Deze eerste speelfilm van televisieschrijver Burke opent met een regelrecht uit Michael Manns Heat gepikte bankoverval in de stad Edison. McDermott en LL spelen twee leden van de beruchte politie-eenheid F.R.A.T. (First Response Assault & Tactical), en zijn in die hoedanigheid meer doeners dan praters. De ongeloofwaardige manier waarop zij de overvallers uitschakelen doet al in die eerste minuten vrezen voor een wel erg platte film. Dat doemscenario wordt helaas maar al te gauw werkelijkheid. Van het gênante kapsel van Kevin Spacey en zijn volslagen idiote, overbodige personage tot de mislukte pogingen tot maatschappijkritiek: Edison is slecht geschreven, slecht geacteerd en slecht geregisseerd.
Edison is een stad die na jaren van achteruitgang en criminaliteit is schoongeveegd door de stormtroepers van FRAT, die het niet zo nauw nemen met algemene fatsoensregels. Direct na de hardhandige aanpak van de bankovervallers in de openingsscène zien we hoe FRAT-leden Deed (LL Cool J) en Lazerov (McDermott) een inval doen bij een stel drugshandelaars. Lazerov dwingt zijn partner om er eentje dood te schieten, waarna zij er met de dope vandoor gaan. Tijdens de daaropvolgende rechtzaak tegen de criminelen meent de aanwezige journalist Pollack (Justin Timberlake) iets curieus op te merken. Hij bouwt dat uit tot een stukje voor zijn joodse buurtkrant, waarin hij Deed beschuldigt van meineed. Dat komt Pollack op ontslag te staan door zijn baas Moses (Morgan Freeman), en op de ziedende woede van hard boiled racist Lazerov.
De door Pollack terecht opgemerkte corruptie blijkt op meerdere niveaus te spelen in het bestuur van de fictieve 'miljoenenstad' Edison. De makers hebben in tegenstelling tot het al even erbarmelijke Aeon Flux niet geprobeerd om de stad door middel van CGI groots weer te geven, maar laten er gewoonweg bijna niets van zien. Er ontvouwt zich een strijd met de corrupte FRAT, waarbij Pollack en Moses hulp krijgen van de weinig geïnspireerd ogende Kevin Spacey als gemeenteambtenaar. Er vallen daarbij rake klappen en niet alleen op het gebied van geloofwaardigheid. Pollack loopt de halve film met een kapotte kop rond, en ook McDermott krijgt het moeilijk. Hilarisch hoogtepunt is de scène waarin zijn chef, een karikaturale rol van John Heard, hem tot bureauwerk degradeert. Een dergelijk tenenkrommend voorbeeld van schmieren zoals bij deze jankerige, totaal ongeloofwaardige McDermott zie je niet vaak.
Regisseur Burke ziet zijn potentiële publiek aan voor een stelletje kleuters, gezien de manier waarop hij de personages introduceert en het verhaal ontvouwt. De clichés stapelen zich op tot een punt dat het echt pijnlijk wordt. Het huis van Morgan Freemans personage bijvoorbeeld hangt zo opzichtig vol met foto's van geëngageerde journalistiek, dat je al niet meer lacht als hij even later zijn Pulitzerprijs meegeeft aan Timberlake, die hij eerder die dag nog op staande voet heeft ontslagen. Let ook even op de namen van de personages, die je op een bijna racistische manier al duidelijk maken met wie je te maken hebt. De kort aangestipte, ongenuanceerde maatschappijkritiek richt zich op de moderne corruptieschandalen, zoals dat bij energiebedrijf Enron, en de invloed van commerciële belangen in stadsbesturen. Hout snijdt het in ieder geval niet, en de geuite kritiek is daarmee vooral overbodig.
Edison is een onzinnige, slecht geacteerde, maar vooral slecht geregisseerde film, die het predikaat straight-to-video alleen al als straf verdient. Helaas is anders beslist, en gaat dit misbaksel draaien in het hele land. Blijkbaar gaat de distributeur er van uit dat ze zelfs zonder mond-op-mond reclame en alleen op basis van de acteurs al genoeg volle zalen trekken om er een winstgevende release van te maken. Schande!