Het lijkt Peter Parker allemaal mee te zitten. Hij heeft het meisje, het superheldenpak, werk en studie gaan goed en hij overleefde al twee big-ass baddies in de voorgaande delen. Een film zou echter een film niet zijn als er geen obstakels op de weg worden geflikkerd. Het zijn er ditmaal nogal wat: Sandman verschijnt, Harry stapt in de schoenen van wijlen pa en jawel: ook Venom doet zijn intrede...
Superhelden zijn ook maar mensen. De Spider-Mansage heeft deze gedachte altijd als uitgangspunt genomen en juist hierom is de held zo populair gebleven en komen er tot op de dag van vandaag talloze nieuwe avonturen bij in stripvorm. Regisseur Raimi liet echter in verschillende interviews weten dat hij moeite had met de totstandkoming voor het wat hem betreft laatste deel van de Spider-Manreeks: overkill lag op de loer. Aanvankelijk doet de film inderdaad vrezen dat overdaad schaadt, want na amper een kwartier is al een enorm scala aan personages voorgesteld en stapelt plotontwikkeling zich op plotontwikkeling. Implausibiliteit is in dit genre allesbehalve belangrijk, maar Spider-Man 3 maakt het zichzelf wel erg moeilijk door zoveel balletjes (CGI, liefdesdrama, actie, interne tweestrijd et cetera) in de lucht te houden.
Toch slaagt de film hier, net als zijn voorgangers, moeiteloos in. Deze monsterproductie is in staat geweest een stampvolle plot aan te kunnen en zelfs de tijd te nemen voor heerlijk langgerekte intermezzos (met o.a. Bruce Campbell... need we say more?). De toon verschuift voortdurend: er is plek voor een lach, voor een traan, maar bovenal moet Spider-Man het hebben van een overtuigend emotioneel hart, iets wat altijd centraal staat in de verhalen over de superheld.
Van deze succesformule is wederom gebruik gemaakt en Peter Parker is nog steeds belangrijker dan Spider-Man. En dat is maar goed ook, want de jongeman is in zijn pak minder interessant dan het dagelijkse alter ego. De wervelende actiescènes daargelaten vervalt Spidey namelijk nog steeds in het veel te bekende stramien van de spitsvondige goede-vriend-die-mensen-in-nood-helpt en dat verveelt. Gelukkig helpt de interessante benadering veel, want zoals bekend is de superheld een stuk grimmiger gestemd. Arrogantie en hybris à la de Spartanen in de jammer-maar-helaasfilm 300 vallen Peter Parker allemaal ten deel.
De allegorie voor hedendaags Amerika is in dit opzicht niet moeilijk te herkennen: een zwart-wit visie, twijfelachtig patriottisme en vooral angst en geweld als drijfveer: Spider-Man 3 staat vol met (on)bedoelde symboliek. Een daverend gelach vanuit de zaal als Spider-Man fotogeniek voor een Amerikaanse vlag een kunstje doet, stelt gerust en doet vermoeden dat Raimi prima weet wat hij eigenlijk bedoelt met zijn film. Spider-Mans dilemmas lijken aanvankelijk op een Amerikaanse leest geschoeid, maar schijn bedriegt. Zie hiervoor een willekeurige poster van de film: zwart-wit of gekleurd: het binaire onderscheid tussen goed en kwaad waar men in de Verenigde Staten veel te ongenuanceerd mee omgaat blijkt te huizen in Spider-Man zelf. Dat is dus even slikken voor George W. Bush. Als maatschappijkritisch pamflet kan de film absoluut niet gezien worden, maar in zijn boodschap huist voldoende intelligente ambivalentie die wel degelijk belangrijk is.
Naast goede keuzes en goede afwisseling van verschillende verhaallijnen helpt sexappeal de film behoeden voor de overvolle chaos die het zo makkelijk had kunnen worden. Met de acteurs die stuk voor stuk prima op hun plaats zijn en naast hun sterrenuitstraling toegankelijk genoeg blijken voor een zeer breed publiek, verzekert Raimi zichzelf van een geslaagde film. Leg X-Men 3 er eens naast en dan blijkt hoe afhankelijk een film is van de input van een goede regisseur die juiste beslissingen kan en durft te nemen met betrekking tot het script en de casting. In Spider-Man 3 is talent te ruiken.
Ook moet gezegd worden dat de hedendaagse techniek werkelijk voor niks staat. De effecten zijn ongelooflijk en in opperste eerlijkheid de indrukwekkendste die tot op heden te zien zijn. Helaas blijft CGI CGI en bieden de veel te fantasierijke monsters, met name Sandman, de kijker uiteraard niet de mogelijkheid tot volledige overgave en geloofwaardigheid. Daar zit de lol ook niet in uiteindelijk, je wordt ook enthousiast door het feit dat je kunt zien hoeveel moeite er in de speciale effecten is gaan zitten.
Als superheld is Spider-Man simpelweg een van de beste die we op dit moment hebben. De behoefte van - met name - Amerika om symbolische helden en vergelijkbare fantasieën in hun maatschappij te verweven (zelfs presidenten denken daar in Hollywoodtermen) werkt uiteindelijk in het voordeel van Spider-Man 3. Ook in Europa, want ook wij houden van heldenactie, maar dan meer met de nadruk op actiepotentie en de waardering van scherp afgebakende morele opposities: het verschil tussen goed en kwaad wordt glashelder gemaakt doordat de ideologie zo sprekend is in het genre. Maar eigenlijk is Spider-Man 3 in dit opzicht helemaal geen actieheldenfilm: het kwaad huist in iedereen. Wel jammer dat de katalysator van alle ellende (een mysterieus goedje van Mars) weer een kracht van buitenaf is. Duidelijk Amerika-Irak, of ach: trek zelf de vergelijking maar. Want los van dit al is natuurlijk duidelijk: Spider-Man 3 is superieur vermaak.