De maatschappij richt zich steeds meer op het individu en het resultaat van een zich terugtrekkende overheid is dat er ook steeds meer verantwoordelijkheden bij het individu komen te liggen. Zo krijgen velen er naast hun baan en sociale leven een zorgtaak bij, omdat een familielid bejaard of chronisch ziek is. Die individualisering is misschien nog wel sterker aanwezig in de Verenigde Staten, al probeert Obama Care het tij wat te keren. Voor David, verpleger in de terminale zorg, is er geen sprake van een privéleven, althans we krijgen er aanvankelijk bitter weinig van te zien. De verpleger identificeert zich zodanig met zijn patiënten dat hij naar de buitenwereld toe hun levens lijkt te willen overnemen. Als hij een architect verzorgt doet David zich in een boekhandel voor als architect bijvoorbeeld. Wellicht vindt de verpleegkundige het wel prettig om zich niet met zijn persoonlijke sores bezig te houden en helemaal te kunnen opgaan in de zorg voor een ander. De enige momenten die David voor zichzelf heeft zijn de hardlooprondjes die hij maakt. Maar ook hij kan zich niet blijven verschuilen achter zijn werk.
In het abstract aandoende Chronic, een Frans-Mexicaanse coproductie naar regie van Michel Franco, kruipt geoutilleerd acteur Tim Roth in de huid van David. Hij laat ons kennismaken met een rustieke, naar de buitenwereld toe behulpzame man die zich maar lastig in zijn ziel laat kijken. David kent de keerzijde van het leven en heeft geen negen-tot-vijfmentaliteit. Hij stuurt met een gerust hart een invaller naar huis, omdat hij liever de hele nacht bij zijn patiënt blijft. Maar de verpleegkundige klampt zich zo vast aan zijn werk dat hij zichzelf dreigt te vergeten. Daarbij komen meteen ook vraagtekens op bij de motieven van David. Het is dan ook niet ongebruikelijk dat de verpleger in precaire situaties terechtkomt en zelfs van een patiënt afgehaald wordt. Franco laat ons voortdurend schipperen tussen twee mogelijkheden. Is David een buitengewoon toegewijd verpleegkundige die de laatste momenten van kostbare levens zo aangenaam mogelijk wil maken en daarom meer emotioneel betrokken raakt bij zijn patiënten? Of is er sprake van een afhankelijkheidsrelatie die twee kanten opgaat en probeert David de leegte in zichzelf te vervangen door zich onmisbaar en onvervangbaar te maken? Het is een interessante mentale en ethische tweestrijd, maar Franco laat je wel heel hard werken om te achterhalen hoe het nu eigenlijk zit. De regisseur putte uit eigen ervaringen van een zieke moeder en kwam zo tot het scenario.
Het zijn juist de schaarse momenten waarop David alleen is, of zich in een privésituatie met anderen bevindt, waarin Franco enige duidelijkheid verschaft. David draagt namelijk een groot trauma en schuldgevoel met zich mee. Deze achtergrondinfo geeft broodnodig inzicht in zijn persoon, maakt hem menselijker en kweekt begrip, maar het heft ook grotendeels het mysterie rondom David op. En laat dit mysterie nou net de belangrijkste motivatie zijn om door te blijven kijken. Het gevolg van de vele scènes waarin David alleen met zijn patiënten is, is dat niet alleen zijn persoonlijkheid maar ook de dramatiek die hem omgeeft wat vlak overkomt. Roth hoefde geen epistels aan dialoog uit zijn hoofd te leren en hetgeen hij met zijn omgeving te bespreken heeft, is veelal praktisch of triviaal van aard. Franco toont zich wel weer een meester in het verbeelden van de fragiliteit en hulpbehoevendheid van de mens. Deze is soms tastbaar, bijvoorbeeld in de openingsscène waarin David een uitgemergelde kankerpatiënte in bad wast, maar vaak ook heel abstract en onwerkelijk. Voor een baan waarmee zoveel menslievendheid en altruïsme gemoeid is, komt David juist vaak liefdeloos en lusteloos over.
Chronic moet het niet hebben van de grote gebeurtenissen, prikkelende dialogen of uitgesproken personages. Het heeft een prettig kabbelend tempo en een sombere toon, maar het gevoel bekruipt je dat met net wat meer duiding er veel meer ingezeten had. Roth vormt een krachtige aanwezigheid, maar ook hij kan de verwachtingen niet inlossen. Door het gebrek aan een kop en een staart (op het heftige laatste shot na dan), houdt Franco's derde speelfilm iets onbevredigends.