Ach en wee. Alweer een vampierfilm in de bioscoop. Ideeënarmoede ten top daar in Amerika. Tenminste, dat dacht ik voordat ik Daybreakers zag. Maar eigenlijk is deze prent best wel tof en origineel. Er is weinig zo leuk als lage verwachtingen die naar boven bijgesteld moeten worden.
De film van de Australische broertjes Michael en Peter Spierig is evenals hun debuut Undead uit 2003 een combinatie van horror en scifi. Het is 2019 en de wereldpopulatie is op een handjevol mensen na al enige tijd veranderd in vampiers. Doorgaans richt een postapocalyptisch concept als dit zich op de overlevenden in de strijd tegen de monsters. Als het even kan redden ze de aarde ook nog. Maar dit is geen postapocalyptische film. Sterker nog: de focus ligt op de vampiers in plaats van de mensen.
Omdat het thema op groot en maatschappelijk niveau behandeld wordt, is dat op zijn minst origineel. Maar dat brengt ook consequenties met zich mee, want hoe heeft de wereld zich bijvoorbeeld aangepast sinds iedereen tot vampier is getransformeerd? Het dagelijks leven werd vanzelfsprekend het nachtelijk leven, maar verder lijkt alles hetzelfde. Het leven gaat door, ook na de dood. Auto's zijn zonwerend en tunnelsystemen zorgen ervoor dat ook overdag gereisd kan worden. De gebroeders Spierig hebben de sciencefiction knap en realistisch uitgedacht.
Ook de horrorkant is uitmuntend uitgewerkt. De fysieke dreiging in Daybreakers is afkomstig van wezens die meer vleermuis lijken dan mens. Niet iedereen kan nog bloed betalen en door het gebrek aan voeding glijden steeds meer vampiers af tot vleermuisachtige nosferatu, beestachtige varianten van de vampier die elk levend of ondood wezen als hun prooi zien. Vanwege een bloedtekort staat de kersverse vampiermaatschappij alweer aan het randje van de afgrond nu iedereen dreigt te verhongeren. De laatste paar mensen op aarde worden als koeien gemolken en degenen die nog op vrije voeten lopen worden opgejaagd als wild.
De kracht van Daybreakers schuilt hem in de genrekennis van de regisseurs. In hun debuut lieten ze dat ook al zien toen ze een zombieplaag aan een alieninvasie koppelden. Toch, waar die film uiteindelijk niet meer dan een kinderlijke parodie werd, heeft deze prent een veel volwassener uitstraling. De make-upeffecten zijn afschrikwekkend en door de smerigheid onderscheidt de film zich van de braafheid van Hollywood. Verwacht veel bloed en ledematen. Het uiterlijk van de film doet vervolgens noir aan: de kostuums in de film herinneren aan de jaren vijftig, de nacht in de stad is regenachtig en de toon is grimmig. De blauwe filter maakt het plaatje compleet. In de buitenscènes, die vaak overdag afspelen, is het kleurgebruik daarentegen opvallend licht en zonnig. Dat contrast met de nachtelijke scènes onderstreept dat de focus op de vampiers ligt in plaats van de mensheid, ook al bestaat een groot deel van de rolverdeling uit menselijke personages. De kijker is bijna zelf geneigd om zonlicht te schuwen.
Helaas blijven de regisseurs, na deze lofuiting over sfeer en het doorbreken van genreconventies, op andere punten in gebreke. Zo is de film veel te plotgedreven. Ethan Hawke speelt een vampier die medelijden krijgt met de mensheid. Hij gaat op zoek naar een voedingalternatief voor zijn soortgenoten. Het scheelt dat hij hematoloog is bij de grootste bloedleverancier ter wereld, maar die positie levert voorspelbare intriges op. Bij de zoektocht krijgt hij hulp van Willem Dafoe die als acteur briljante momenten heeft. Het script, dat door de broers zelf werd geschreven, geeft hem daar echter maar weinig kans toe. Zijn dialoog bestaat voor een groot deel uit platte oneliners.
Ten slotte wordt er naast horror, scifi en film noir ook nog een boel actie in de mix gegooid, waardoor Daybreakers ietwat vol wordt in de relatief korte speelduur. Net als in het debuut van de broers blijken de genres uiteindelijk moeilijk verenigbaar, ook al voelen ze de afzonderlijke genres feilloos aan. Dat ligt niet zozeer aan de verschillende filmcategorieën op zich, maar aan de filmmakers zelf. Ze zijn welwillend in hun ode aan verschillende stijlen, maar het ontbreekt ze aan visie om met een goed scenario boven de massa uit te stijgen.
Daarom kan deze film aangemerkt worden als een gemiddelde Hollywoodkraker met veel potentie die met een waardig script volledig waargemaakt had kunnen worden. Het zou dan ook interessant zijn om te zien waartoe de broers in staat zijn als ze andermans script verfilmen en zich volledig op het samenvoegen van genres toeleggen. Ze hebben immers potentie.