De Franstalige Canadese cinema, die zich hoofdzakelijk rondom Québec concentreert, geniet wereldwijd een steeds grotere bekendheid en aanzien. Vooral de nieuwe generatie Canadese filmmakers zoals Denis Villeneuve en Xavier Dolan doen het erg goed bij ons in Europa. Een andere vertegenwoordiger, regisseur Jean-Marc Vallée, maakte een verpletterende indruk met het coming-of-ageverhaal C.R.A.Z.Y. waarin we de jonge Zac (de z uit de titel) in de jaren zestig en zeventig volgen te midden van zijn vier broers en zijn conservatieve vader. In Vallées lichtkomische gezinsdrama was een belangrijke rol weggelegd voor de muziek uit de verbeelde tijd. Dit is wederom het geval in zijn nieuwste, Café de Flore, waarin we uitgedaagd worden de samenhang tussen twee totaal verschillende verhaallijnen te ontdekken.
De titel verwijst namelijk naar een muziekstuk van Matthew Herbert dat tot de favoriete muziek van Antoine, een succesvolle dj uit Montreal, behoort. Het is in vele vormen en uitvoeringen op de soundtrack van Vallées gecompliceerde drama vertegenwoordigd. Antoine reist voor zijn werk de hele planeet over en is gescheiden van zijn eerste vrouw. Zijn twee bloedjes van dochters willen zijn nieuwe vriendin Rose maar moeilijk accepteren. Antoines ouders staan niet achter de nieuwe partnerkeuze van hun zoon en zijn ex Carole heeft grote moeite om hun breuk te accepteren. Hier tegenover staat het verhaal van Jacqueline, een alleenstaande moeder in het Parijs van de jaren zestig. Haar jonge zoon Laurent lijdt aan het downsyndroom en is helemaal hotel de botel als hij met leeftijdsgenootje Véro in aanraking komt. Het jochie is niet meer bij zijn nieuwste vriendinnetje weg te slaan, maar zijn moeder is minder blij met het contact. Het moederschap valt Jacqueline zwaar en drijft haar tot wanhoop.
Vallée schotelt ons twee zeer uiteenlopende verhalen voor, die hun eigen emotionele dynamiek hebben en ogenschijnlijk geen enkel raakvlak met elkaar hebben. Hij switcht tussen beide op willekeurige momenten, soms zelfs na of binnen een enkel shot, en genereert hiermee een ongewone en uiterst intrigerende dynamiek. Deze aanpak is tevens een uitnodiging om de overeenkomsten tussen de alleenstaande Franse moeder (gespeeld door Vanessa Paradis) en de populaire Canadese dj (het acteerdebuut van muzikant Kevin Parent) te zoeken. Het lijkt een onmogelijke opgave die korte metten maakt met de menselijke neiging om verbanden en parallellen te willen leggen. Ook al lijkt Vallées beeldenstroom soms volstrekt onzinnig, het effect ervan wordt gaandeweg duidelijk.
Zo toont de regisseur ons bijvoorbeeld ook regelmatig Antoine en Caroline in hun tienerjaren toen hun hechte relatie tot stand kwam. Middenin shots veranderen de dj en zijn ex even kort in hun jeugdige equivalenten. Hun jeugdige onschuld zijn ze, zelfs nu ze zich met volwassen zaken bezig moeten houden, nooit helemaal kwijt geraakt. Het is illustratief voor Vallées aanpak. Personages en gebeurtenissen worden niet in hapklare brokken opgediend, maar krijgen duiding door de omstandigheden die hen omgeven. Carole is het personage dat het dichtst bij haar gevoelens komt, maar daarvoor het hardst wordt afgestraft. Toch is zij gedegradeerd tot bijfiguur, waarschijnlijk omdat te uitgesproken emoties voor Vallée te weinig perspectief en uitdaging bieden.
De opening verwoordt het al treffend. Antoine beseft volledig hoe gelukkig hij is. De gehandicapte Laurent beseft niet hoe ongelukkig hij is. De vraag is wat de grootste zegen is. Maar dit contrast is te abstract om Café de Flore samenhang en richting te geven. Er moet uiteindelijk een helderziende aan te pas komen om de twee verhaallijnen met elkaar te verzoenen, wat toch een plotmatig zwaktebod is. Vergeleken met C.R.A.Z.Y. is Café de Flore ongrijpbaar en vooral in het begin afstandelijk en vervreemdend. Het heeft een gedurfde opzet en een dromerige sfeer, maar verkiest desondanks niet de vorm boven de inhoud. Eigenlijk is het zonde dat Vallée ons de oplossing voor zijn puzzel zo gemakkelijk aandraagt, hoe vergezocht het allemaal ook is. Wel leidt dit ertoe dat je met nieuwe kennis nog een tweede kijkervaring kan opdoen.
Café de Flore is een complex en episch drama dat wars is van alle conventies. Het demonstreert wederom Vallées talent om beeld, setting en muziek met elkaar te versmelten tot een meeslepende ervaring. De stemmige soundtrack wordt gevuld door artiesten als het IJslandse Sigur Rós en Pink Floyd. Het laat de ontzaglijke ontwikkeling zien van een veelzijdig filmregisseur, die hiervoor nog tekende voor de rechtlijnige regie van de Engelstalige koningsbiopic The Young Victoria. Het is echter geen gemakkelijke ervaring die je relaxed achterover leunend over je heen kan laten komen. Net als het leven en de liefde zelf dus.