De titel is even ironisch als die van Funny Games, Michael Hanekes film uit 1997. In Happy End, die in wereldpremière ging op het afgelopen festival van Cannes, komen meerdere thema's uit het oeuvre van de Oostenrijkse regisseur samen: eenzaamheid, macht en onmacht, innerlijke driften, voyeurisme, het onvermogen tot echt menselijk contact en de digitale afstomping die ervoor in de plaats komt. Happy End lijkt dan ook vintage Haneke.
Opnieuw zien we een disfunctioneel gezin uit de gegoede burgerij van Europa. In dit geval de steenrijke familie Laurent die met haar florerende bouwmaatschappij een schril contrast vormt met het verlepte Calais waar ze wonen, de havenstad aan de Noord-Franse kust die met armoede en - door de nabijheid van Groot-Brittannië -grote vluchtelingenstromen kampt. Een op het oog geslaagd en voor de buitenwereld schijnbaar gelukkig gezelschap, waar in de tussentijd elk van hen in stilte worstelt met innerlijke demonen en dat wat van hen verwacht wordt.
Twee van Hanekes meest memorabele hoofdrolspelers keren terug: Isabelle Huppert, de Franse steractrice met wie hij eerder samenwerkte in La Pianiste (2001), Le Temps du Loup (2003) en Amour (2012) en Jean-Louis Trintignant, de hoofdrolspeler uit laatstgenoemde en veelbekroonde titel.
Zij is Anne Laurent, de mater familias die het bedrijf en de familie op de rails probeert te houden. Hij is haar stokoude en dementerende vader. Uitgerekend haar onaangepaste zoon Pierre, die haar moet opvolgen, lijkt het zwarte schaap en dan is er ook nog broer Thomas, de drukbezette arts die met zijn hoofd ergens anders is dan bij zijn ongelukkige en ondoorgrondelijke tienerdochter Eve. Een familie die meer op elkaar lijkt dan ze zal toegeven.
Zoals in al zijn films laat Haneke in deze geprivilegieerde bourgeoisie wel de wereld binnen: schijnbaar onaangedaan kijken de volwassenen naar heftige nieuwsbeelden; Eve ziet op haar laptop hoe leeftijdgenoten virtueel getreiterd worden. En dan het decor: Calais is een plek waar het gros van de bevolking onder de armoedegrens leeft en de talrijke migranten als een bedreiging ervaart. De kustlijn, bezaaid met bunkers, herinnert nog altijd aan de hevige strijd gedurende de Tweede Wereldoorlog. Maar Calais is natuurlijk ook een kustplaats, waar het gezin Laurent vertier zoekt als de zon schijnt. Het zijn precies die barstjes en smetjes die corresponderen met de eigen barstjes en smetjes in hun ogenschijnlijk gelukkige en bevoorrechte bestaan.
Opnieuw hanteert Hanekes vaste cameraman Christian Berger een dwingende cameravoering, die net zo rigide is als de levens waarin deze personages vastzitten. Dit gebeurt door middel van de kenmerkende scènes die bestaan uit lange statische shots, maar eveneens door de camera die meeloopt zodra de personages voortbewegen en die ze vangt in close-ups. In geen geval laat de filmmaker zijn personages ontsnappen. De framing symboliseert zowel de afstand - het onvermogen tot intimiteit en verbondenheid - als de verstikking en verkramptheid, die hun levenswijze met zich meebrengt.
Ook wordt de afstand nog eens benadrukt doordat de kijker behoorlijk heftige inkijkjes krijgt in de driften van de personages afzonderlijk: een jong kind dat het gezinsleven in het geniep met de smartphone registreert en het van meedogenloos commentaar voorziet; hitsige chatsessies met een geheime minnares; een pijnlijk karaokenummer van een hopeloos ongelukkige, met een publiek dat zich in zijn plaats geneert. En even later, in de scènes samen, zitten dezelfde mensen opnieuw dat normale, contente gezin te wezen. Veel van deze individuele momenten krijgen in retrospectief een extra of een andere betekenis.
Haneke blinkt uit in ambigue scènes; vreemde taferelen die omgeven zijn door mysterie, met personages die, vaak ook voor zichzelf, ondoorgrondelijk blijken. In Happy End zijn sommige scènes wat theatraal geworden en bepaalde karakters te eenduidig. Tegenover talloze sterke momenten - en krachtige beelden - staan ook enkele gebeurtenissen, die soms wat te opzichtig ter illustratie van de motivatie van de personages dienen.
In die zin is het personage van Huppert het minst boeiend, omdat alles wat zij doet voortkomt uit een en hetzelfde motief en daarin is ze heel pragmatisch: het ophouden van de schone schijn. Wanneer het dochtertje van haar inwonende Marokkaanse bedienden lelijk door haar hond gebeten wordt, wordt er geen ambulance gebeld, maar krijgt het kind een doos bonbons toegestopt. Als ze pijn voelt, moet ze een chocolaatje nemen en dan is alles weer goed. Een onnodige verduidelijking van hoe Anne omgaat met problemen. Interessanter is zoon Pierre: iemand die in toom gehouden moet worden als hij zijn naasten weer eens te schande maakt. Hij is iemand die altijd ongelegen komt en personifieert op die manier zijn geestelijk vader Haneke. Iemand die niet alleen de vinger op de zere plek legt, maar die ook behoorlijk weet te ontregelen en te ontwrichten.