Sommige acteurs zijn van zichzelf zo eigenaardig dat hun personages dat automatisch ook zijn. Jack Nicholson spreekt van nature erg traag en Jeff Goldblum heeft echt van die ongewone stemonderbrekingen. Crispin Glover, het meest bekend als George McFly uit Back to the Future, is echt een rare vogel. Hij speelt de titelfiguur in Mr. K en hoewel hij het personage voor zijn doen best neutraal neerzet, blijft er iets geks aan hem kleven. Maar het is leuk om een redelijk bekende Amerikaanse acteur te zien in een semi-Nederlandse film.
Meneer K. is een illusionist die zich laat inhuren om in kleine tenten zijn show te geven. Hij krijgt een boeking binnen en checkt een dag voor het optreden in in een groot, afgelegen hotel. Wanneer hij de volgende dag wil vertrekken, stuit hij op een apart probleem: hij kan de uitgang niet meer vinden. Het lijkt alsof elke gang doodloopt. Al snel blijkt dat dit meer is dan zomaar een hotel.
Tallulah Hazekamp Schwab, de schrijver en regisseur van Mr. K, is geboren in Noorwegen en woont al tientallen jaren in Nederland. De film is dan ook niet per toeval een Noorse/Belgische/Nederlandse productie. Crispin Glover is de enige Amerikaanse acteur, de rest van de cast spreekt Engels met een accent. Niet Duits, ondanks dat Schwab duidelijk geïnspireerd lijkt te zijn door het werk van schrijver Franz Kafka.
Kafka schreef meerdere boeken waarin het hoofdpersonage K heet en verstrikt raakt in surrealistische perikelen, vaak met existentiële thema's. Nadat K. ontdekt dat hij het hotel niet lijkt te kunnen verlaten en enkele ontmoetingen heeft gehad met zonderlinge figuren, komt het plot pas echt op gang; het hotel is een soort minimaatschappij, en hij is niet de enige die er opgesloten zit (maar wel de enige die nog kennis heeft van de buitenwereld).
Het scenario komt er iets te makkelijk mee weg door K. alles te laten accepteren. Hij sputtert enigszins tegen, maar zijn reacties voelen verre van realistisch. Het valt te beargumenteren dat dit in kunst geoorloofd is, het is ook al vaker gedaan. Maar was dat echt altijd vanuit een kunstzinnig uitgangspunt of om het wat makkelijker te maken?
Mr. K heeft ook wat raakvlakken met Japanse anime. In veel films van Studio Ghibli belandt het hoofdpersonage in een wondere wereld. Maar daar reageert het altijd met verbazing, terwijl het zich gedwongen moet aanpassen. K. daarentegen roept nooit eens "wat is hier aan de hand? Ik wil verdomme nu naar buiten!"
De film bevat behoorlijk wat eigenaardigheden, maar in een vorm die we al zo vaak gezien hebben dat het nauwelijks nog origineel is. Een jochie met een lederen piloothelm en een wit laken als cape, een kunstzinnige dame met een kek kapsel die sigaren rookt, een harmonieorkest in zigeunerkleding dat uit een gat in de muur tevoorschijn komt. Het voelt op vreemde wijze vertrouwd.
Toch is K's avontuur binnen het hotel intrigerend genoeg om de aandacht vast te houden. Zeker wanneer meer duidelijkheid ontstaat over waar de film naartoe gaat, hoewel dit openstaat voor meerdere interpretaties. Er zijn geen uitschieters qua regie en camerawerk, maar er valt ook weinig kritiek op te leveren.
De conclusie voelt te makkelijk. Alsof de makers moeten toegeven dat ze ook niks beters konden bedenken dan dit einde. Het is vaag genoeg voor sommigen om er hun eigen draai aan te geven en zich op de borst te kloppen dat ze het ontcijferd hebben (ondanks dat de antwoorden zullen verschillen). Tegelijkertijd krijgen degenen die geen idee hebben, de indruk dat er een diepe betekenis in schuilt.
Mr. K is een licht onderhoudend surrealistisch avontuur met bekende, doch altijd welkome kritiek op de gang van zaken in de westerse wereld. Het is leuk om Cripsin Glover weer eens te zien. Deze vreemde eend krijgt zelden de hoofdrol en ook niet vaak een bijrol in films die veel media-aandacht krijgen. Ook deze film is niet mainstream, maar zeker het kijken waard.