Het is weer tijd voor de nieuwste lichting Telefilms. Ieder jaar vertoont de NPO zes films van eigen bodem, vaak gevuld met actuele thema's en gemaakt door aanstormend talent. Ze oogsten regelmatig veel lof. Zo won Matterhorn de publieksprijs op het IFFR, werd Jongens viermaal bekroond op het Tsjechische Zlin-jeugdfilmfestival en kreeg Aanmodderfakker de hoofdprijs bij de Gouden Kalveren. Zou er dit jaar ook weer zo'n klapper bij zitten?
De jaarlijkse reeks trapt vanavond af met De Terugkeer van de Wespendief, gebaseerd op de gelijknamige graphic novel van Aimée de Jongh uit 2014. Een mix van thriller en drama over een jong stel dat een baby verwacht terwijl er onderhuids nog altijd een trauma uit het verleden borrelt. Dat wil zeggen: bij hoofdpersoon Simon. Zijn vrouw Laura weet namelijk van niets. Totdat haar echtgenoot steeds vreemder gedrag vertoont.
Dat begint al vroeg in de film. In plaats van dat Simon een nieuwe klant in zijn boekenwinkel vriendelijk begroet, duikt hij angstig weg achter een kast. Er is iets niet in de haak, laat debuterend regisseur Stanley Kolk vrij opzichtig naar voren komen. Duidelijker wordt dat nog als Simon de vreemdeling achtervolgt naar een afgelegen bosweg. Van een afstandje kijkt hij toe hoe de man kalm zijn pas gekochte boek in een envelop stopt, uit zijn auto stapt en vervolgens voor een trein springt. Oude wonden zijn definitief weer opengescheurd.
Simon zwijgt als het graf dus probeert zijn bezorgde vrouw zelf te achterhalen wat er aan de hand is, terwijl de hoofdpersoon steeds verder in zichzelf keert in een afgelegen boshuisje. Kolk bewijst intussen vooral dat hij een achtergrond als editor heeft (o.a. voor de hitserie Penoza) door flashbacks naar Simons verleden vakkundig te doseren, om het geheimzinnig verzwegen trauma lang onder de oppervlakte te laten sluimeren.
Die effectieve montage houdt De Terugkeer van de Wespendief op de been. De flashbacks maken op zichzelf minder indruk dan de bedoeling zou moeten zijn, door gebrekkig acteerwerk van de jonge cast en pestgedrag dat met grove karakterschetsen regelmatig net te clichématig en vet wordt aangezet. Maar omdat die momenten goed zijn versneden met veel sterkere scènes tussen Benja Bruijning en Sanne Langelaar, komt dit drama toch nog aardig binnen op de momenten dat dat nodig is.
De verstrekkende gevolgen van pesten zijn eerder en beter behandeld in onder meer de Carry Slee-verfilming Spijt!, maar ook in De Terugkeer van de Wespendief komt de boodschap aan. Hij ligt er misschien wel iets te dik bovenop, maar intussen snijdt het verhaal wel door de vragen die blijven hangen. Want waar ligt de grens tussen dader en slachtoffer? Die twee blijken hier moeilijker uit elkaar te halen dan je denkt.