fijn zelf de puntjes liet verbinden. In een eerdere scène zien we de jonge vrouw 's nachts door een uitgestorven stadscentrum lopen, terwijl gaandeweg het besef indaalt dat de wellustig ogende man vlak achter haar waarschijnlijk geen goede intenties heeft. De afloop wordt niet getoond, maar de eerstvolgende keer dat we deze twee mensen zien, is zij overduidelijk door hem ontvoerd en valt aan haar gezicht af te lezen wat in de tussentijd zoal heeft plaatsgevonden. Meer dan dat heeft een beetje oplettende kijker niet nodig.
Een verklaring voor de scènesplitsing kan worden gezocht in Goteira's intentie de kijker een spiegel voor te houden door in te zetten op het (niet bepaald nieuwe) idee van film als voyeuristisch medium. Hij benadrukt dit door elke scène van een of meerdere toeschouwers te voorzien. Soms gebeurt dat tamelijk subtiel, zoals door middel van shots waarin de verwonderende blikken worden getoond van een barman en een bezoekster als reactie op een openlijk flirtend gesprek tussen twee gin-tonicdrinkers aan de toog. Andere keren gaat Goteira een stuk opzichtiger te werk, door zowaar shots van een volledig theaterpubliek erin te gooien. Dus wanneer de twee barbezoekers met elkaar in een hotelkamer belanden, oogt deze in bepaalde shots als een decor op een theaterpodium met slechts drie wanden.
Dergelijke stijlmiddelen ogen aanvankelijk nogal gezocht, maar Goteira weet het in zijn slotstuk op een alleraardigste wijze van een verklaring te voorzien die bepaalde scènes in een nieuw licht zet. Het is echter niet sterk genoeg voor een sluitende, laat staan intrigerende kijkervaring. Dat Dhogs zelfs met een hoop langgerekte scènes aan de korte kant is, roept dan ook vragen op. Is de film in de montage gekortwiekt, waren er minder draaidagen dan gehoopt of bood het scenario simpelweg onvoldoende basis voor een volwaardige speelfilm en is deze daarom met kunst- en vliegwerk maar opgerekt om daar qua lengte toch voor door te kunnen gaan? Want wat wil Goteira nou eigenlijk wil zeggen met die scène waarin een zwijgende taxichauffeur ten overstaan van een theaterpubliek met scherpe objecten stukken vlees te lijf gaat? Wie het weet, mag het zeggen.