In 1950 bracht schrijver C.S. Lewis het boek The Lion, The Witch and The Wardrobe uit, de eerste uit een serie van zeven boeken: The Chronicles Of Narnia. Daarmee schiep hij een wondere wereld die zowel jong als oud wist te bekoren en te betoveren. De fantasierijke sprookjes zijn nog altijd enorm in trek, en Lewis mocht zich zelfs lange tijd de auteur van de meest succesvolle boekenserie aller tijden noemen. Inmiddels is dat echter J.K. Rowling geworden, die overigens de boeken van Narnia als één van haar grootste inspiratiebronnen noemt. Lewis zei ooit dat hij wilde dat zijn boeken nooit verfilmd zouden worden, omdat volgens hem een verfilming er altijd knullig zou uit zien. Maar sinds zijn dood in 1963 is er veel meer mogelijk geworden op het gebied van de cinema, en met de technologie die nu voorhanden is, durfden Lewis erven het wel aan om een film toe te staan.
De verhalen van Narnia danken hun succes deels ook aan de eenvoud van de boeken, die lang niet zo dik zijn als die van J.R.R. Tolkien (een goede vriend van Lewis). Dit betekende echter ook dat het lastiger was om de wereld van Narnia naar het witte doek te vertalen: in plaats van gedetailleerde beschrijvingen van locaties te geven, laat Lewis veel over aan de fantasie van de lezer, en die verschilt vaak per persoon. Dus werden bijna alle grote namen op het gebied van digitale effecten, waaronder ILM, Rythm & Hues en Weta, bij elkaar gezet om te werken aan de kostuums, de sets, de computereffecten en alle andere zaken die aan het uiterlijk van de film zouden bijdragen. En dat is goed te zien. De CGI vloeit naadloos over in poppen en acteurs (zoals bij de faun) en de interactie tussen geanimeerde figuren en de acteurs is excellent. De landschappen zijn prachtig om te zien; vooral het winterlandschap is een lust voor het oog. Op het uiterlijk van de film valt absoluut niets aan te merken.
Door de relatief korte lengte van het boek konden de makers heel makkelijk trouw blijven aan het boek, waardoor het sprookje bijna geheel intact is gebleven. Vier kinderen worden ten tijde van de Tweede Wereldoorlog bij een oude professor in diens grote huis ondergebracht. In één kamer staat een grote klerenkast. Als de kleinste telg, Lucy, zich daarin verstopt, belandt ze onverwachts in een wonderlijk winterlandschap, waar ze een vriendelijke faun ontmoet, die haar vertelt dat ze in Narnia is. Wanneer ze weer terugkeert naar de gewone wereld gelooft niemand haar. Maar per ongeluk belanden de vier kinderen daarna tegelijk in de kast, en dan lopen ze opeens door de sneeuw. Al snel moeten ze op de vlucht slaan voor de White Witch (zeer sterk gespeeld door Tilda Swinton), die bang is dat de mensen haar ijskoude bewind over Narnia zullen beëindigen. Dat staat namelijk in een eeuwenoude voorspelling, die ook over de terugkeer van de echte koning van Narnia, de leeuw Aslan, spreekt. De kinderen gaan naar hem op zoek, omdat alleen hij hen kan redden.
Een aantal wervelende achtervolgingscènes en een grootschalige veldslag aan het einde zorgen voor flink wat spectaculaire actie. Een vergelijking met de Lord of the Rings-films is daarom ook niet heel vreemd, en Narnia schiet dan toch net wat te kort. In de laatste akte van de film gaat alles opeens heel snel en daardoor is de spanning al snel als sneeuw voor de zon verdwenen. Dit laatste stuk komt nogal kinderlijk over, terwijl tot dan toe de film nou juist zo goed geschikt was voor kinderen én volwassenen. Ondanks dit gebrek blijft The Chronicles of Narnia een prachtig gemaakte film met uitstekende bijrollen (vooral Ray Winstone en Dawn French zijn erg leuk als beverkoppel), een boeiend verhaal en passende muziek van Harry Gregson-Williams. Bij uitstek dé kerstfilm van 2005.