Hannibal Lecter is een cultureel fenomeen. Met zijn sardonische blik en huiveringwekkende stem heeft de intellectuele kannibaal seriemoordenaars een volledig ander gezicht gegeven. Dit verbeterde imago geldt echter alleen voor zijn verschijning in het meesterwerk The Silence of the Lambs. Producer Dino de Laurentiis is echter nooit vies geweest van geld en bracht al twee zeer teleurstellende vervolgen uit. Nu is het weer raak: Hannibal the prequel is een feit. Het resultaat? Hannibal Rising blijkt de laatste spijker in de kist van ons aller Lecter te zijn.
Hij is ongetwijfeld kwaadaardig: meer dan grauwe ogen en een emotieloze blik heeft Gaspard Ulliel niet nodig om er overtuigend als psychopaat uit te zien. Deze ongure blik leert de legendarische Hannibal Lecter al vroeg aan, wanneer zijn familie door Sovjets wordt vermoord. Hannibal verdringt de gruwelijke gebeurtenis en zijn eerste psychopathische trekken krijgen gestalte. Gelukkig voor de jonge Lecter komt hij in contact met de mysterieuze Japanse Murasako (Gong Li), die hem inwijdt in de artistieke maar ook bloederige wereld van de samoerai. Al snel ontdekt Hannibal zijn fascinatie voor menselijk vlees en besluit hij wraak te nemen op de moordenaars van zijn ouders en zusje
Als een hitman werkt Lecter in twee uur speeltijd een lijstje af, want het gaat in Hannibal Rising om een hartstikke standaard wraakverhaal. De film, die zijn antagonist voorstelt als globetrotter, verveelt de kijker al na een klein halfuur met pittoreske straatjes van een Frans dorpje, Oosters getinte meubelen en een stinkende vismarkt vol met clichématige verkopers. Schrijver Thomas Harris heeft een rommelig script afgeleverd, dat duidelijk met tegenzin is geschreven (evenals het onlangs uitgegeven boek). Volledig overbodige details moeten vragen beantwoorden waarmee liefhebbers van zijn eerdere werk zouden zitten. Alles wat Hannibal als personage zo intrigerend maakte, wordt op deze manier weer tenietgedaan: de mythe rondom Lecter werkte juist zo goed omdat je vrij weinig van hem wist. Anthony Hopkins was maar twintig minuutjes in beeld in The Silence of the Lambs, maar boezemde in die korte tijd enorme angst in met zijn pesterige charme en arrogantie die Clarice Starling (en ons als kijker) uiteindelijk tot wanhoop dreef. Nu worden we gevraagd enigszins te sympathiseren met Lecter en geprikkeld te raken door zijn intellect. Niks hiervan werkt uiteindelijk: alles is zó bedacht dat de enige mogelijke emotie via de lachspieren geuit kan worden.
Met de ranzigheid valt het ook wel mee, want op wat creepy kannibalisme als climax na wordt het nergens spannend. Spannend is wél de art direction, want met een mooi oog voor detail wordt overtuigend een jarenvijftigsfeer neergezet. Hier en daar doet de regie zelfs denken aan Terence Mallicks cinematografische aanpak: ellenlange close-ups van spinnen en graspalmen. Hannibal Rising zit er vol mee. Helaas kan regisseur Webber de armoede van de productie niet verbergen achter zijn elegante regie. Het moet niet gaan om sympathie voor de duivel, wij houden van Hannibal Lecter omdat hij een ondoorgrondelijk monster is. Een fotogenieke traan op zijn gezicht is daarom een klap in het gezicht van de kijker.
Gaspard Ulliel is een schim van Anthony Hopkins en heeft duidelijk moeite met zijn uitspraak van de Engelse dialogen en kan op een paar aangeleerde maniertjes na niks overtuigend overbrengen. IJskoningin Gong Li kampt met hetzelfde probleem wat haar dictie betreft, maar bespaart zichzelf de gêne door haar emotievolle gezicht het meeste werk te laten doen. Het gemis van Antony Hopkins en Jodie Foster is overal voelbaar en de keuze van een dergelijk curieuze cast stuit daarom des te meer tegen de borst. Slechte smaak alom dus. In een aantrekkelijk jasje gehesen, dat dan weer wel.