Arthur and the Minimoys
Recensie

Arthur and the Minimoys (2006)

Godzijdank is het geheel toch nog een beetje de moeite waard door de voor Besson oh zo herkenbare ironische humor.

in Recensies
Leestijd: 2 min 29 sec
Regie: Luc Besson | Cast: Mia Farrow (Granny), Freddie Highmore (Arthur) e.a. Stemmen: David Bowie (Maltazard), Robert De Niro (King), Madonna (Prinses Selenia), Snoop Dogg (Max) e.a. | Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2006

De Franse regisseur Luc Besson heeft inmiddels een indrukwekkende staat van dienst opgebouwd. Zo was hij natuurlijk het brein achter Léon, waarin Natalie Portman zich openbaarde als enthousiast moordmachientje. En vergeet ook The Fifth Element niet, die zeldzaam cynische kijk op de toekomst. Des te verrassender dus dat deze regisseur, met een oeuvre dat zich voornamelijk op moord en actie richt, nu met Arthur and the Minimoys komt: een schattige film over een droomwereld vol lieflijke wezentjes.

De lichtelijk irritante Freddie Highmore, die we nog kennen uit Charlie and the Chocolate Factory en Finding Neverland, speelt Arthur, een vriendelijk jongetje dat het beste met iedereen voor heeft. En dan vooral met zijn op mysterieuze wijze verdwenen opa, wiens huis gesloopt dreigt te worden. Het ziet er niet gunstig uit, maar als Arthur in de notitieboeken van opa leest over een geheime schat in het land van de Minimoys laait de hoop weer op. Hij gaat op onderzoek uit en ontdekt dat het volk van aandoenlijk kleine mensjes daadwerkelijk bestaat. Met hun natuurobsessie en naastenliefde leren ze Arthur uiteraard een levensles of twee en de verdwijning van opa wordt opeens stukken duidelijker.

Ja, het is een mooi gefabriceerd volkje. Besson nam geen genoegen met de eerste de beste animator; er heeft duidelijk veel werk in de vormgeving gezeten. En ja, de film is een geinige mix van elementen, waarin het Honey, I Shrunk the Kids-effect enigszins overheerst. Arthur maakt een hele transformatie door, letterlijk en figuurlijk, waarin een jonger publiek zich helemaal kan verliezen. Ook verrassend leuk gecast zijn de stemmen, met Robert De Niro en Snoop Dogg als hoogtepunten, terwijl Madonna als de te veroveren prinses wonderbaarlijk genoeg niet eens irriteert.

Toch zou het ook wel eens een keer fijn zijn een jeugdfilm te zien zonder al die clichés: de bad guys zijn allemaal zwart, the good guys zo fleurig als de bloemenvelden waar ze wonen. Arthur blijkt zo’n beetje de redder te zijn van het complete volk en natuurlijk is er een Minimoymeisje voor wie hij gevoelens krijgt. Het is moeilijk om deze film los te zien van al deze kunstmatige opfleurende effecten, waar jonge kinderen waarschijnlijk helemaal enthousiast van worden maar waar iedereen van boven de twaalf een allergische reactie van zou kunnen krijgen. Bovendien is de nagesynchroniseerde versie tenenkrommend, probeer deze te allen tijde te vermijden. Godzijdank is het geheel toch nog een beetje de moeite waard door de voor Besson oh zo herkenbare ironische humor. Gimmicks, practical jokes, woordgrappen; er is in ieder geval geprobeerd om het ook een aangename kijkervaring te maken voor volwassenen. Of dat voldoende is zal per kijker verschillen. De film is in ieder geval een wonderbaarlijke keuze voor een ‘afscheid van de filmwereld als regisseur’, zoals Besson Arthur and the Minimoys onlangs betitelde in een interview.