Marauders begint met een uiterst gewelddadige bankoverval, waarbij de overvallers gebruik maakten van de nieuwste technische snufjes. De FBI, onder leiding van agent Montgomery, gaat op onderzoek uit, maar al snel blijkt er veel méér aan de hand te zijn dan een 'gewone' bankoverval. De bank blijkt eigendom van bankmagnaat Hubert, en als er al snel meer overvallen volgen, lijkt er sprake van een persoonlijke hetze tegen de tycoon. Hoe dieper Montgomery en zijn collega's Stockwell en Wells graven, hoe meer lijken er uit de kast komen.
Als recensent verdiep je je van tevoren vanzelfsprekend altijd even in de film die je gaat bespreken. Zo viel me op dat de regisseur van Marauders Steven C. Miller is, wiens cv tot nu toe gevuld werd met horrorfilms van zeer bedenkelijke kwaliteit, zoals het tenenkrommend slechte zombievehikel Automaton Transfusion uit 2006 (IMDb-rating; 3,8). Millers hoogst gewaardeerde film op de bekende filmsite krijgt een 5,9. Om voor mij onbegrijpelijke redenen is Miller ingehuurd om twee Bruce Willis-films achter elkaar te maken. De eerste daarvan, Extraction, heeft in Nederland niet eens de bioscoop gehaald en heeft met een 3,9 ook al zo'n 'geweldige' IMDb-rating. Nou weet elke filmliefhebber dat IMDb-ratings lang niet alles zeggen, maar veelbelovend is het ook niet.
Mijn scepsis blijkt niet misplaatst. Ook Millers nieuwste is van zeer bedenkelijke kwaliteit. De film kampt met een nodeloos ingewikkeld en overvol verhaal. Er is natuurlijk niets mis met een film die de diepgang probeert op te zoeken, of de hersencapaciteit van de kijker probeert aan te spreken. Miller en zijn scenaristen struikelen echter over hun ambities. Ze vuren in een hoog tempo een hoop informatie op de kijker af, maar het is allemaal maar amper te volgen. Ik zal het toch proberen op te sommen: er is sprake van een ingewikkelde samenzwering, er is concurrentie tussen verschillende politie-eenheden, een mysterie rond een soldaat die al dan niet dood is, het geheimzinnige team waar deze soldaat bij zat, een subplot rond de vrouw van een agent die aan kanker lijdt, een andere agent wiens vrouw vermoord is door een drugskartel, nóg een geheimzinnig team soldaten, een corrupte gouverneur, een overleden broertje en een weduwe die in nachtclubs zingt. Allemaal is het op de één of andere manier met elkaar verbonden. Er wordt veel uitgelegd, maar wie het plot naderhand duidelijk kan navertellen, verdient een pluim.
Het probleem is niet alleen dat Miller het plot zo gecompliceerd maakt, maar ook dat géén van de personages, of hun verhaallijnen, ook maar enige interesse weten op te wekken. Veel meer dan bordkartonnen stereotypes zijn de personages niet; de summiere pogingen om ze diepgang mee te geven, komen vooral potsierlijk over. Christoper Meloni verdient wel een compliment; hij lijkt de film in ieder geval serieus te nemen en doet zijn best er wat van te maken. Dat kan niet gezegd worden van Willis, hier getooid met grijs baardje: ondanks dat zijn naam en gezicht prominent op de poster staan, speelt hij een bijrol. Het lijkt hem zelf ook niet echt te interesseren; hij is hier duidelijk alleen om een cheque te kunnen innen en slaapwandelt zich door de film heen. Een andere bekende naam die mag opdraven is Dave Bautista, die best aardig acteert, maar geen moment overtuigt als FBI-agent. Wat hij overigens doet in de film is me een raadsel; zijn rol had net zo goed weggelaten kunnen worden.
Marauders weet niet zeker of hij een actiefilm, thriller of drama wil zijn en mislukt dan ook in alle genres. De actiescènes zijn van een erbarmelijk niveau. In het ene shot zien we iemand schieten, in het volgende slaan de kogels willekeurig ergens in. Wie waar ten opzichte van elkaar staat, is geen moment duidelijk; elk overzicht ontbreekt, wat de spanning niet ten goede komt. De dramatische scènes zijn zo mogelijk nog beroerder: vooral het subplot over de agent wiens vrouw kanker heeft is zó melodramatisch dat het bijna lachwekkend wordt. Dat is dan ook eigenlijk het enige wat de kijker rest bij deze film: meewarig lachen en zo snel mogelijk vergeten.