Hoe veel ellende kan een normaal mens verdragen? Het is de belangrijkste vraag die zich opdringt tijdens het kijken van het meesterlijke Precious, een film waarin de gelijknamige hoofdpersoon ongelofelijk veel ongeluk over zich heen krijgt. Het levert een van de meest intense en ongemakkelijke kijkervaringen van dit jaar op en zal menigeen na afloop verleiden tot de gedachte dat het leven dat je zelf leidt zo slecht nog niet is.
Gebaseerd op de roman Push van auteur Sapphire, geeft Precious een stem aan de zwarte onderklasse van de Amerikaanse samenleving, een groep waar we veel over horen en lezen, maar veel te weinig van zien. De film speelt zich af in de eind jaren tachtig in de New Yorkse wijk Harlem, waar Precious wordt geïntroduceerd. Ze is zestien jaar, lijdt aan ernstig overgewicht, wordt structureel misbruikt door haar vader die al twee kinderen bij haar verwekte en heeft een moeder die haar als een persoonlijke slaaf behandelt. Als de sociale dienst eens in de paar weken op bezoek komt om te kijken of ze nog wel recht heeft op een uitkering, gedraagt haar moeder zich als een modelburger. Zodra de ambtenaar echter de deur uit is, ploft ze neer op de bank om daar de rest van de dag niet meer uit te komen.
Als Precious wegens haar tweede zwangerschap van school wordt getrapt, komt ze bij toeval terecht in een alternatief schoolprogramma, waar de idealistische Ms. Rain zich over haar ontfermt. Ze leert lezen en schrijven en heeft het erg naar haar zin. Hoewel ze nog dagelijks met grote problemen te kampen heeft, ervaart ze voor het eerst dat er mensen zijn die om haar geven en die haar een mogelijkheid bieden te ontsnappen aan haar miserabele leven.
Hoewel het verhaal - een meisje uit een achterstandsmilieu probeert met hulp van school aan haar omgeving te ontsnappen - niet bijster origineel klinkt, drukt regisseur Lee Daniels toch zijn eigen stempel op de film. Hij legt vooral een opmerkelijke visuele bravoure aan de dag, die in dergelijke sociaal-realistische dramas nog niet vaak te zien was. Zo maakt hij gebruik van glamoureuze droomsequenties, waarin Precious fantaseert hoe haar leven eruit zou kunnen zien als ze beroemd zou zijn. Hoewel het gevaar bestaat dat dergelijke surrealistische terzijdes niet op hun plaats zijn in een realistische film als deze, vormen deze scènes juist een welkome afleiding van de (vele) grimmige momenten in de film. Ze laten zien dat Precious ook maar een gewoon zestienjarig meisje wil zijn, met dromen en ambities die bij die leeftijd horen. De voice-over in de film is dan ook uitstekend op zijn plaats.
De voornaamste reden dat de toeschouwer niet wordt murw gebeukt door de zware thematiek en blijft meeleven met de personages, is het uitstekende acteerwerk van de twee hoofdrolspeelsters. In haar eerste filmrol is Gabby Sidibe een ware ontdekking als Precious, maar het is de in Amerika als stand-up comedian bekende MoNique die de meeste indruk achterlaat als Precious moeder. Als een klomp vol jarenlang opgebouwde woede stormt de actrice door de film heen, een spoor van verwoesting achterlatend. De confrontaties tussen moeder en dochter doen meer dan eens pijn om naar te kijken, zo hard gaat het eraan toe. Het moet wel heel vreemd lopen wil MoNique volgend jaar naast de Oscar grijpen.
Hoewel de film zich met name bezighoudt met het verhaal van Precious, is het onderliggende thema nog veel belangrijker en relevanter. Daniels hekelt met dit verhaal namelijk op zeer directe wijze een deel van de Afro-Amerikaanse gemeenschap in de Verenigde Staten. Door een rechte lijn te trekken van de kwalijke houding van de ouders naar de levensomstandigheden van hun kinderen, komt de film over als een beschuldiging aan het adres van deze groep. Dat is Daniels op heftige kritiek vanuit de gemeenschap komen te staan (hij zou de situatie overdrijven), maar het feit dat de film overal wordt aangeprezen door Oprah Winfrey en Tyler Perry en in Amerika aanleiding tot hevig debat heeft gegeven, maakt wel duidelijk dat Precious een film is die je gezien moet hebben. Hoe ongemakkelijk dat soms ook kan zijn.