"Bezoek en vis blijven maar drie dagen fris," luidt een wijs gezegde. Het Italiaanse komediedrama A Casa Tutti Bene trekt die termijn flink in twijfel; drie uur lijkt een stuk realistischer. Wanneer het koppel Alba en Pietro op het eiland waar ze wonen met een dozijn familieleden viert dat het al vijftig jaar bij elkaar is, gaat dat de eerste paar uur prima. Maar wanneer het feestje voorbij is en de gasten de veerboot terug naar het vasteland willen nemen, blijkt de zee daarvoor te onstuimig. De familiereünie mondt aldus uit in een langgerekte logeerpartij die de onderlinge verhoudingen flink op scherp zet.
Voor en tijdens de heenreis naar het eiland worden de genodigden geïntroduceerd op een wijze die zowel naturel als frustrerend is. Iedereen kent elkaar, dus niemand hoeft te worden voorgesteld. Dat betekent alleen wel dat de kijker qua familiedynamiek stevig in het diepe wordt gegooid. Het ene na het andere personage doet zijn intrede en er is nauwelijks gelegenheid uit te puzzelen hoe men aan elkaar verwant is. Dit resulteert in een gevoel waarmee eenieder uit een grote familie bekend zal zijn: de vertwijfeling als kind welke ooms en tantes nou eigenlijk de broers en zussen van je ouders waren, en welke aangetrouwd waren. A Casa Tutti Bene compliceert de situatie nog even door een enkele afwezige en het gegeven dat van een man zowel zijn huidige partner als zijn ex-echtgenote aanwezig is. Door deze chaotische opening zou je bijna hopen dat voorafgaand een overzichtelijke stamboom was uitgedeeld.
Normaliter is het bewonderenswaardig als de kijker niet alles krijgt voorgekauwd, maar in dit geval had het voor de flow van de film zeker geen kwaad gekund als een iets conventionelere introductie was gehanteerd. Opvallend genoeg is daarvoor een uiterst geschikt personage aanwezig. Een kleindochter in de tienerfase heeft namelijk een metgezel in de vorm van een leeftijdsgenoot met wie ze een goede platonische vriendschap onderhoudt. Deze jongen is echter al jaren een bekende verschijning bij familiegelegenheden, waardoor hem weinig nieuws hoeft te worden verteld. Voor het overzicht was het uiterst simpel geweest van dit personage een minder platonische introducé te maken die voor het eerst kennismaakt met haar familie en daarmee als 'audience avatar' kan fungeren. Dat had tevens zijn aanwezigheid wat logischer gemaakt. De rest van het gezelschap bestaat immers uit familieleden en hun al dan niet aangetrouwde partners.
Toch zal je na afloop perfect weten wie wie is. Met niets te doen op het eilandje krijgt de onderlinge interactie namelijk ruim baan. Bij een enkeling verloopt dat positief (neef en nicht vallen als een blok voor elkaar), maar bij de meesten is er vooral spanning. "Er zit overal storm in de lucht," verzucht de oude Alba op een zeker moment en ze refereert daarmee overduidelijk niet aan de weersomstandigheden die iedereen bij haar in huis houden. De film vervalt bij de onderlinge aanvaringen helaas net iets te vaak in hysterie, maar gelukkig is er ook wat ademruimte. Wanneer iemand op een piano begint te spelen, komt iedereen erbij om uitbundig mee te zingen. Het zijn de schaarse momenten van harmonie, zelfs als al klinkt de piano behoorlijk vals. Een trefzekere metafoor voor de familie: ze ziet er van buiten prachtig uit maar moet inwendig hoognodig gestemd worden.