"Heb je nog van die dingen?" "Wat voor dingen?" "Nou, van die gratis dingen." Condoom is een lastig woord. Voor tieners in de Etos, maar ook voor onderdrukte Tibetanen in de jaren negentig. Anticonceptie was allesbehalve ingeburgerd toen China zijn eenkindpolitiek ook in Tibet met harde hand ging handhaven. Drolkar had al drie kinderen toen ze noodgedwongen de condoom leerde kennen. Een extra kind zou een hoge boete betekenen, een minder geschoolde toekomst voor de drie anderen en een minder leuk leven voor haarzelf. Als de dokter haar vertelt geen condooms meer te hebben, lijken deze consequenties onvermijdelijk.
Drolkar en haar geiten hoedende man Dargye leiden een rustig, tevreden leven op het Tibetaanse platteland. Met een tandeloze herderopa, drie rondrennende boerderijjochies en een van een vriend geleende bok met kloten zo groot als voetballen, ligt geluk op de loer. Maar hoe leuk geluk ook kan zijn, zeker als het omgeven is door het majestueuze Tibetaanse landschap, voor een dramafilm is het een ziekte. Gelauwerd romanschrijver en in dit geval scenarist en regisseur Pema Tseden kiest de condoom als medicijn tegen dit geluk, met een meerlagige worsteling met 'gezinsplanning' tot gevolg.
Als de twee jongsten de condooms per ongeluk vinden en als ballonnen opblazen om er mee te spelen, blijkt hoe groot de maatschappelijke schaamte aangaande seksualiteit is. Niet alleen voor Drolkar en Dargye, maar ook voor de buurman wiens zoon ineens met zo'n glibberige ballon rondloopt en die bereid is zijn aangetaste eer met zijn vuisten te herstellen. De moderniteit komt nooit makkelijk, ook niet in Tibet. Kon vroeger de seksualiteit eenvoudig weggestopt worden onder een dikke laag Tibetaanse traditie en geloof, nu is dat door verplichte gezinsplanning onmogelijk geworden. Zelfs de dokter die de gratis condooms aanlevert, weet nu hoe vaak Drolkar en haar viriele man seks hebben. De simpele liefde maar vooral de simpele rust staat op het spel.
Het moderne China heeft nog behoorlijk wat lijken in de kast. Tibet is daar zeker een van, maar er worden voorzichtige pogingen gedaan dit lijk uit de kast te trekken. Niet door de Tibetanen hun onafhankelijkheid te geven, of door te stoppen Tibetanen op te sluiten in kampen - al dan niet vanwege hun etniciteit. Kunst en cultuur uit en over Tibet wordt omarmd en officieel naar buiten gebracht, films voorop. Een generatie Tibetaanse filmmakers krijgt ruimte om Tibet aan de wereld te tonen, zonder de Communistische Partij (opzichtig) te hoeven behagen. Balloon is een film in het Tibetaans (originele titel Qi Qiu), over een Tibetaans leven, vol Tibetaanse worstelingen met Chinees beleid.
De door de volkspartijvariant van de moderniteit ontstane broeierige onrust wordt in Balloon misschien nog wel het best verwoord door de zus van Drolkar, die non is geworden na een ogenschijnlijk heftige maar slecht afgelopen liefdesrelatie. Wat te doen als de wereld verandert? Als de poorten naar je afgeschermde leven wagenwijd worden opengezet? Sluit je je jonge en levendige vrouw dan op, zoals Dragye doet met een onvruchtbaar geitje als de bronstige bok arriveert, in een klein hokje los van de kudde?
Het lastige aan Balloon is dat het dergelijk dubbele of soms driedubbele symboliek net niet echt kan of echt durft door te duwen. Staat het van de kudde afgezonderde en onvruchtbare geitje symbool voor Drolkar en de bok voor haar hitsige Dragye? Of is het opgejaagde en opgesloten geitje Tibet en de ram China met de reusachtige balzak? Je voelt de aandrang, je ruikt de mogelijkheid, maar Balloon blijft hangen bij dat onderbuikgevoel en dat luchtje dat misschien ergens naar ruikt, maar net niet. Is het bevrijding dat je ruikt, of juist misleiding? Je komt er niet uit. Regisseur Pema Tseden blijft je intussen bemoedigend toeknikken: "Ruik je dat? Weet je wat het is?"
Balloon is te zien bij Picl.