Dat het leven in een kort moment van onoplettendheid kan omslaan, heeft chauffeur Ben aan den lijve ondervonden. Wat begint als een avondje onbezonnen carnaval vieren ergens in het zuiden van het land, mondt uit in een ware tragedie met desastreuze gevolgen. Ben veroorzaakt een dodelijk ongeval en verliest hierbij zijn vriendin Tinka.
Jaren later wordt de man geacht met een onmetelijk schuldgevoel en een strafblad zijn leven weer op te pakken. Eenmaal ontslagen uit de gevangenis wil Ben niets liever dan verder met het uitvoeren van het vaderschap. Maar zijn dochtertje, dat wordt opgevoed door Tinka's zus Debbie, wordt angstvallig bij haar vader weggehouden.
Het naar het fictieve gehucht genoemde Waldstille is de tweede speelfilm van Martijn Maria Smits. Het drama werd opgetuigd in het kader van De Oversteek, een project dat beginnende filmmakers een kans biedt om ervaring op te doen. Smits tikte eveneens het scenario in, waarbij de stilte misschien wel net zo belangrijk is als de dialoog.
Er wordt maar mondjesmaat en moeizaam met elkaar gecommuniceerd tussen Ben en de andere nabestaanden van het fatale ongeluk. Alsof zijn onbeschrijflijke schuldgevoel al niet erg genoeg is, wordt hem het verleden voortdurend ingewreven. Waar mogelijk heeft de schoonfamilie van Ben de draad weer opgepakt, daar waar de schuldige zelf veel en lang heeft kunnen nadenken over zijn acties.
Waldstille drijft veeleer op de wanhoop die Ben voelt om contact en omgang met zijn dochter te krijgen en daaraan ondergeschikt het accepteren van de consequenties van zijn handelen. Deze wanhoop leidt tot gedrag dat enkel averechts uitpakt. Ben is een man die maar moeilijk over het verleden, laat staan zijn gevoelens kan praten. Smits voert diverse bijfiguren, waaronder Bens ouders op, om toch zijn stem te laten klinken.
De belangrijkste ontwikkeling die de hoofdpersoon doormaakt, is zijn overgang van handelen naar spreken. Een belangrijke katalyserende factor hierbij is de rol van Jelka van Houten als Debbie. Aanvankelijk lijkt ze vooral als surrogaat van haar overleden zus te fungeren, maar dit zou een zwaktebod in de karakteruitdieping zijn. Smits kan het afdoen met veel stiltes en slechts een handjevol conflictscènes.
Voor de jonge filmmaker is Waldstille, waarvan hij de setting baseerde op het dorp waarin hij opgroeide, geen tamme invuloefening geworden. Niet alleen laten de personages niet meteen het achterste van hun tong zien, Smits verstaat tevens de kunst van het weglaten. Dit komt vooral tot uitdrukking in plotelementen die de kijker zelf mag invullen. Het zorgt voor een gretige nieuwsgierigheid en het willen investeren in de psyche van Ben. Dit bereik je als filmmaker alleen als je zoals Smits personages grondig neerzet.
Constant op de achtergrond sluimert de grote fout die Ben heeft gemaakt. Dit leidt tot een ingewikkeld dilemma: moeten we hem het contact met zijn dochter wel gunnen of heeft iedereen recht op een tweede kans? In zijn pogingen het publiek te overtuigen van zijn goede inborst onderneemt Ben wel heel vreemde acties. Deze zijn voor elk redelijk denkend mens zeer begrijpelijk, maar we hebben hier te maken met een man die heel veel krediet heeft verloren.
Als familiedrama dat draait om een tragische gebeurtenis die het leven van een tweetal families op zijn kop zet, is Waldstille een zorgvuldig geconstrueerd drama vol invoelbare situaties. Als ethisch-moreel portret van een man die zijn weg naar vergeving enkel alleen kan afleggen, zal Smits drama tot uiteenlopende meningen en gezichtspunten leiden. En dat is precies wat het medium film moet beogen.