Chicklit-fans en shopverslaafden van over de hele wereld keken er al maanden reikhalzend naar uit: de verfilming van Sophie Kinsellas Shopaholic-boeken. De Jerry Bruckheimerproductie Confessions of a Shopaholic voegt Kinsellas eerste twee boeken samen in één film en verplaatst het verhaal van Londen naar winkelwalhalla New York. Koopverslaving lijkt wellicht een wat misplaatst thema tijdens de huidige kredietcrisis, maar wees gerust: zoals het hoort in een all-American romcom leert de winkelgekke hoofdpersoon Becky gaandeweg dat liefde en eerlijkheid te verkiezen zijn boven een berg blinkende creditcards.
De jonge journaliste Becky Bloomwood verklaart in een van de eerste scènes van Confessions of a Shopaholic hartstochtelijk de liefde aan het winkelen. Een winkel neemt altijd de tijd voor je, behandelt je als een dame en ruikt onveranderlijk heerlijk - een man daarentegen kun je niet eens ruilen als hij je niet bevalt. En dan het onbeschrijflijke gevoel als je je creditcard door de gleuf haalt en je nieuwe waar krijgt overhandigd...Its mine! Its mine! roept Becky extatisch uit.
Het is een pakkende scène, die veel bezoekers een betrapt gevoel zal geven. Want ook al zullen weinigen op een feestje de lof van het plat consumentisme durven te zingen, het genot zal bijna niemand in de westerse wereld onbekend voorkomen. Of je je geld nu uitgeeft aan hippe handtassen of aan de nieuwste elektronische snufjes, retail therapy is een wijdverbreid fenomeen. Confessions of a Shopaholic weet die collectieve verslaving treffend te schetsen; tegelijkertijd laat de film het bioscooppubliek opgelucht ademhalen. Want gelukkig, op het doek zien we iemand die koopverslaafder, impulsiever en bankroeter is dan wij allemaal: Becky Bloomwood.
Het personage Becky is helaas te dik aangezet om met haar mee te voelen en weer net te weinig over de top om werkelijk absurdistisch te worden. En hoewel Beckys liefde voor winkelen dus overtuigt, is haar liefde voor haar hoofdredacteur Luke een stuk minder geloofwaardig. Het romantische gedeelte van de film weet eigenlijk geen seconde te boeien; Becky en Luke krijgen elkaar uiteindelijk na een bijzonder plichtmatige exercitie, inclusief een gemene maar kansloze concurrente van Becky en een handvol voorspelbare levenslessen. Lukes vertolker Hugh Dancy mag dan een even knappe als charmante Brit zijn, Luke zelf is een volkomen bloedeloos personage dat zijn grapjes opdreunt als een boer met kiespijn. Zijn tegenspeelster Isla Fisher, bij het grote publiek beter bekend als de vrouw van Sacha Baron Cohen, komt vooral over als een puber.
Het gros van de slapstickelementen in Confessions of a Shopaholic doet geforceerd aan, al zijn er ook voltreffers zoals de scène waarin Becky met een pump een creditkaart probeert los te bikken uit een blok ijs. Het zijn scènes als deze waarmee de film bij tijd en wijle de aandacht vasthoudt: momenten waarop het ongelijkwaardige huwelijk tussen consument en commercie wordt blootgelegd. Zo gaat Becky ook regelmatig in gesprek met de paspoppen in de winkels die haar toefluisteren: dít kledingstuk zal jouw wezen definiëren... Die scènes laten mooi zien hoe een koopverslaafde keer op keer hoopt een levensdoel aan te schaffen. Jammer genoeg heeft Confessions of a Shopaholic te weinig van zulke scènes om overeind te blijven.