De Van Waveren Tapes
Recensie

De Van Waveren Tapes (2012)

Een fascinerend document van een complexe persoonlijkheid, opgebouwd uit geluidstapes. De fantasie van de filmmaker gaat ermee aan de haal, wat niet altijd gelukkig uitpakt.

in Recensies
Leestijd: 3 min 6 sec
Regie: Wim van der Aar | Cast: Guido van Waveren, e.a. | Speelduur: 87 minuten | Jaar: 2012

Hij filmde reclamespotjes voor een automerk, een telefoonaanbieder, een opticien, een supermarktketen en een bank, maar de grootste liefde van de in 1964 geboren Wim van der Aar is het verzamelen van beeld- en geluidopnames. In twee decennia heeft Van der Aar een collectie opgebouwd van ruim vijfduizend opnames die hij overal en nergens opscharrelde. Deze liefhebberij resulteerde in 1996 in het oprichten van SUPERM8, een platform voor found footage, home movies en amateurfilms. Ondanks zijn omvangrijke cv als reclamefilmer geldt [/i]De Van Waveren Tapes[/i] als zijn bioscoopdebuut. Het is een imposante, fragmentarische karakterschets van een man die niemand echt kende, onder wie hijzelf.

Op het Amsterdamse Waterlooplein vond Van der Aar halverwege de jaren negentig een tas vol met geluidsopnames van ene Guido van Waveren. De banden bestaan uit opnames van telefoongesprekken die Van Waveren in de jaren zeventig voerde met officiële instanties, zijn beste vriendin Nel, zijn moeder, maar ook enkel een monoloog tot zichzelf gericht. Van Waveren, zo blijkt uit onderzoek van Van der Aar, heeft slechts vier jaar lagere school gevolgd en ging op zijn vijfentwintigste zonder werk op zichzelf wonen in de Pijp, terend op de zak van zijn moeder. Langzaam ontvouwt zich een beeld van een gekweld man afkomstig uit een welgestelde familie. Hij heeft narcistische persoonlijkheidskenmerken - wat wel blijkt uit het tapen van zijn eigen gesprekken - en onderhield een moeizame, verwijtende relatie met zijn moeder.

Het is een bewonderenswaardige prestatie hoe Van der Aar na slechtst een aantal geluidsfragmenten je in de bizarre belevingswereld van zijn hoofdpersoon weet te zuigen. Het begint allemaal met een klacht over een gesloten fietsenstalling rond de jaarwisseling, maar het mondt al snel uit in het uitleggen van de stukjes van een legpuzzel van een getroebleerde geest. De filmmaker, die het midden tussen documentaire en fictie probeert op te zoeken, presenteert niet enkel de geluidsopnames die gedurende heel wat jaren gemaakt zijn. Het is de persoonlijke fascinatie van de filmmaker met de complexe persoonlijkheid die hem heeft doen spitten in het verleden en de achtergrond van Van Waveren. Het leidt Van der Aar zelfs naar Nel die nog steeds in leven is en die als enige nog over haar vriend Guido van Waveren kan vertellen.

Het euvel bij veel documentaires die om het gesproken woord draaien is dat er een gebrek aan ondersteunend beeldmateriaal is. Dit is dan ook het grootste risico van deze karakterstudie. Het filmen van de omgeving waar Van Waveren over praat of zich ten tijde van de telefoongesprekken bevond, snijdt nog wel hout. Maar Van der Aar gaat al snel de boel op associatieve wijze zelf invullen. Het gevolg is dat er al dan niet opzettelijk een grote discrepantie tussen beeld en geluid ontstaat. De gesprekken met Nel worden visueel omlijst met beelden van een wulpse dame in haar ochtendjas en soms zelfs geheel in Evakostuum. Van der Aar bouwde daarnaast het kleine appartement in de Pijp naar eigen inzicht na en gooit en er een slowmotioncamera overheen.

Het is een gewaagd experiment dat dikwijls averechts uitpakt. Het onvermijdelijke gevolg is namelijk dat je door de beelden niet meer goed naar de gesprekken luistert en dat door indringende, dromerige beelden de gesprekken niet meer echt doordringen. Waar Van der Aar erin slaagt om de psychologie van Van Waveren beter te doorgronden en uit te pluizen dan Van Waveren zelf, loopt het in elkaar passen van de puzzelstukjes op het visuele vlak spaak. De Van Waveren Tapes zou nog het best tot zijn recht komen als hoorspel op de radio. Ondanks de disassociatieve beelden is Van der Aars debuut uitermate intrigerend. Daar zorgt de enigszins zelfingenomen Guido van Waveren postuum wel voor.