Aan het begin van Anna's War is nog even niets te zien, alleen te horen. Een gillende mensenmassa, ronkende voertuigen, soldaten die bevelen geven, geweerschoten en blaffende honden. Daarna blijft het angstvallig stil en komt het resultaat van de gruweldaad in beeld. De melkwitte ledematen van de omgebrachte Joden steken scherp af tegen de gitzwarte aarde. In close-up zweeft de camera boven de dode slachtoffers om langzaam maar zeker uit te komen bij een overlevende: de zesjarige Anna. Ze kruipt onder het levenloze lichaam van haar moeder vandaan en begint te huilen.
De verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog zijn zo diep in ons collectieve bewustzijn verankerd, dat beelden van een massagraf nauwelijks nog om een filmische context vragen. Naar een dergelijk tafereel kijken went nooit. Toch is het de Russische regisseur Aleksey Fedorchenko niet te doen om het creëren van een goedkoop schokeffect. Het is eerder omgekeerd: de filmmaker doet zijn uiterste best om te zoeken naar een vorm van schoonheid te midden van alle gruwel. Soms levert dat poëtische plaatjes op, met dorre blaadjes en strohalmen, die ritselen en verstuiven in de wind.
Met Anna's War brengt Fedorchenko de gehele oorlog terug tot een conflict op de vierkante meter. Centraal staat Anna, een zwijgzaam meisje van Joodse afkomst dat haar toevlucht zoekt in de schoorsteen van een oud schoolgebouw. Van daaruit gluurt ze door de spleten en kieren in de muur naar de gevaarlijke buitenwereld en wacht zij haar kans op redding of ontsnapping af. Het is een bijzonder slimme perspectiefkeuze, want de kijker ziet nooit meer dan Anna en tast daarom net als zij in het duister.
Nooit is helemaal zeker of de kust veilig is. Maar zo nu en dan moet het meisje zich toch in de kamers van het gebouw wagen, om te zoeken naar voedsel en water. De school herbergt een schat aan voorwerpen die haar overlevingsstrijd enigszins verzachten. Ontroerend is de wijze waarop Anna probeert om met die spullen haar kind-zijn te hervinden, terwijl ze gevangen zit in een ongelooflijk mensonterende situatie. Dat gevoel is besloten in minstens één krachtig beeld, waarin het jonge hoofdpersonage liefkozend de haren van een stenen beeld kamt.
Met de aanwezigheid van Marta Kozlova mogen de producenten van Anna's War zich in de handen wrijven. Tijdens de opnames van de film was het meisje slechts zes jaar oud, maar ze blijkt een waar kindsterretje in de dop. De nieuwkomer oogt niet alleen als een geloofwaardig Joods slachtoffer, maar weet tevens haar innerlijke belevingswereld vorm te geven met subtiele gelaatsuitdrukkingen. Dat is extra bijzonder als je bedenkt dat ze geen enkele dialoog heeft om mee te werken. Slechts één keer in de film mompelt het meisje iets onverstaanbaars tegen een poesje. Voor de rest moet zij het doen met angstige en nieuwsgierige blikken.
Wie Anna's War wil kunnen waarderen, zal dus een kleine inspanning moeten verrichten en bereid zijn om te observeren, net zoals Anna doet. Fedorchenko kauwt niets voor en bewijst met dit rauwe overlevingsdrama dat hij een neus heeft voor het vertellen van een visueel sterk verhaal. Jammer genoeg ontbreekt het de film wel een beetje aan spanning. Of beter gezegd: de spanning dient zich pas veel te laat aan - in de vorm van een Duitse herdershond, die snuffelend en blaffend het geurspoor van het meisje volgt. Vanaf dat moment neemt Anna's War een scherpe bocht: de overlevingsstrijd verandert plots in een wraakqueeste. De intentie om de hele Tweede Wereldoorlog in deze scènes te reduceren tot een huiselijk conflict met een agressieve hond is gewaagd, maar ook tamelijk onnozel.