Jessie zou een mooie toekomst tegemoet gaan, maar dat loopt anders in de openingsscène van Jessabelle. Wanneer ze vertrekt om in een nieuw huis een gezin te stichten, raakt ze betrokken bij een zwaar auto-ongeluk waarbij haar vriend en haar ongeboren baby sterven. Om te revalideren trekt de twintiger bij haar vader in, die ze al van kleins af aan niet meer gezien heeft. Daar aangekomen blijkt al snel dat het er niet pluis is.
En zo start de zoveelste horror in korte tijd die we eigenlijk zo snel mogelijk weer willen vergeten. Deze keer is het niet alleen het gebrek aan spanning en originaliteit dat de film nekt, zoals bijvoorbeeld in het recente Ouija, maar ook de storend warrige manier van vertellen. De poging van regisseur Kevin Greutert (die verantwoordelijk mag worden gehouden voor de laatste twee Saw)-films) om een mysterieuze sfeer op te roepen, komt neer op het voeren van kleine stukjes informatie die een voor een de logica tarten.
Omdat Jessie aan een rolstoel is gekluisterd, verblijft ze in de enige slaapkamer op de begane grond: die van haar overleden moeder. De eerste nacht zit er al meteen een spook in de schommelstoel naast haar bed, maar dan moet de echte ellende nog beginnen. Onder het bed vindt Jessie een stapel oude videobanden die haar moeder maakte kort voordat ze stierf, als een aandenken voor haar dochter. Jessie had de videos eigenlijk op haar achttiende verjaardag moeten bekijken, maar beter laat dan nooit.
Ze krijgt echter al snel spijt wanneer haar moeder op de video een stapel tarotkaarten pakt om Jessies toekomst te voorspellen. Angstig kijkt ze de camera in: I see a very horrible death! Leuk om zon videoband achter te laten voor je kind. Iedere normale moeder had waarschijnlijk helemaal niets gezegd of op zijn minst het materiaal na afloop gewist, maar dit mens vond het blijkbaar een goed idee om postuum haar kind de stuipen op het lijf te jagen. En dat werkt, want de geestverschijningen worden steeds akeliger en agressiever.
Natuurlijk levert dat een handjevol schrikmomenten op, die tot op zekere hoogte nog wel werken ook. Maar Greutert had zich beter kunnen bekommeren om de interne logica van zijn verhaal. In de laatste minuten moeten de ontelbare losse eindjes wanhopig aan elkaar worden geknoopt om de warboel enigszins te laten kloppen. De hoofdpersoon realiseert zich opeens hoe alles in elkaar steekt en zegt dat dan ook hardop, zodat de kijker het ook snapt. Deels dan, want wie na afloop nog de moeite neemt om het hele verhaal op een rijtje te zetten, tuimelt nog steeds over de plotgaten.
Zo is Jessabelle dan ook niet bedoeld. Anderhalf uur griezelen en dan maken dat je wegkomt, is het devies van Greutert. Dat tweede blijkt geen enkel probleem.