Hollywood wordt verweten te teren op de nostalgische onderbuik van haar publiek. Populaire franchises worden teruggebracht naar hun basis met zoveel mogelijk knipogen naar vroeger. Uiteraard mag Star Wars, de moeder aller fanfranchises, niet aan het herkauwlijstje ontbreken, terwijl de reeks tegelijkertijd klaargestoomd wordt voor de toekomstige generatie. Disney lost die tegenstrijdigheid op door zich in de eigenlijke 'Episodes', ondanks de aanwezigheid van oudgedienden, vooral te richten op wat komen gaat, terwijl in de 'Anthology' serie juist de oudere fan zijn hart kan ophalen bij nieuwe verhalen over oude situaties. Rogue One geeft geslaagd de aftrap met één grote nostalgietrip naar het allereerste uur van de ruimtesage, het getouwtrek om die wapenplannen.
De afloop is bekend, maar dat mag de pret niet drukken. Hoe het de Death Star uiteindelijk verging is niet van belang, wel hoe het onding tot stand kwam en hoeveel moeite de Rebellen moesten doen om de bouwplannen te bemachtigen. Spil in dit relaas is de getroebleerde Jyn Erso, die door het verzet wordt geronseld in een speurtocht naar haar vader. Zoals ook voor Luke gold, kampt Jyn met flinke 'daddy issues'. Papa Erso werd destijds met geweld van haar ontrukt door kwade Keizerlijke genius Krennic, die zijn technologisch vernuft benutte voor de verwezenlijking van zijn droom des doods. Geplaagd door zijn geweten probeert de ongelukkige echter de opstandelingen van vitale kennis te voorzien. Reden genoeg voor de norse rebellenkapitein Andor om samen met Jyn de waarheid achter de Death Star te achterhalen. Tegen haar zin in, want ze zit niet te wachten op een hernieuwde kennismaking met zowel het verzet als haar vaderlief.
Gareth Edwards blijkt de juiste keuze voor de regiestoel van Rogue One, nadat hij hiervoor met succes Godzilla heruitvond op een wijze die recht deed aan diens verleden, maar fris genoeg was voor het heden. Hij overgoot het reuzenreptiel met een intrigerend duister sausje en doet nu hetzelfde met Star Wars, want de helden in Rogue One zijn lang zo heldhaftig niet. De kersverse Rebellenalliantie moet haar draai als vrijheidsstrijders nog vinden, vooral de methodes die haar afzetten tegen de onderdrukker die zij bestrijdt. Andor is bijvoorbeeld niet te beroerd om pardoes een paniekerige informant uit de weg te ruimen. Dat zijn eigenlijke missie hem kaarsrecht tegenover zijn beschermeling Jyn plaatst, is al gauw duidelijk en zorgt voor het nodige vuurwerk tussen de onvrijwillige bondgenoten. Op hun eerste trip kruisen zij het pad van een fanatieke rebellenleider wiens werkwijze te grof was voor de Alliantie. De manier waarop zijn gesluierde aanhangers in een drukke woestijnstad achteloos hun tegenstanders te lijf gaan, zal onder Edwards geen toevallige parallel met de brandhaarden in het Midden-Oosten vormen. Het is aan Jyn om de rebellie op diens eerste grote missie om te vormen tot een coherent geheel van goeieriken, zoals we die kennen uit de originele trilogie.
Het siert Edwards dat Rogue One voorzien is van volwassen morele diepgang en bovengemiddelde karakteruitdieping in wat feitelijk een onvervalste oorlogsfilm is, maar nooit verliest hij de pure lol uit het oog die Star Wars zo kenmerkt. Dankzij het bonte samenraapsel aan personages - waaronder een Keizerlijke overloper, een blinde Force-adept, een lekker cynische droid - en hun overtuigende onderlinge chemie, vormt de film een weergaloos avontuur vol exotische locaties en humoristische terzijdes. Het plezier dat de cast, van de stoere heldin tot de vilein schmierende schurk, beleeft, spat zichtbaar van het scherm. Kleine misstappen, zoals het gemakzuchtig snel heen en weer schakelen tussen diverse locaties in het begin van de film, zijn daardoor makkelijk te vergeven. En hoewel Jyns aanhoudend pleidooi voor de kracht van hoop wat geforceerd overkomt, stoort het nergens. Het hinten naar 'nieuwe hoop' is immers slechts één van vele verwijzingen naar de originele trilogie die het nostalgische gevoel van Rogue One zo aanstekelijk maken.
Want hoewel voor iedereen onderhoudend, is Rogue One een feest van herkenning voor de fans. Het respect dat Edwards en zijn kompanen voor vooral Episode IV koesteren, is in elk shot voelbaar. Herkenbare sets, muziek, dialoog en cameo's van allerhande oude personages worden een dikke twee uur lang over ons uitgestort, waarbij een gevoel van nodeloze uitpersing der klassieken zich nimmer opdringt. We vergeven zelfs het gemis van de iconische openingstitels. Rogue One is overduidelijk een product van liefde. En natuurlijk een visueel genot. X-Wings en Star Destroyers, maar ook nieuwe voertuigen, vliegen ons om de oren en de Death Star zelf zag er nog nooit zo glorieus uit. Het spektakel was gegarandeerd, maar voelt met de puike cast en dito regie haast meeslepender dan ooit. Bovendien hoeft de film geen frustrerende overkoepelende mysteries voor latere delen op te bouwen, waartoe The Force Awakens was veroordeeld. Rogue One is geen schaamteloze uitmelking van onze nostalgie, maar Edwards' liefdesbrief aan de fans, waartoe hij klaarblijkelijk ook zichzelf rekent.