Sinds de geboorte van cinema was de mythe van de weerwolf een gewild onderwerp. In 1913 maakte Henry MacRae al de korte film The Werewolf, waarmee de lycantropen definitief de bioscoopwereld hadden ingepalmd. De nieuwste in het rijtje, maar zeker niet de beste, komt uit Noorwegen en heet Vikingulven, wat ongeveer Viking Wolf betekent.
We beginnen met de legende van de Noorse hellehond. In 1050 plunderen een stel Vikingen een Normandisch dorpje. Als ze op een kerkje botsen, smeken de monniken hun belagers om een deur van een geheime ruimte niet te openen. De ongelikte beren trokken zich niks aan van de smeekbede, vinden een dier en nemen het mee naar Noorwegen. Geen enkele Viking overleeft de terugtocht. Wel hebben ze voorgoed dit kwaad naar de Noorse bossen gebracht.
Een leuke premisse die veel belooft, ook al wordt het op een sullige manier in beeld gebracht. Meteen is duidelijk dat dit een horrorthriller is waarbij de financiële broekriem veel te strak moest worden aangetrokken. Het verhaal verplaatst zich naar het heden, naar Nybo, een gehucht waar de baai de enige bezienswaardigheid is.
De jonge Thale is allesbehalve gelukkig met de verhuizing naar Nybo. Maar haar moeder Liv was het drukke leven in Oslo als politieagente beu en vroeg om een overplaatsing, zodat ze het wat rustiger aan kon doen. Tussen Thale en haar stiefvader, die de rol van haar overleden vader probeert in te nemen, botert het al evenmin. Haar doofstomme zusje is de enige met wie Thale wel een goede band heeft.
Ondanks twijfels gaat Thale in op het aanbod om de lokale jeugd beter te leren kennen. Al gauw blijkt dat niemand uit Nybo zit te wachten op een hipster uit de grote stad. Terug op weg naar huis ziet de ontgoochelde tiener hoe de dochter van de burgemeester bruut omver geworpen wordt door een mysterieus wezen. Thale houdt er een schouderwond aan over die later fatale gevolgen heeft. Alle sporen leiden naar een wolf, en niet zomaar een.
Regisseur en scenarioschrijver Stig Svendsen kiest ervoor om met Vikingulven vooral tieners aan te spreken (Twilight is een duidelijk referentiepunt). Misschien zijn zij nog iets meer onder de indruk van het script, waarin alle gebruikelijke clichés van het weerwolfgenre netjes worden aangeduid. Daardoor wordt het allemaal wel zeer voorspelbaar.
De special effects maken ook al geen indruk. Het beest is niet meer dan een ridicuul met wat bloed besmeurd creatuur die zo uit The Muppet Show lijkt te komen. Deze weerwolf zie je overigens alleen maar in de laatste tien minuten opduiken, tot die tijd moeten horrorfans die van 'gore' houden het doen met een kotsend meisje of een pop die in de lucht gegooid wordt en een dood lichaam moet voorstellen.
Alle ingrediënten voor een geslaagde horrortrip zijn nochtans aanwezig in Vikingulven. Helaas bekommert Stig Svendsen zich meer om de oersaaie droneshots van Noorse landschappen, die om de twee à drie minuten opduiken in deze makkelijk te vergeten, ondermaatse thriller. Op het dwaze, en slecht geregisseerde slot na, is het allemaal niet meer dan een doorsnee-aflevering uit een Scandinavische misdaadserie, die vooral gericht is op jongere kijkers.
Wie op zoek is naar een echt goede weerwolffilm doet er beter aan om An American Werewolf in London uit 1981 van John Landis te ontdekken of herbekijken, of uit datzelfde jaar The Howling van Joe Dante. Daar valt veel meer plezier aan te beleven dan dit saaie Noorse gedrocht.
Vikingulven is te zien bij Netflix.