Blue Ruin
Recensie

Blue Ruin (2013)

Het is oog om oog in deze wraakfilm die doet denken aan de gebroeders Coen en Alex van Warmerdam: uitgebeend, sinister én om je rot te lachen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 48 sec
Regie: Jeremy Saulnier | Cast: Macon Blair (Dwight), Amy Hargreaves (Sam), Devin Ratray (Ben Gaffney), Kevin Kolack (Teddy Cleland), David W. Thompson (William), e.a. | Speelduur: 96 minuten | Jaar: 2013

Dwight woont in zijn auto. Voor voedsel is hij aangewezen op vuilnis van de kermis, douchen doet hij in huizen van families op vakantie. Contact met anderen heeft de verschoppeling niet. De lethargie maakt in een klap plaats voor actie als hij verneemt dat Wade Cleland vrijkomt uit de gevangenis. Zinnend op wraak zet Dwight koers richting Virginia, waar hem jaren terug iets verschrikkelijks is overkomen.

Zoals de dakloze antiheld uit Blue Ruin beperkte middelen heeft om zijn wraakactie uit te voeren - geen geld, geen wapen, geen medestanders, geen ervaring -, zo moest ook regisseur Jeremy Saulnier het met weinig stellen. Al vanaf zijn negende wist de Amerikaan dat hij regisseur wilde worden maar hij schopte het in Hollywood niet verder dan maker van bedrijfs- en reclamefilms. De droom van een carrière in de cinema bleef en hij maakte in 2007 op eigen kosten Murder Party. Het bracht hem niet waar hij wilde zijn en daarom gaf hij zichzelf nog een allerlaatste kans. Om zo min mogelijk risico te lopen besloot Saulnier een genrefilm te maken. Hij nam niet alleen de rol van scenarist en regisseur op zich, maar ook die van cameraman. Voor de hoofdrol vroeg hij jeugdvriend Macon Blair en opnieuw boorde hij al zijn spaargeld aan. Het was erop of eronder.

Het is 'm gelukt. Zo inventief als de hoofdpersoon moet zijn, zo vindingrijk blijkt ook zijn geestelijk vader. De regisseur weet met weinig veel te bereiken. Blue Ruin is een meeslepende en opwindende wraakfilm. Ongepolijst en grimmig, maar wel minutieus opgezet. Het thrillerdrama opent sterk en weet de spanning vast te houden. De film intrigeert vanaf de zeer mooi geschoten openingsbeelden. Antiheld Dwight hebben we dan al in ons hart gesloten. Een film over een outlaw die niets te verliezen heeft, gemaakt door een underdog die er alles voor op het spel zet. Dat is nog eens een kwestie van noodzaak.

Saulnier weet de gebeurtenissen voorafgaand aan het zwerversbestaan uit de doeken te doen zonder flashbacks of uitleggerige dialoog. Bovendien is hij karig met duiding en neemt hij juist uitgebreid de tijd voor dingen die we vaker niet dan wel afgehandeld zien: The A-Team-achtige huisvlijt als het op wapens aankomt, onvoorziene lullige details en ook het zich herhalende wachten. Het draagt bij aan de suspense en geeft de film tegelijkertijd lucht door de slapstickachtige humor, om zo tot een perfecte mix van genrethriller en melancholische arthouse te komen. Blue Ruin heeft dreiging én kalmte.

Stakkers die het tegen de klippen op moeten opnemen tegen meedogenloze boerenpummels: niet alleen in stijl maar ook in thematiek echoot de film meer dan eens de nalatenschap van de gebroeders Coen. Ook Alex van Warmerdam is nooit ver weg. De bovenmatige interesse voor de pijl als wapen is niet de enige overeenkomst tussen Saulnier en Van Warmerdam . Blue Ruin is net zo sinister en uitgebeend als het werk van de Nederlander, en net zo doordrenkt van noodlottigheid, zwarte humor en absurdisme. En laten beiden nu hun entree hebben gemaakt op het filmfestival van Cannes afgelopen jaar. Zowel Van Warmerdams Borgman als Blue Ruin werden geselecteerd. Nu die laatste er de FIPRESCI-prijs mocht ontvangen, lijkt niets die geambieerde filmcarrière nog in de weg te staan.