Once Upon a Star is een hommage aan de Thaise film. De film gaat over een verschijnsel uit de vorige eeuw: filmvertoningen in de Thaise open lucht waarbij artiesten films live nasynchroniseren. Die vertoningen zien er geinig uit, maar de dramaturgie is wat zouteloos. In de kern is Once Upon a Star een vehikel om acteur Mitr Chaibancha te eren, maar er zijn betere manieren om dat te doen. De aankleding is wel treffend, de Thaise jaren zeventig doen authentiek aan.
Thailand staat niet bekend als een progressief filmland. In 2012 nog verbood de regering een filmbewerking van Macbeth uit angst voor politieke onrust. Er zijn uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld het werk van regisseur Apichatpong Weerasethakul. Maar hij opereert dan ook voorbij de strikte grenzen van het Thaise filmstudiosysteem. Zijn verrassende film Memoria met Tilda Swinton in de hoofdrol nam hij op in Colombia.
Regisseur Nonzee Nimibutr blijft met Once Upon a Star wel binnen Thaise grenzen en zal dus niet snel onrust veroorzaken. Zijn film is namelijk een liefdesbrief aan de Thaise filmgeschiedenis en gaat over filmvertoningen op het Thaise platteland. Die vertoningen zijn een combinatie van een hoorspel en film. Terwijl het publiek kijkt naar een stille film, voorzien acteurs ter plekke de stemmen en creëren live een soundtrack. Ook kan het publiek medicatie zoals maagdrankjes kopen. Deze mix van een reizende bioscoop en apotheek was in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw een bestaand Thais fenomeen.
Once Upon a Star gaat over een groepje van drie mannen van verschillende leeftijden die concurreren met een andere cinemagroep. Die groep heeft naast stemacteurs ook stemactrices in dienst. Dit levert ze een voordeel op tijdens vertoningen. Op een dag ontmoeten de mannen de getalenteerde en charmante stemactrice Rueangkae (roepnaam Kae). Ze is op de vlucht voor haar ex en heeft professionele ambities. Na wat steggelen wordt ze aangenomen en gaat de groep op reis.
Ze reizen het hele land door. De mooiste scènes zijn die van de filmvertoningen in de jungle, waarin de acteurs hun hoorspelkwaliteiten met zichtbaar plezier vertonen. Het is een grappig fenomeen om tientallen mensen geboeid te zien kijken naar een stille film, terwijl onze helden hun best doen om zo theatraal mogelijk uit de hoek te komen. Ze voorzien voornamelijk films met Mitr Chaibancha in de hoofdrol. Een echt bestaande Thaise acteur die tragisch aan zijn einde kwam tijdens het draaien van een film in 1970.
In een roadmovie maken personages naast een fysieke, vaak ook een mentale reis door. Dat laatste komt in de film wat plichtmatig over. Nimibutr wil vooral overbrengen dat hij een fan is van oude Thaise films, maar vergeet daarbij zelf een origineel verhaal te vertellen. Dramatisch gezien gebeurt er weinig noemenswaardigs. De subplots zijn wat soapachtig: twee mannen vallen op dezelfde vrouw, iemand dreigt de groep te verlaten en er is onenigheid met een andere cinemagroep. Een onbeduidend soort muzak luidt steevast alle scènes uit, en helaas krijgt de prachtige natuur slechts een bijrol.
De enige die een transformatie doormaakt is Kae. Ze spaart voor een typemachine, een opzichtig symbool voor zelfexpressie. In het hart van de film ligt dan ook een feministisch succesverhaaltje verscholen. In die zin is de film licht progressief te noemen, maar dat lichtpuntje is te weinig voor een film die twee uur en achttien minuten duurt. Wel geslaagd is de aankleding. Decors en kleding lijken authentiek jaren zeventig te zijn. Nimibutr had beter een documentaire kunnen maken over de befaamde Thaise filmvertoningen van weleer. Want daar zal de Thaise regering eveneens niets op tegen hebben.
Once Upon a Star is te zien bij Netflix