Het Faustverhaal is een pilaar van de westerse literatuur. Het verhaal van een man die zijn ziel aan de duivel verkoopt, bestond al geruime tijd als volksvertelling, maar kreeg een definitieve vorm toen Goethe het begin negentiende eeuw aanwendde voor zijn magnum opus. De invloed die het verhaal sindsdien heeft gehad op de westerse literatuur is niet te onderschatten en reikt van The Picture of Dorian Gray tot Ghost Rider. In dat licht is het opvallend dat dit verhaal in zijn basisvorm niet erg veel verfilmingen heeft gehad. Een reden daarvoor kan worden gevonden in het gegeven dat de verfilming van F.W. Murnau uit 1926 te boek staat als een klassieker en een van de vaandeldragers van de Duitse expressionistische film. Het vergt veel moed om te tornen aan een film met een dergelijke status. Gelukkig is de van Russian Ark bekende Alexander Sokurov niet bang uitgevallen.
Sokurov maakte de afgelopen jaren films over Hitler, Lenin en Hirohito en beschouwt Faust als een vierde deel in een tetralogie. Dat klinkt als een ietwat vergezochte marketingtruc en het is dan ook aan de ervaren kijker de verbanden tussen de films te vinden, maar vooralsnog is Faust gewoon een op zichzelf staande film. Sokurov werd er op het filmfestival van Venetië voor beloond met de Gouden Leeuw en het is niet moeilijk te zien waarom: Faust is een puur auteursproduct dat bij een bepaalde groep kijkers ongetwijfeld erg in de smaak zal vallen. Het valt echter niet uit te sluiten dat de film bij een even grote groep mensen het bloed onder de nagels vandaan zal halen. Niet alleen vanwege de absurdistische toon en zwartgallige humor, maar vooral om de vele technische tekortkomingen die Sokurov zich permitteert.
Dat spreekt van een opvallend contrast, want Faust is op technisch vlak in veel gevallen overweldigend mooi. De prachtige sets, rijke aankleding en het constante spel van licht en donker laten elk shot eruit zien als een schilderij. Dat compliment mag in dit geval letterlijk worden opgevat, aangezien Sokurov gebruik maakt van de sepiabruine tint die de schilderijen uit die tijd kenmerken. Vooral interessant is het gebruik van vierkante beelden, maar daarin openbaart zich de eerste misser. Sommige shots zijn namelijk gefilmd in breedbeeldratio maar achteraf tot een vierkant gecomprimeerd. De verminkte beeldverhoudingen die dat oplevert, duiken constant op en bezorgen de kijker niet bepaald een prettige kijkervaring.
Op het gebied van geluid gaat de film helaas ook stevig onderuit. De dialogen zijn namelijk nagesynchroniseerd en het lijkt er niet op alsof men daarvoor al te veel moeite heeft gedaan, waardoor ze erg lastig te volgen zijn. Dat zou nog te vergeven zijn als dit had bijgedragen aan het vervreemdende effect dat de film probeert te bewerkstelligen, maar helaas vindt Sokurov het blijkbaar nodig de gedachten van hoofdpersoon door middel van een voice-over kenbaar maken. Hierdoor is het soms compleet onduidelijk of er sprake is van voice-over of gewoon slecht nagesynchroniseerde dialoog. Tel daarbij op dat de dialogen in veel gevallen ontzettend gekunsteld zijn en je kunt er vergif op innemen dat het gros ervan aan de kijker voorbij zal schieten. Spijtig, want vooral het eerste anderhalf uur is het nauwelijks een moment stil, waardoor de krachtige beelden behoorlijk overschreeuwd worden.
Het voornaamste verwijt aan Sokurov is dat hij geen behoorlijke balans heeft kunnen vinden. De man wendt alle middelen aan, maar schiet daarmee zijn doel voorbij; de volle frames, de Dutch angles, de grote dosis absurdisme en de lastig te volgen dialogen zorgen vooral voor een uitputtende kijkervaring. Als na bijna twee uur eindelijk het fameuze contract tevoorschijn komt, breekt daarmee een redelijk interessant slotstuk aan, maar qua toon wijkt dit deel dusdanig af van de vermoeide eerste twee akten dat de kijker er mogelijk zachtjes bij weg zal doezelen. Neemt niet weg dat Faust waarschijnlijk de enige film is dit jaar die het alleen al om zijn curiositeitswaarde verdient gezien te worden. Memorabele momenten zijn er in ieder geval genoeg. Spijtig alleen dat de deze allemaal worden verdronken in een lang uitgesponnen brij van absurditeiten.