Le Sommet des Dieux
Recensie

Le Sommet des Dieux (2021)

Bergbeklimmen is in een animatiefilm nog nooit zo gevaarlijk, meeslepend en adembenemend geweest.

in Recensies
Leestijd: 2 min 17 sec
Regie: Patrick Imbert | Scenario: Patrick Imbert, Magali Pouzol | Cast (stemmen): Eric Herson-Macarel (Habu), Damien Boisseau (Fukamachi), Elisabeth Ventura (Ryoko), Kylian Rehlinger (Kishi), e.a. | Speelduur: 95 minuten | Jaar: 2021

De reusachtige Himalaya, de karterige Alpen, de vervaarlijke bergwanden van Japan - klimfanaten kunnen veel van hun dromen terugvinden in Le Sommet des Dieux. Net als bij de personages zullen de enorme hoogten, bloedmooie locaties en levensbedreigende situaties in deze bergfilm de kijker soms de adem benemen. Toch lenen de nietige figuren in de serene en dodelijke omgevingen zich niet enkel voor het doorstaan van de meest ijzingwekkende omstandigheden, maar ook voor het blootleggen van de onverklaarbare diepten van de mens zelf.

Met deze verfilming van de gelijknamige mangareeks van Jirô Taniguchi laat de Franse animator Patrick Imbert zien dat niet alleen animemakers geschikt zijn voor het vertellen van Japanse verhalen. In zijn indrukwekkende animaties wordt het grillige karakter van de bergen in alle gratie en grimmigheid gepakt. Het is een verademing voor het Nederlandse publiek, dat omgeven door platte polders maar weinig voorstellingsvermogen heeft van de sublieme beleving van overweldigende bergketens.

Centraal staat fotograaf Fukamachi, die tijdens zijn professionele leven foto's maakt van bergbeklimmers. Dat leven wordt bruut verstoord wanneer hij op het spoor komt van de vermiste klimmer Habu Joji, die nog in leven schijnt te zijn en nooit zijn passie heeft kunnen vergeten: het bedwingen van de grootste reus van allemaal, de Mount Everest.

Habu is een man met een obsessie, maar Fukamachi blijkt in zijn verwoede zoektocht naar de klimmer even bezeten van eenzelfde drang. Beide personages delen de onverklaarbare intuïtie om altijd hoger te willen klimmen, koste wat het kost. Tijdens Fukamachi's verwoede reconstructie van het verleden van de legendarische klimmer stuit hij op de krankzinnige beklimmingen van Habu, de extreme gevaren en de nodige tragedies, waar hij al snel zelf deel van uit gaat maken.

De rode draad blijkt dan ook de arrogantie van de mens in het aanzicht van de natuur en de confrontatie van elk individu met zijn eigendunk op de meest desolate plekken op aarde. Het resulteert in rauwe, intense scènes op de bergwanden, met prachtige uitzichten op de piek. De afwisseling van de rust van de berg en het gevaar van de hoogte, de overweldiging en de dreiging kenschetst het ritme van de animatiefilm. Gestaag vloeien de twee zijden in elkaar over en toont de film zijn ware dieptes.

Hoe de beklimmingen in beeld worden gebracht is simpelweg meesterlijk te noemen. Het is een vorm van cinematografie die voor de crew van een speelfilm zo goed als onmogelijk zou zijn. Met Le Sommet des Dieux kunnen kijkers misschien wel het meest de ervaring van een bergbeklimming benaderen, tenzij men hierdoor overtuigd worden om zelf de Mount Everest te gaan bedwingen.