Vol cynisme en in de veronderstelling dat Stardust wederom een allegaartje zou worden dat onder de fantasynoemer het genre weer eens goed zou gaan verkrachten met een gebrek aan vindingrijkheid, was ik al na vijf minuten om. Stardust verbaasde en verraste tot de laatste minuut en mag de boeken in gaan als de redder van het genre in het post-Lord of the Ringstijdperk.
Ian McKellen levert tijdens de begintitels een gezellige voice-over af met hier en daar Gandalfiaanse trekken. Hij maakt onmiddellijk iets goed duidelijk: Stardust is geen formulefilm waarin pratende marmotten als comic relief dienen of de held als Messias wordt vereerd. Het genre zelf wordt ditmaal op de hak genomen en een betere insteek dan dit door de Lord of fantasy zelve te laten proclameren is er eigenlijk niet. Deze prettig cynische toon blijft hangen wanneer in een de korte proloog die volgt de wereld van Stardust uitgelegd wordt: er is zoiets als de normale wereld, waarin door meisjes uit Parijs de cancan wordt gedanst, en zoiets van de andere kant van de muur, waar prinsessen door heksen gevangen worden gehouden en luchtpiraten niets liever willen dan dansen met cancanballerinas uit Parijs. Het object van begeerte is echter voor beide dimensies hetzelfde: een pas gevallen ster, in persona Yvaine, gespeeld door Claire Danes. Tristan, een onzekere jongeman uit een klein Engels dorpje is hopeloos verliefd op de bitchy Victoria (Sienna Miller die haar mediapersoonlijkheid speelt) en wil de gevallen ster voor haar vinden als huwelijkscadeau. In een koud paleis voorbij de muur broeden op datzelfde moment drie verlepte heksen op eenzelfde queeste de ster te vinden, aangezien dit wonderlijke schepsel hun bron van eeuwige jeugd is. Politiek getouwtrek en verschillende intermezzos zijn ook nog een integraal onderdeel van de film, maar behoeven verder geen uitleg, aangezien de uitwerking in de film al uitmuntend is.
Vliegende sterren en feminiene luchtpiraten: die lijken niet echt samen te gaan. Niks blijkt minder waar, want in Stardust is het combineren van genre-eigen elementen met totaal onverwachte ingrediënten tot een kunst verheven. In de openingssequentie worden de conventies al even goed onderuit gehaald, wanneer de kijker getrakteerd wordt op het meest vermakelijke Griekse koor ooit. Een vijftal blauwbloedige prinsen uit de fantasiedimensie levert als geesten ze hebben elkaar over en weer van kant gemaakt in de hoop op de troon te belanden commentaar op alles wat de revue passeert. Dit blijkt niet alleen een gouden vondst om de gaten in het overwegend episodische verhaal van de film mee te overbruggen, maar ook een zeldzaam vermakelijk ensemble op zich.
Een goed aangeklede cast is een van de sterke kanten van de film. Als de jonge protagonist Tristan doet de nieuwkomer Charlie Cox het uitmuntend. Hij beschikt over een charme die niet eens zozeer voortkomt uit zijn fysiek, maar eerder uit een onbevangenheid en oprecht plezier in een rol die ongetwijfeld erg veel concentratie vereiste. En daar valt dan voornamelijk een buitensporig gebruik van paardmennerij, zwaardvechterij en touwhangerij onder. Het centrale koppel is rond met de altijd fijne Claire Danes, die als gevallen ster letterlijk en figuurlijk straalt. De filmtitel zelf verwijst ook naar een Engelse betekenis van het woord, zoiets als sterrenmemorabilia. Er is geen pijn of moeite bespaard om een indrukwekkende ensemblecast van Hollywoodlegendes bij elkaar te brengen: Robert De Niro, Michelle Pfeiffer, Peter OToole: allen goed op hun plek en zelfs in de marge (OToole is hooguit drie minuten in beeld) indrukwekkend. Kortom: voor alleen de acteurs al is de film een genot om te zien.
Dat genot strekt zich echter over meerdere linies uit: het verhaal, gebaseerd op werk van Neil Gaiman en Charles Vess, is buitengewoon sterk, kent een hoog relativeringsgehalte en deelt venijnige steken uit naar vastgeroeste genreconventies. De interne logica is: alles mag, dus wordt zon beetje alles wat een fantasiewereld te bieden heeft uit de kast getrokken. Overdaad schaadt in het algemeen, maar voor Stardust draagt het alleen maar bij aan het kijkplezier. Omdat het bronmateriaal zon eigentijdse blik biedt op wat wij vandaag de dag onder amusement verstaan en voorgeschoteld krijgen, kan er tijdens elke scène, van een betoverd huis tot een spookachtig bos, met een frisse blik gekeken worden naar iets wat we eigenlijk al veel te vaak gezien hebben. Dat is bijzonder, en getuigt van de kwaliteiten van zowel het script als de visie van de getalenteerde Matthew Vaughn.
Stardust kan op talloze manieren gelezen worden, maar als allegorie voor de obsessie voor jeugdigheid in het huidige Hollywood klinkt de film het sterkst door. Pfeiffer, zelf een ongekende schoonheid van al ver in de veertig, neemt haar status als sekssymbool en rolmodel op de hak, maar ook De Niros onverwachte en voor een publieksfilm aardig gewaagde homoseksuele personage levert direct commentaar op alles wat Hollywood normaliter uitbuit of juist verzwijgt. Het is wellicht om deze reden dat de film ook niet echt is aangeslagen in Amerika. Het moeilijk op de markt te zetten concept van de film is in de uiteindelijke campagne nogal gladgestreken en in de trailers voor de film werd zelfs gesuggereerd dat het hier om een ordinair actiespektakel zou gaan! In Europa vindt Stardust hopelijk een wat opener publiek. Dat verdient het in ieder geval zeker.
Het gaat iets te ver om te zeggen dat de film een ware filmklassieker zal worden. Ondanks de lovende kritieken heeft de film het Amerikaanse publiek niet echt warm gemaakt en ondanks de originele insteek is de positie van de introspectieve fantasyfilm al ingenomen door Reiners Princess Bride. Deze topper uit de jaren tachtig is nog net ietsje beter, omdat hij een coherenter en daardoor toegankelijker verhaal te bieden had. Stardust vervult aan de andere kant wel een enorm positieve bijdrage aan de fantasymoeheid van de laatste jaren. Het inspiratieloze Chronicles of Narnia, het inmiddels zouteloze Harry Potteruniversum en het ronduit drakerige Eragon krijgen allemaal een opkalefater: dankzij Stardust is er nog hoop voor het genre! Er zijn echter donkere wolken op komst: het volgende deel van Narnia, The Seeker en misschien ook wel The Golden Compass. De wijze les die deze film in het bijzonder biedt is dat een fantasyfilm zichzelf niet te serieus moet nemen. En gezien het specifieke genre is dat niet eens zon heel onlogische gedachte.