Mile 22
Recensie

Mile 22 (2018)

Veel geweervuur, explosies en achtervolgingen, maar nauwelijks karakterverdieping en spanning.

in Recensies
Leestijd: 2 min 42 sec
Regie: Peter Berg | Cast: Mark Wahlberg (James Silva), Lauren Cohan (Alice Kerr), John Malkovich (Bishop), Iko Uwais (Li Noor), Ronda Rousey (Sam Snow), e.a. | Speelduur: 94 minuten | Jaar: 2018

Mile 22 is de vierde samenwerking tussen regisseur Peter Berg en acteur Mark Wahlberg, en markeert de breuk met een kleine traditie. De voorgaande drie films (Lone Survivor, Deepwater Horizon en Patriot's Day) waren gebaseerd op waargebeurde verhalen over Amerikaanse helden, maar aan Mile 22 ligt een compleet fictief verhaal ten grondslag. Berg en Wahlberg proberen nu vanuit hun eigen fantasie een stelletje Amerikaanse helden te creëren, maar falen daar jammerlijk in.

Om onverklaarbare redenen gedraagt 'special agent' James Silva zich als een ontzettende klootzak. Hij vloekt, schreeuwt en heeft een onuitstaanbare zenuwtic. Goed, een hoofdpersonage hoeft natuurlijk niet altijd sympathiek te zijn, maar het zou fijn zijn als zijn huftergedrag op z'n minst gemotiveerd wordt vanuit een getroebleerde jeugd of een diepgewortelde angst. Helaas blijft Silva een eendimensionale figuur, die nauwelijks in staat blijkt om te reflecteren op zichzelf of de handelswijze van zijn eigen elite-eenheid.

"We are ghosts, but we are very real", zegt Silva semi-stoer, waarmee hij de indruk wekt dat zijn team (een soort schaduwdivisie binnen het Amerikaanse leger) heel discreet te werk gaat - maar daar klopt natuurlijk geen ene mallemoer van. Conflicten worden niet opgelost met tactvolle beslissingen, maar gewoon met enorm veel geweervuur en explosies. Omdat een gevoel van vaderlandslievendheid niet mag ontbreken, is een 'stars and stripes'-vlag op zulke momenten ook nooit ver weg. Door dit soort zaken drijven de gedachtes de ene keer af naar het bombastische werk van Michael Bay, de andere keer naar het satirische Team America: World Police. En dat is in dit geval geen compliment.

Wie het lukt om voorbij dat onverholen patriottisme te kijken, kan misschien nog wat plezier beleven aan deze actiethriller. Maar je moet met een vergrootglas zoeken om de waardevolle momenten te kunnen spotten. Martialartsmeester Iko Uwais maakt zijn opwachting en dat schept sinds enkele jaren toch bepaalde verwachtingen. Tijdens een scène in een medische behandelkamer schakelt de acteur weer in The Raid-modus om wat botten te breken, maar zijn uitmuntende vechtkunsten gaan grotendeels verloren in een rommelige montage. Jammer, want Uwais moet het nou net van dit soort knokpartijen hebben.

Overigens speelt Mile 22 zich af in Indocarr, een fictief land in Zuidoost-Azië. Aldaar krijgen James Silva en zijn team de opdracht om een informant met gevoelige informatie naar de luchthaven te vervoeren. Zoals de filmtitel al verklapt, beslaat de rit precies tweeëntwintig mijl. Er is echter een groot probleem: de weg loopt dwars door vijandelijk gebied en de terroristen zijn binnen een mum van tijd op de hoogte van de missie. Wat volgt is een lange aaneenschakeling van vuurgevechten, zelfopofferingen en achtervolgingen met de auto en motor.

Dat zou een enerverende actiesequentie moeten opleveren, ware het niet dat het gebrek aan karakterverdieping zich hier genadeloos begint te wreken. Zelfs als de situatie heel bloederig of penibel dreigt te worden, blijft een gevoel van spanning uit. De kijker is onverschillig geworden ten aanzien van het lot van de 'helden'. Hoe woest regisseur Peter Berg ook met de montageschaar knipt: die tweeëntwintig mijl voelen aan als een lange rit op de achterbank van een muffe auto.