The Incredibles (OV)
Recensie

The Incredibles (OV) (2004)

Een nieuw hoogtepunt in het oeuvre van de meest succesvolle filmstudio ter wereld en tevens de beste superheldenfilm van het jaar.

in Recensies
Leestijd: 3 min 43 sec
Regie: Brad Bird | Cast: Craig T. Nelson (Bob Parr/Mr. Incredible), Holly Hunter (Helen Parr/Elastigirl), Brad Bird (Edna Mode), Jason Lee (Syndrome), Samuel L. Jackson (Frozone), e.a.

Zelfs Steven Spielberg moet wel eens jaloers zijn op de meer dan vlekkeloze reputatie die animatiestudio Pixar wereldwijd geniet. Vanaf het moment dat met ingehouden adem het revolutionaire Toy Story werd uitgebracht, heeft iedere nieuwe Pixar-film een creatief en commercieel hoogtepunt gemarkeerd. En nog blijken de meesters van de digitale animatie hun kruit niet verschoten te hebben, want The Incredibles is ronduit fantastisch: niet alleen alwéér het beste wat Pixar ooit gemaakt heeft, maar ook de beste superheldenfilm van 2004, en überhaupt één van de beste films die dit jaar zijn uitgebracht. De bundeling van krachten met schrijver/regisseur Brad Bird (The Iron Giant, The Simpsons) heeft een absolute knaller opgeleverd, een heerlijke avonturenfilm die op alle fronten bevredigt.

Het verhaal, dat draait om een gezin van superhelden, zit vernuftig in elkaar. De proloog speelt zich af in een futuristisch uitziend verleden (denk aan de van gadgets vergeven wereld uit oude Bondfilms) en laat ons een glimp zien van het gouden tijdperk van de ‘Supers’, zoals Mr. Incredible. Op handen gedragen door vredelievende burgers en gesteund door de overheid zorgen hij en zijn collega’s, waaronder de kittige Elastigirl, ervoor dat schurken als de Franse superboef Bomb Voyage achter de tralies belanden. Maar het tij keert wanneer de afgunst van de gewone man om de hoek komt kijken. Ineens regent het aanklachten tegen de Supers, die naast groot goed ook klein leed veroorzaakt blijken te hebben. Onder druk van de regering verdwijnt de ene na de andere held in het Superhero Relocation Program, om als gewoon burger een leven in anonimiteit te leiden.

Vijftien jaar lang leven Bob en Helen Parr als een doorsnee echtpaar. Bob werkt voor een verzekeraar, Helen is huisvrouw, en ze hebben drie kinderen: Violet, een onzekere puber, de hyperactieve Dash en baby Jack Jack. Dash zou dolgraag meedoen aan atletiek, maar mag niet van zijn ouders; hij zou ieder wereldrecord aan diggelen rennen en het hele gezin dwingen weer ergens anders onder te duiken. “Everybody’s special”, probeert zijn moeder hem te sussen, maar Dash doorziet het cliché: “Which is another way of saying that nobody is.” Ook Bob is gefrustreerd; zuchtend staart hij naar krantenknipsels uit de tijd dat hij, de oersterke Mr. Incredible, iedere week de wereld mocht redden.

Op dat punt in het verhaal barst de film bijkans uit zijn voegen van ingehouden energie. We weten allemaal dat Mr. Incredible zal terugkeren, dat Helen tegen wil en dank weer Elastigirl zal worden, en dat ook hun kinderen de kans zullen krijgen om eindelijk te ontdekken waartoe ze in staat zijn. Met die bijna tergende opbouw schroeft Bird onze verwachtingen torenhoog op, om ons vervolgens alsnog van onze sokken te blazen. Als kijker ervaar je een enorm gevoel van bevrijding wanneer The Incredibles eindelijk losbarst, een gevoel dat wordt bekroond door dat onbetaalbare moment waarop Dash voor het eerst in zijn leven zo hard moet rennen als hij kan, en er achter komt hoe snel hij werkelijk is.

Zoals te verwachten viel laat deze film opnieuw zien wat de ‘state of the art’ is op het gebied van digitale animatie. Hoewel atmosferisch minder subtiel dan de onderwaterwereld van Finding Nemo, is de stofuitdrukking (of ‘rendering’) van details als nat mensenhaar of door vuur belichte rotswanden weer eens ongekend goed. Maar Pixars evolutie tekent zich niet alleen af op technologisch gebied. Weg zijn de talloze parodieën op en vette knipogen naar andere films en populaire cultuur; die heeft deze film niet nodig. De humor vloeit voort uit het verhaal en de personages, die vaak geloofwaardiger zijn dan hun tegenhangers in live-action superheldenfilms. Vooral Helen alias Elastigirl spreekt – dankzij een uitstekende Holly Hunter – tot de verbeelding, met haar combinatie van moederlijke warmte en gestaalde onverschrokkenheid. En de moraal van het verhaal wordt, hoewel zeker aanwezig, gelukkig niet door middel van slijmerige Aunt May-speeches door je strot geperst.

Maar die dingen zijn allemaal bijzaak. Wat The Incredibles tot hét middel tegen de komende winterdepressie maakt, is de onweerstaanbare overvloed aan inventiviteit, humor, dynamiek en visueel snoepgoed die deze film over je heen strooit. Ook aan wie inmiddels tabak heeft van al die superheldenfilms (en wie heeft dat niet) is het advies: doe jezelf een plezier, ren naar de bioscoop en geniet van de beste digitale animatiefilm ooit gemaakt… tot nu toe.