Sharonio, in zijn buurt beter bekend als Shabu, gaat echt niet werken om de boetes te betalen. Daar denkt zijn familie echter anders over. In de komische en muzikale documentaire Shabu schetst regisseur Shamira Raphaëla een portret van een grote puber die heel goed weet wat hij wil, maar in essentie nog maar een kleine jongen uit Peperklip is.
Shabu heeft de auto van zijn oma total loss gereden. Dat was niet zo'n moeilijke opgave, want Shabu is pas veertien jaar en heeft dus geen rijbewijs. Zijn oma zit in Suriname en laat via een videocall weten dat ze heel boos is, net als Shabu's ouders. Geen zomervakantie voor Shabu. Hij zal moeten werken om zijn boetes te kunnen betalen.
"Hmm hmm," antwoordt Shabu. Hij heeft één droom en dat is beroemd worden, met zijn muziek. Met zijn drumstokjes tikt hij op alles wat hij in zijn stad, Rotterdam, tegenkomt. Van een omgevallen winkelwagen tot aan de toetsen op de intercom van een flat. Het liefst danst hij er tegelijkertijd bij. In plaats van geld verdienen door ijsjes te verkopen, denkt Shabu maar aan één ding: "focus op muziek".
Raphaëla heeft in Shabu een fascinerende persoon gevonden om een documentaire over te maken. Shabu gaat over zoveel meer dan een puberjongen met een grote mond die zich in de nesten heeft gewerkt. Ze schetst een beeld van een jongen die balanceert op de dunne scheidslijn tussen kind en volwassen zijn.
Met één been staat Shabu in de volwassen wereld en gedraagt hij zich als een zelfverzekerde man die precies weet wat hij wil en moet doen. Met zijn andere been staat Shabu nog in een kinderschoen en laat hij zich regelmatig van zijn onzekere, kwetsbare kant zien. De puberteit is een verdomd lastige tijd, dat blijkt wel weer. Maar hoe groot de mond is die Shabu opzet en hoe klein zijn hart blijkt als hij moet huilen als hij zijn oma ziet, hij steelt keer op keer je hart.
Ondanks alle liefdesperikelen en familiedrama's die Shabu meemaakt - de intelligente gesprekken die hij hierover voert met zijn vrienden zijn voor volwassen oren heel grappig - zit de stemming er goed in. Shabu is vooral een feelgooddocumentaire, maar heeft ook een minder sfeervol randje. Shabu groeit op in een wijk waar in de jaren tachtig en negentig schietpartijen bij het dagelijks leven hoorden, zo vertelt een buurtbewoner hem terwijl Shabu met zijn koelbox over straat loopt. En nog steeds komen delicten voor, zelfs in de lift van het appartementencomplex Peperklip waar de jongen woont.
Een film over Shabu zonder muziek, zou geen film over Shabu zijn. De documentaire zit vol muziek, soulvolle nummers die de levendige sfeer van de film versterken. Ze vormen een contrast met de galmende stemmen die in de voice-over te horen zijn, de boze stemmen van familieleden die Shabu in zijn hoofd hoort als hij toch een beetje bang lijkt dat zijn familie nooit meer trots op hem zal zijn.
En over muziek gesprok... Het nummer dat Shabu opvoert op het feest dat hij voor zijn buurt organiseert, blijft dagen in je hoofd hangen. We gaan vast nog eens wat horen van deze superster in spe.