Up
Recensie

Up (2009)

Pixars tiende is weer een feest van op hoog niveau uitgevoerde creativiteit.

in Recensies
Leestijd: 4 min 2 sec
Regie: Pete Docter | Cast (stemmen): Edward Asner (Carl Fredricksen), Jordan Nagai (Russell), Christopher Plummer (Charles Muntz), Bob Peterson (Dug/Alpha), Delroy Lindo (Beta), e.a. | Speelduur: 96 minuten | Jaar: 2009

In anderhalf decennium tijd heeft animatiestudio Pixar een aantal bijzondere dingen bewerkstelligd. Na als eerste een volledig computergeanimeerde speelfilm te hebben afgeleverd (Toy Story), werd bij iedere film die de studio daarna uitbracht de lat zowel technisch als inhoudelijk iets hoger gelegd, waardoor de concurrentie constant het nakijken had. Deze mooie huwelijken tussen visuele innovatie en goed geschreven verhalen zorgden keer op keer lovende kritieken en volle bioscopen, zodat zelfs de aloude animatietak van moederbedrijf Disney in succes voorbijgestreefd werd. Up is de tiende Pixarfilm en hoewel dit jubileumnummer geen mijlpaal is van het kaliber Finding Nemo of WALL·E, is het wel weer een prachtig staaltje Pixar-animatie met alle elementen die de vorige negen films ook zo goed maakten.

"Als het vuur gedoofd is dan komen de wolven," zongen Acda en De Munnik ooit. Daarmee werd bedoeld dat juist wanneer het vuur in een mens is gedoofd, de drang naar avontuur de kop opsteekt. Up gaat uit van hetzelfde gegeven, gepersonifieerd door de bejaarde Carl Fredrickson. Na het verlies van zijn geliefde vrouw weet deze oude brompot dat ook het eind van zijn leven nadert. Het huis waar hij en zijn vrouw altijd hebben gewoond, is nu het enige waar hij zich nog aan kan vastklampen. Als Carl na een onbenullig incident gedwongen wordt zijn intrek te nemen in een tehuis, onderneemt hij een laatste wanhoopsdaad. Door duizenden ballonnen aan zijn huis te binden, weet hij het de lucht in te krijgen en zet hij koers naar Paradise Falls, het exotische en avontuurlijke oord waar hij en zijn vrouw al hun hele leven naartoe wilden.

Echter, kilometers hoog in de lucht komt Carl erachter dat het hem niet gegund is in zijn eentje van zijn rust te genieten. Op zijn veranda ontdekt hij de achtjarige padvinder Russell, die per ongeluk is meegereisd. Deze even naïeve als doortastende jongeling weet eerst de vermoeide Carl nog een stukje vermoeider te maken, maar wanneer het tweetal eenmaal in Paradise Falls aankomt, hebben ze elkaar toch harder nodig dan verwacht. Wat blijkt? De jungle herbergt een zeldzame loopvogel, waar een jager met een leger pratende honden (echt waar) achteraan zit. Als helden tegen wil en dank moeten Carl en Russell aan de bak om het dier te redden en ondertussen het huis van Carl, dat steeds lager boven de grond begint te zweven, op de juiste plek te laten landen.

Al vanaf de opening is duidelijk dat Up een liefdevolle ode is aan avonturenfilms zoals die in de jaren dertig van de vorige eeuw werden gemaakt. Compleet met zeppelin, dubbeldekkervliegtuigen en megalomane schurk serveert de film een heerlijk escapistisch avontuur dat vrijwel constant boeiend en inventief blijf zonder zijn heil te zoeken in platgetreden paden of clichés. Dat de animaties niet zo vernieuwend zijn als de prachtig vormgegeven zeebodem van Finding Nemo of het Parijs van Ratatouille kan moeilijk als verwijt worden aangehaald, maar is vooral een teken dat je nu eenmaal niet iedere dag revolutionair bezig kunt. Want uiteraard zijn de beelden (Pixargetrouw) wel degelijk van een zeer hoog niveau, waardoor de jungle en loopvogel Kevin er net zo kleurrijk uitzien als de tros ballonnen aan Carls huis. Maar ook aan minuscule details is aandacht geschonken, getuige de baardstoppels die na enige dagen op Carls kin opduiken.

Het lijkt een goed jaar te zijn voor bejaarde filmpersonages. Na de heldenrol van 'angry old man' Clint Eastwood in Gran Torino eerder dit jaar, is het opnieuw verademend een knorrige grijsaard als Carl Fredricksen in de hoofdrol te zien. Dit herkenbare personage, dat in zijn lange leven nooit het avontuur heeft meegemaakt waar hij zo naar hunkerde, heeft het duidelijk gehad met de wereld en zijn vooruitgang en doet dan ook niet eens meer de moeite hier iets over te zeggen; wanneer Carl spreekt doet hij dat met gegrom en gekreun. Daarmee lijkt Up een variant van About Schmidt, wat toch wel een volwassenwording van Pixar genoemd mag worden. Uiteraard zal Carl door alle krankzinnige gebeurtenissen Russell uiteindelijk als een lieve opa in de armen sluiten. Het publiek is op dat moment natuurlijk al lang net zo veel van Carl gaan houden.

Het idee dat Pixar ooit nog eens een uitglijder gaat maken, wordt onwaarschijnlijker met ieder meesterwerkje dat de animatiestudio aflevert. Up is als tiende film niet zozeer een kroon op het werk maar wel een onomstotelijk bewijs dat Pixar op het gebied van computeranimatie bovenaan de voedselketen staat. Een enkele kritische noot mag geplaatst worden bij de scènes die halverwege de film soms wat richtingloos overkomen, maar de schitterende opening, de indrukwekkende animaties, de boeiende personages, de opwindende finale en de eerlijke emoties compenseren daarvoor in zeer ruime mate.