Je zou Jemmy Button kunnen beschouwen als de mannelijke tegenhanger van Pocahontas, maar dan met nog minder romantiek, al is het verhaal van Pocahontas in de loop der eeuwen steeds mooier gemaakt. In ruil voor enkel een paarlemoeren knoop werd het lid van de Yámana-stam uit het zuiden van Chili meegenomen aan boord van de Beagle, het schip van Charles Darwin. Toen Jemmy in 1830 in Engeland was aangekomen groeide hij uit tot een beroemdheid, vooral vanwege zijn exotische afkomst. Toen Jemmy een jaar later weer terug naar Zuid-Amerika reisde was zijn oorspronkelijke taal versmolten met het Engels. Hij zou zich onmogelijk meer kunnen aanpassen aan de gebruiken van zijn stam. Het verhaal van de naar de knoop vernoemde Button is tekenend voor de inmenging van verregaande vreemde culturen en de afbraak van inheemse culturen. Het wordt aangehaald in de filosofisch getinte documentaire El Botón de Nácar (De Paarlemoeren Knoop) van Patricio Guzmán.
Het verhaal over de man die door de ruil met een knoop de bijnaam Jemmy Button kreeg aangemeten is eigenlijk nog het meest concrete verhaal dat de filmer te vertellen heeft. Guzmán levert een cultureel-antropologische documentaire af waarin diverse themas door elkaar, maar ook zij aan zij lopen. Dit wordt begeleid door de trage staccato stem van Guzmán zelf, die op filosofische wijze de liefde voor zijn land Chili en diens eigenheid aan culturen en beschavingen uitdraagt. Waar de filmmaker naartoe wil is niet altijd duidelijk, al is het maar omdat zijn ode aan de culturele identiteit van Chili associatief en vaak dieppersoonlijk van aard is.
Guzmán heeft hierbij diverse invalshoeken. Hij trapt af met de rol van water in de kosmos en geschiedenis. Hij is gefascineerd door een decenniaoud stuk kwarts waar nog steeds een druppel water in gevangen is. Vervolgens zoomt hij in op de ontdekking van vreemde planeten, de komst van water naar de aarde door middel van kometen en zijn herinneringen aan de aardrijkskundeles waarin Guzmán nooit zijn langgerekte land, met de langste kustlijn ter wereld, in zijn geheel kon zien. Het leeuwendeel van El Botón de Nácar is echter gewijd aan de oude inheemse volkeren van Chileens Patagonië, die zich niet eens Chileens voelen en een nauwe band met het water en hun culturele identiteit en soevereiniteit onderhouden.
Deze mengelmoes aan invalshoeken vereist enige affiniteit met het land Chili en de oude bevolkingsgroepen die er halsstarrig hun eigen identiteit proberen vast te houden. Guzmán trakteert ons op prachtige beelden, die variëren van prachtige satellietopnamen van de Andes die de Grote Oceaan induiken om daar als duizenden eilandjes weer de kop op te steken, tot prachtige close-ups van het water en luchtopnames van het adembenemende landschappen en eindeloze vlaktes van Patagonië. Maar El Botón de Nácar is door de fragmentarische aanpak en de specifieke onderwerpen die aangesneden worden echt een documentaire voor de liefhebber. Het valt de maker te prijzen dat hij een geheel eigentijdse aanpak heeft voorgestaan, waarbij hij diverse vaderlandse elementen en intieme herinneringen met elkaar verweeft. Tegelijkertijd zal hij hiermee een algemeen documentairepubliek uitsluiten, dat komt voor samenhang, opinie of een intrigerend verhaal dat je naar de strot grijpt. Dit is een documentaire dat geen compromissen duldt. Guzmán viel met zijn zelfgeschreven scenario in de prijzen op het filmfestival van Berlijn waar het een Zilveren Beer won.