How to Blow Up a Pipeline predikt voor eigen parochie om niet langer stil te zitten terwijl de klimaatcatastrofe zich voltrekt. Een gemêleerde groep activisten besluit een oliepijpleiding in Texas op te blazen. Onder het mom van 'propaganda van de daad' hoopt initiatiefneemster Xochitl (Ariela Barer, die meeschreef aan het scenario) dat anderen hun acties zullen nadoen. Zelf lieten makers Barer, Jordan Sjol en Daniel Goldhaber zich inspireren door het gelijknamige non-fictieboek van Andreas Malm, waarmee het alleen de titel en de oproep tot sabotage gemeen heeft.
Als in een doorsnee kraakfilm komen de personages samen in een verlaten huis om bommen in elkaar te knutselen. Het plan de campagne en ieders motivatie komen met vernuftig snijden in flashbacks terug, vaak net als er - onvermijdelijk voor het genre - iets mis lijkt te gaan. Beelden van trillende handen die een in elkaar geknutselde ontsteker monteren of een drone die toekijkt hoe de groep sjouwt met explosieven, zorgen evenzeer voor suspense. De regie van Goldhaber heeft echter te veel oog voor de praktische handelingen die moeten gebeuren, waarbij alleen de dreinende elektronica van Gavin Brivik de onrust opklopt.
Door de flashbackstructuur blijft de focus op de daad. De groep voelt daarbij onnatuurlijk opgebouwd, alsof de film krampachtig probeert een volledige afdruk van de samenleving te presenteren. Zo komt er een activist vanuit de conservatieve hoek bij - om zijn thuis te beschermen. Maar vergeleken met het moralisme van een Xochitl of de terminaal zieke Theo komt zijn verhaal er bekaaid van af. Uiteindelijk komt elke dunne motivatie van de personages dan ook neer op woede over de grote bedrijven die ecocide plegen.
Dat duidelijke doel en het vakkundige gebruik van de stijlfiguren van de kraakfilm zorgt automatisch voor een medeleven met de groep. Door het opbouwen van spanning ruit de film op, als men tenminste sympathiseert met de acties. Goldhaber en Barer passen in het rijtje propagandisten van Leni Riefenstahl tot Kathryn Bigelow, hetzij met andere politieke motieven. De makers tonen met een pakkende film hoe Malms oproep er praktisch uit zou moeten zien.
Af en toe werpt een personage nog iets tegen het basisargument dat het opblazen gerechtvaardigd is, maar uiteindelijk schijnt vooral een zelfgenoegzaamheid door. De film deelt de overtuiging van een Xochitl of Theo dat de tijd van petities en geweldloze acties voorbij is en sabotage overblijft. Daarmee voelt het vooral als agitprop, om degenen die het ermee eens zijn in beweging te schudden.
Maar How to Blow Up a Pipeline is geen Industrial Society and Its Future, wijlen Ted Kaczynski's manifest die in schrift opstelde wat hij in daden al deed. De film Ted K wist diens unieke filosofie, gruwelijke daden en complexe persoonlijkheid tot een aangrijpend geheel te smeden. Zulke spanning door botsende gevoelens ontbreekt in How to Blow Up a Pipeline.
In alle overtuiging vergeet deze film de daad voldoende te onderbouwen. Het gaat de wijdere consequenties van het opblazen van een oliepijpleiding uit de weg, op wat lippendienst via een personage na. Het draait vooral om een simplistisch praatje over algehele revolutie. Daarmee ontbreekt het de film aan integriteit. Makers Barer, Sjol en Goldhaber zijn geen ecologische versie van John Brown, die slavernij verafschuwde en dat in zijn daden liet zien. In plaats van daden blijft How to Blow Up a Pipeline bij woorden, propaganda vanuit de luie regiestoel.