De plek waar je wieg ooit stond is in grote mate bepalend voor het leven dat je vervolgens leidt. Maar hoe was je leven gelopen als je ergens anders geboren zou zijn of als je ouders een andere keuze hadden gemaakt? Deze vraag houdt de Nederlandse filmmaker Karim Alexander Pitstra, kortweg Alex, bezig. Hij was een kwart eeuw oud en woonde al die tijd in Nederland toen zijn Tunesische vader contact met hem opnam. Pitstra, inmiddels een dertiger, reisde op uitnodiging van zijn vader af naar hoofdstad Tunis en maakte daar kennis met een enorme, voor hem altijd verborgen familie. Een groot deel van hen wordt ingezet in Pitstra's regiedebuut Die Welt, een intrigerend jeugdportret dat het midden houdt tussen fictie en documentaire.
Zijn vader omschrijft het vrije, rijke en liberale Europa waar zoveel Tunesiërs ook na de revolutie nog naar verlangen als 'Die Welt'. Dat is waar de toekomst, mogelijkheden, maar ook ontelbare uitdagingen voor de jonge Tunesiër liggen. Pitstra heeft zichzelf gefictionaliseerd als de jonge twintiger Abdallah die werkt in een obscuur zaakje waar klanten dvds kunnen laten branden. Net als veel van zijn generatiegenoten probeert hij wat van het leven te maken, maar het grote geluk lijkt toch in Europa te liggen. Hij droomt heimelijk van een heerlijk burgerlijk leventje in bijvoorbeeld de Hollandse polder als hij in contact komt met een Nederlandse toeriste. Maar er woedt bij Abdallah zoals bij veel Tunesiërs een innerlijke tweestrijd, want er gaan ook heel wat bedenkingen uit naar het vrijgevochten westen.
Die Welt is opgebouwd uit een aantal hoofdstukken waarmee Pitstra ons door het leven van Abdallah leidt. Met titels als 'Imperialisme', 'Casanovas' en 'Revolutie' lijkt de filmmaker duidelijke thema's te willen onderscheiden terwijl deze feitelijk in elkaar overlopen. De hoofdstukken bieden slechts een leidraad voor de gesprekken die de Tunesiërs met elkaar voeren en de ontmoetingen die ze hebben. Zo is de openingsmonoloog uitermate onderhoudend. Abdallah zet tegenover een klant die vraagt om Transformers 2 uiteen hoe imperialistisch en vooral eenzijdig de Amerikaanse cinema kan zijn. De Arabieren komen er vanaf als watjes wier oorlogstuig het niet lang uithoudt. Het is illustratief voor de visie van veel Noord-Afrikanen die zich in een morele spagaat bevinden. Enerzijds lokt de vrijheid van het Westen, terwijl deze tegelijkertijd verderfelijke ideeën voortbrengt. Pitstra presenteert het gezichtspunt met veel humor en relativering en voorkomt hiermee dat er een heel belerend statement mee wordt gemaakt. Het is een verademing dat religie er grotendeels buiten gelaten wordt. Dat standpunt kennen we zo onderhand wel.
De gevatte toon van de opening wordt door Pitstra niet consistent aangehouden, wat de vaart er soms flink uithaalt. Dit wordt dan weer gecompenseerd door dynamisch camerawerk als Abdallah door de straten van Tunis zwerft. Uit Die Welt spreekt een intrinsiek verlangen naar een betere toekomst en de hoop dat deze door eigen toedoen ook bereikt kan worden. Tunesië mag dan wel vrij zijn, het wordt nog steeds geteisterd door armoede en werkloosheid. De Nederlander wordt bovendien in de vorm van twee toeristen scherp geobserveerd. Als de Hollandse dames worden uitgenodigd voor de bruiloft van het nichtje van Abdallah, worden ze door de kokende vrouwen van zijn familie uitgebreid van commentaar voorzien. Alex Pitstra houdt zichzelf in feite twee spiegels voor: een Tunesische en een Hollandse. Het heeft geresulteerd in een openhartig en vrijmoedig generatiedocument dat alleen nog wel wat meer stelling had mogen nemen.