De financiële crisis is inmiddels drie jaar aan de gang, maar eigenlijk weten de meeste mensen nog steeds niet waar deze magere tijden aan te danken zijn. Eerder probeerde Charles Ferguson met zijn Oscarwinnende documentaire Inside Job de situatie en hoe die heeft kunnen ontstaan op een rijtje te zetten. Inmiddels zijn we kennelijk klaar om de oorzaken van de crisis ook op fictieve manier op het doek te herbeleven. In Margin Call probeert debuterend regisseur J.C. Chandor op eerlijke wijze te kijken naar die kleine groep mensen op Wall Street, die de economie om zeep wisten te helpen.
Margin Call speelt zich af in 2008 en volgt 24 uur lang het reilen en zeilen binnen een grote investeringsbank. Er zijn wat geluiden over een aankomende crisis, maar niemand staat er op dat moment echt bij stil. Op Wall Street valt nog steeds een hoop geld te verdienen. Bij de investeringsbank in kwestie (losjes gebaseerd op de Lehman Brothers) worden al maanden riskante investeringspakketten verkocht aan cliënten. De jonge werknemer Peter Sullivan ontdekt bij toeval dat de kostenberekeningen van zijn bedrijf niet kloppen en dat de verliezen van de aangeboden pakketten groter zijn dan de winst. Omdat er geen onderpand meer is om de kosten te dekken, kan de bom elk moment barsten. Sullivan trommelt zijn leidinggevenden op en wanneer die bevestigen dat zijn berekeningen kloppen, komen ze tot de conclusie dat het bijna game over is voor het bedrijf. Een noodplan wordt opgesteld. Ze moeten alles op alles zetten om de eerste drie uur van de volgende werkdag alle pakketten kwijt te raken voor ze niks meer waard zijn, om zo hun eigen schaapjes op het droge te hebben. Ze beseffen allemaal dat deze actie een domino-effect zal hebben op de markt, met een financiële crisis als gevolg. Sommige werknemers vinden het moeilijk om dit goed te praten, anderen zien het als collateral damage.
InMargin Call wordt er een hoop uitgelegd over de werking van Wall Street. De taal is zeker in het begin nogal technisch. Daar moet je als kijker niet teveel bij stilstaan, want hoe het allemaal zit wordt steeds duidelijker naarmate het etmaal vordert. Dat de film ondanks het niet al te spannende verhaal boeiend blijft, komt door de topcast. Het is ongelofelijk dat debuterend scriptschrijver en regisseur Chandor zoveel talent bijeen wist te krijgen voor deze film. Spacey is geweldig als wanhopige leidinggevende, die misschien meer morele waarden heeft dan sommige collega's, maar geen nee kan zeggen tegen het geld en Jeremy Irons is fantastisch als de baas van het bedrijf, die de moeilijke knopen zonder enige problemen doorhakt. Een crisis is er namelijk al vaker geweest, zo redeneert hij. Hier komt de markt vast ook weer van terug. Ook de andere acteurs leveren goed werk. Vooral Simon Baker valt daarbij op. Baker is bekend van de tv-serie The Mentalist, maar laat met zijn rol van kille zakenman zien dat hij zelfs tegenover grote namen uit de filmwereld zijn mannetje kan staan.
Wat de boodschap van Margin Call is, blijft een beetje onduidelijk. De mensen die de crisis veroorzaakt hebben, worden niet gedemoniseerd, maar komen ook niet erg sympathiek over. De bonussen van de hoge pieten komen vaak aan de orde. Ze worden uitgedeeld alsof het Sinterklaas is. Maar zoals een van de karakters zegt, houd je na belastingen nog maar een fractie van het bedrag over. Aan de andere kant is die 'fractie' nog steeds vele tonnen meer dan de gemiddelde Amerikaan op jaarbasis verdient. Het is dus maar net van welke kant je het bekijkt. Margin Call is een interessante film die je zeker meer bijbrengt over de crisis, de mensen die haar hebben veroorzaakt en de scheve verdeling in de wereld. Geen makkelijke kost, maar wel een aanrader.