Mi Vida
Recensie

Mi Vida (2019)

Wie na Mi Vida niet zijn koffers wil pakken om naar het leven van zijn dromen af te reizen, heeft geen hart.

in Recensies
Leestijd: 3 min 28 sec
Regie: Norbert ter Hall | Cast:Loes Luca (Lou Welter), Anniek Pheifer (dochter Barbara), Elvira Minguez (Andrea Cruz), Fermí Reixach (José Cruz), e.a. | Speelduur: 88 minuten | Jaar: 2019

Er was eens een drieënzestigjarige kapster uit Schiedam. Deze kapster had een langgekoesterde meisjesdroom om in Spanje te gaan wonen. Na haar pensioen ging ze eindelijk iets met die droom doen. Bepakt en bezakt nam ze het vliegtuig naar Cádiz. Ze ging Spaans leren in Spanje - een twee maanden durende beginnerscursus. Eenmaal geland, behuisd en zittend aan de lestafel, vonden haar adolescente medestudenten de kapster oud en dus raar.

Ook haar volwassen kinderen die hulpeloos achterbleven in Schiedam, vonden haar trouwens maar raar. De kapster vond zichzelf misschien ook wel een beetje raar. Maar haar raar was het egoïstische raar, en niet het verwarde raar dat al die anderen haar verweten. En dat egoïstische, ja daar had ze nu wel eens recht op, vond de kapster zelf. En gelijk had ze. Daar kun je het na achtentachtig minuten, of eigenlijk na twee maanden van su vida, bijna onmogelijk mee oneens zijn.

Mi Vida sluit naadloos aan bij een huidige conjunctuur. Want ondanks dat films al bijna een eeuw niet meer in zwart-wit worden geschoten, worden ze de laatste jaren grijzer en grijzer. Grijs van de kleurloze politieke correctheid, grijs van de sentimentele, contemplatieve bejaardenthematiek, maar vooral ook grijs van het haar van de acteurs. De wereldwijde vergrijzing verovert de cinema. Actiefilms gaan over ouwe mannen met een pistool. Gangsterfilms gaan over ouwe mannen die terugkijken naar toen ze nog een pistool hadden. En ook coming-of-ageverhalen, die toch bij uitstek eigendom van de jeugd zijn, gaan veelvuldig over ouwe mannen. Of, zoals in Mi Vida, over ouwe vrouwen natuurlijk.

Die vergrijzing op het witte doek, op Rambo: Last Blood-achtige uitwassen na, is een kleurrijke verrijking. Jonge levens zijn misschien behoorlijk opwindend. De naïeve hoop van jongelingen is inspirerend en hun te verneuken kansen maken ravissant drama. Maar die oudjes hebben iets wat die jeugd niet heeft. Iets jaloersmakends wat schrijvers onvermoede, nieuwe kansen geeft. De seniorenversies van de wispelturige jongeren hebben namelijk niets te verliezen. De 'early bird special'-liefhebbers kunnen als Groundhog Day's Phil glimlachend hun dood tegemoet lopen. Elke dag opnieuw. Zowel in het echte, als in het verfilmde leven.

Scenariste Roos Ouwehand lijkt de potentie van al dat grijs te omarmen en presteert op de top van haar kunnen. Zo laat ze in het midden of Kapster Lou al dan niet grijs is. Eerst verstopt Lou haar uitgedunde dos onder een Schiedamse blonde pruik. En later verft ze hem vurig, krachtig en Spaans rood, op het moment dat Lou zelf vurig, krachtig en Spaans is geworden.

Ook cameraman en tweevoudig Gouden Kalf-winnaar Richard van Oosterhout erkent de nieuwe dynamiek van de verfilmde vergrijzing. Waar beelden van de jeugd soms iets gekunsteld kunnen hebben, iets idealistisch, bieden zestigplussers bij uitstek de mogelijkheid om een cinematografische slag naar het realisme te slaan. De lekkere, en uiterst persoonlijke camerabeelden, die af en toe ook speels op heuphoogte zijn genomen, laten je heel natuurlijk samen met Lou het zonovergoten Cádiz ontdekken. Dankzij Van Oosterhout weet je precies wie Lou is - je kunt de rode haarverf bijna ruiken.

Dankzij Ouwehand en Van Oosterhout weet je wie Lou is, maar dat je begrijpt wat ze wil en waarom dan wel, is te danken aan de grand dame van het Nederlandse drama Loes Luca. Kapster Lou en actrice Loes lijken soms bijna te versmelten. Een versmelting die een dun vierde muurtje vormt, dat misschien niet in iedere film, maar in Mi Vida voor een belachelijk authentiek resultaat zorgt. Luca transformeert de grijzige bejaardenthematiek in iets onweerstaanbaars. Want op papier mag Lou dan niets te verliezen hebben; dat voelt voor haar zelf verdomme toch zeker niet zo. En als ze tegen het einde haar lang gekoesterde droom weer bijna ziet oplossen in de ijle Spaanse lucht, omdat haar kinderen, haar buren en haar Schiedam blijven roepen, is het echt lastig droge ogen houden. Wie na Mi Vida niet naar de kledingkast wil spurten om zowel de eigen koffer als die van moeder Spanje-klaar te pakken, heeft geen hart.