How Many Roads
Recensie

How Many Roads (2006)

Jos de Putter slaagt er in om via de teksten van Dylan vragen op te roepen over de tijd waarin met name Amerikanen op dit moment leven en de twijfels en angst die hen meer dan ooit doet verlangen naar de het zoeken van betekenis.

in Recensies
Leestijd: 3 min 34 sec
Regie: Jos de Putter | Speelduur: 72 minuten | Jaar: 2006

Van bepaalde muziek kun je blij worden en van andere juist opgefokt of verdrietig. Muziek kan vermaken, ontwrichten, helen en nog veel meer. Krachtig is het in ieder geval. Heddy Honigmann liet in haar documentaire Crazy Nederlandse blauwhelmen praten over de betekenis van muziek temidden van de verschrikkingen van oorlog en conflicten. Ze liet zien hoe een enkel nummer genoeg was om de soldaat even uit de mens te halen. Muziek als uitlaatklep en aangever van hoop en moed. Ook Jos de Putter neemt nu muziek als inspiratiebron voor zijn nieuwe documentaire. Hij verkoos Bob Dylan en onderzocht welke waarden zijn fans in de Verenigde Staten nu nog vinden in de nummers van de singer-songwriter die net 65 jaar is geworden.

De Putter opent How Many Roads met de beroemde beelden uit D.A. Pennebakers film Don’t Look Back waarin Dylan het nummer Subterranean Homesick Blues uit 1965 zingt: “Johnny's in the basement. Mixing up the medicine. I'm on the pavement. Thinking about the government.” Terwijl Dylan de vellen papier met de tekst stuk voor stuk uit zijn handen laat glijden, staat rechts achter hem beatdichter Allen Ginsberg wat te staan. De vellen vormen het symbolische uitgangspunt van deze documentaire die geen antwoorden geeft, maar vragen op wil roepen. Zijn de woorden die een hele generatie destijds als wijsheid aannam nog geldig? Welke betekenis wordt er nu gegeven aan de zinsneden van de inmiddels 65-jarige zanger? Welke invloed heeft 11 september 2001?

In twaalf portretten schetst het toepasselijk getitelde How Many Roads enkele van de ontelbare interpretaties die fans van Bob Dylan anno 2005 maken. Jos de Putter trok dwars door Amerika en interviewde bewonderaars voor wie de teksten van Dylan een sterk persoonlijke betekenis hebben. Ieder portret wordt voorafgegaan door een shot van een vel papier met daarop een zin uit het nummer dat voor de geïnterviewde speciale waarde heeft. Een jonge hiphopper en dichter zegt bijvoorbeeld kracht te halen uit de zin ‘You don't need a weather man to know which way the wind blows’ uit Subterranean Homesick Blues. Hij vertelt dat die woorden voor hem betekenen dat je niet zittend voor de televisie je leven aan je voorbij moet laten gaan, maar naar buiten moet om het te leven. Als de weerman zegt dat het regent, moet je de deur uit om te kijken of hij het bij het rechte eind heeft.

Een sergeant in het Amerikaanse leger vertelt enige uren voor zijn vertrek naar Irak hoe hij altijd een ‘best of Dylan’-cd meeneemt naar de oorlog en steeds weer het nummer Things Have Changed opzet met de voor hem veelbetekenende woorden: “Standing on the gallows with my head in a noose. Any minute now I'm expecting all hell to break loose. People are crazy and times are strange. I'm locked in tight, I'm out of range. I used to care, but things have changed.” Twaalf keer zien we de persoonlijke interpretatie
van de woorden van Dylan door mensen van verschillende leeftijd en achtergrond. Zo gebruikt een man uit New York de teksten om aan te geven dat Dylan geen linkse, maar een rechtse rakker is en heeft daar een heuse website voor opgericht -getiteld ‘Rightwing Bob’- terwijl een andere fan zinsneden gebruikt om jonge moeders te helpen met opvoedkundige problemen.

Een rode draad vormen de borden die langs de wegen staan en die je vaak op moraliserende toon de les lezen en altijd veel zeggen over de tijd waarin we leven: ‘We can be afraid, or we can be ready’, ‘The sign of crisis has never been this visible’, ‘Carwash America supports our troops’, maar ook ‘No lifeguard on duty’ en ‘Bridge may be icy’. Dylans teksten staan open voor allerlei interpretaties en How Many Roads geeft een aardige doorsnede van de betekenis die zijn liedjes voor mensen hebben. De geportretteerden vinden er troost, hoop en liefde in, en buigen de woorden om zodat ze perfect op hun eigen situatie van toepassing zijn. Alsof Bob het voor hen alleen schreef. Jos de Putter slaagt er in om via de teksten van Dylan vragen op te roepen over de tijd waarin met name Amerikanen op dit moment leven en de twijfels en angst die hen meer dan ooit doet verlangen naar de het zoeken van betekenis.