Martin Eden komt op veel vlakken over als een film van vroeger. De thematiek, dramatiek en cinematografie lijken afkomstig uit de ver vervlogen tijden van diep vorige eeuw. Geschoten op super 16mm, met zelfs voor Italiaanse begrippen overdreven dialogen en onder een soms verstikkende laag symboliek, spot deze boekverfilming doorlopend met moderne conventies. Daarvoor kun je soms het beste in Italië zijn.
Aan het boek waarop deze film is gebaseerd is echter niets Italiaans. Het is een Amerikaanse klassieker, inmiddels ruim een eeuw oud, van de schrijver en activist Jack London. Hoewel de film zich lijkt af te spelen in een iets moderner Italië, blijft de maatschappelijke problematiek die in het verhaal centraal staat ongewijzigd. Martin Eden is een arme en robuuste zeeman, ongeschoold en ongeletterd, die min of meer bij toeval in aanraking komt met de bekoorlijkheden van een hogere sociale klasse. Eén van die bekoorlijkheden heet Elena en zij inspireert hem uiteindelijk tot het leren schrijven.
En schrijven leert hij. Hoewel het begint bij kattenbelletjes en houterige gedichtjes, koopt Martin al gauw een typemachine en gaan er vuistdikke enveloppen naar uitgeverijen en kranten. Alle goede bedoelingen en wellicht ook het talent ten spijt, komt Martin er al snel achter dat de signori van de gevestigde orde helemaal niet op hem, bonk van de lagere klasse, zitten te wachten. Zowel de vader van Elena als de publicisten zien het liefst dat hij stopt met zijn gang naar het postkantoor. Geen brieven meer naar Elena, geen essays en verhalen meer naar de uitgeverijen.
De actualiteit van deze maatschappelijke problematiek wordt versterkt door de cinematografische keuzes. Een seksscène is zo preuts dat zwangerschap uitgesloten is, de kleuren en vignetten zijn flets en de vierde muur blijkt soms van gips, dat onder begeleiding van een italo-beat gemakkelijk doorgetrapt kan worden. Pietro Marcello lijkt zijn publiek mee terug te willen nemen de tijd in, een tijd van vóór gepolijste verhaallijnen en een zaligmakend dogma van consistentie en samenhang. Een tijd waarin symboliek het soms simpelweg nog won van geloofwaardigheid, waarin de kunstzinnigheid van de film en zijn maker belangrijker werden geacht dan de entertainmentfactor.
Uiteindelijk blijft hierdoor van de maatschappelijke kritiek echter weinig over. Wanneer de erkenning en rijkdom waarnaar zolang gehunkerd is zich eindelijk openbaren, is Martin Eden - het personage - te verbitterd om het nog te omarmen. Martin Eden - de film - ontspoort tegelijkertijd in een kakofonie van symboliek. Deze onderdompeling in symboliek past weliswaar bij een decenniaoude film, maar Marcello slaat er te ver in door. Het resulteert in een verhaal waar de tegenstelling tussen rijk en arm en de moeilijkheden van sociale mobiliteit plaats hebben gemaakt voor een verhaal dat alleen nog lijkt te gaan over een ontaarde schrijver in een megalomaan paleis. De overdaad aan beeldspraak doet denken aan een woedende Napolitaanse chef die met veel misbaar pannenvol verkeerd bereide pasta van het balkon gooit. Bij de derde pan die het niet redt is wel duidelijk dat het om meer gaat dan alleen de pasta, maar ook dat de klandizie uiteindelijk onverzadigd achter zal blijven.