De Oekraïense filmmaker Sergey Loznitsa vond filmbeelden uit 1930 in een archief, van een schijnproces van de Sovjet-Unie. Hij bewerkte ze zo dat ze er nu acceptabel uitzien, en monteerde er een documentaire van. Heel simpel idee eigenlijk. The Trial laat niet veel meer dan de rechtszaak zien, waarin een groep economen wordt terechtgesteld voor een poging om Josef Stalins bewind omver te werpen. Eigenlijk heel rechttoe, rechtaan. Aan het begin van de documentaire wordt niet eens vermeld om wat voor proces het gaat.
De economen en industriëlen die in de beklaagdenbank plaatsnemen zouden onderdeel zijn van de zogeheten Industriële Partij, die de val van de Sovjet-Unie beraamt. Ze proberen volgens de aanklager de economie instabiel te maken, en het land zodoende klaar te stomen voor een aanval van vijanden van buitenaf. Elke verdachte gaat het proces in met een bekentenis. Iedereen heeft na de voorafgaande verhoren een heel verhaal klaar, en de gaten die er nog zijn worden in de loop van de film allemaal ingevuld. Niemand gaat vrijuit, en de hele aanklacht is een berg lariekoek.
Het is bijkans ondenkbaar dat deze informatie als een spoiler geldt. De promotie rond de film windt er geen doekjes om dat deze film oorspronkelijk als een stuk Sovjet-propaganda bedoeld is. En als je er toch ongeïnformeerd instapt, en vervolgens bedenkt uit welke tijd het stamt, gaat er al gauw een belletje rinkelen. Dan zet je vanzelf vraagtekens bij de betrouwbaarheid van wat je ziet en hoort. Het interessante aan de film is dan ook niet wat de conclusie is, maar hoe er naartoe wordt gewerkt.
Waarom werken al deze intellectuelen mee aan hun eigen ondergang? Welke valse bewijzen zijn er tegen hen, en hoe proberen ze ondanks alles nog steeds hun hachje te redden? De heren zeggen stuk voor stuk dat ze voor hun deel verantwoordelijkheid dragen, om vervolgens elk hun aandeel in de coup zo minimaal mogelijk te maken in omschrijvingen. En wat vindt het volk hier echt van? Het hele publiek in de rechtszaal kijkt in elk geval geboeid toe en tussen de rechtbankscènes zijn de protesten buiten gemonteerd, waar het volk vraagt om de hoofden van deze 'landverraders'.
Dat heeft zeker iets interessants, maar is helaas verpakt in twee uur aan zwart-witbeelden van rechtbankzittingen waarin bijna alleen maar heel veel wordt gepraat. Het is een en al formaliteit, en alleen de openingsredes en slotpleidooien nemen al een flinke brok van de totale film in. Het gekronkel en het gewurm gebeurt vooral daartussen, en zo verdekt mogelijk, dus eigenlijk ook in lange lappen van moeilijk doordringbare blabla. The Trial is een wel erg lange zit. Dit is geen film die je in een geschiedenisles op de middelbare school kunt gebruiken.
Loznitsa pakte afgelopen jaar flink de aandacht met zijn fictiefilm Donbass, een soort collage van moeilijk te verkroppen taferelen in een stuk van Oekraïne dat door pro-Russische troepen wordt aangevallen. Propaganda, vernedering, diefstal en moord. Het kwam er allemaal in voorbij. Nu heeft hij wederom in theorie iets zeer boeiends te pakken, maar kiest er ook voor om vollediger te zijn dan misschien had gehoeven. De film als totaal is stroperig en kruipt langzaam voorbij.
Slecht is anders. Maar hij maakt het wel op een minder voor de hand liggende manier moeilijk om naar The Trial te kijken: het voelt niet zo schrijnend als je zou denken, maar vooral heel bureaucratisch. Dat is als basisprincipe interessant, maar in de uitvoering een stuk minder.