Dead Body Welcome
Recensie

Dead Body Welcome (2013)

Een richtingloos, enigszins zelfingenomen, halfslachtige mix van documentaire en fictie, waarvan de intenties maar niet duidelijk willen worden.

in Recensies
Leestijd: 2 min 33 sec
Regie: Kees Brienen | Cast: Kees Brienen (zichzelf), e.a. | Speelduur: 73 minuten | Jaar: 2013

De Nederlandse filmmaker en -programmeur Kees Brienen had het plan opgevat om met een goede vriend de zonsverduistering in Ghana te filmen. De reis was gepland voor de vroege lente van 2006 en Brienen en zijn vriend wilden ermee de cyclus van het licht en de nietigheid van de mens in het universum vangen. De reis is er echter nooit gekomen, want Brienens vriend kwam plotseling te overlijden. Als eerbetoon en rouwverwerking filmde de regisseur Dead Body Welcome, waarin ook nog de rudimenten van zijn Ghanese missie te vinden zijn. Als je goed zoekt.

De setting van de semidocumentaire werd verplaatst naar India. In Ghana valt voorlopig geen eclips te beleven en de eerstvolgende, op Paaseiland, onhaalbaar. Brienen speelt zichzelf en kan in het kleine beetje dialoog dat we te horen krijgen nog net uitleggen dat zijn goede vriend heen is gegaan. Ze kwamen nog wel naar India om het kosmische fenomeen te filmen. In een openingsmonoloog vertrouwt Brienen de camera toe hoezeer hij zijn goede vriend mist. We zien hem zwelgen in verdriet, dat hij met een koptelefoon en vals meezingend van zich af probeert te werpen. Even later gaat Brienen op zoek naar het lichaam en vooral de oorzaak van de dood van zijn vriend.

Dead Body Welcome zou een ‘meditatieve roadmovie’ moeten zijn, zo luidt de verklaring van Brienen. Het wordt vormgegeven met een aanpak waar de filmmaker vooral zelf in is gaan geloven. Het meditatieve zou dan waarschijnlijk moeten schuilen in de montage van de beelden, de brommende soundtrack en de zwijgzaamheid van de tweede helft waarin Brienen zijn vriend naar zijn laatste rustplaats aan de Ganges brengt. En in de nutteloze epiloog van caleidoscopische en hypnotiserende animaties die dan de plek van de mens in de kosmos zou verbeelden. Het is een aanpak die nauwelijks uit de verf komt. Is hier een zelfgenoegzaam filmmaker aan het werk die vooral gelooft in zijn eigen missie en kunnen, of is er gewoon iets flink mis met de toon en het ernstige gebrek aan houvast? Het zijn vragen waar geen antwoord op te geven valt en waar je – hoe tragisch de aanleiding van Brienens speelfilmdebuut ook is – eigenlijk ook geen antwoord op hoeft te hebben.

Brienen had weinig budget tot zijn beschikking om zijn eerbetoon te maken. Dat hij eigenlijk de enige acteur is en de rest van de hoofdzakelijk Indiase bevolking zorgt voor de aankleding in zijn toneelstukje is het probleem niet. Ook niet het in doeken gewikkelde lijk dat je zichtbaar in beeld ziet ademhalen of de compleet zwijgzame tweede akte waarin het lichaam van Brienens vriend terug naar de bewoonde wereld wordt gebracht. Het is namelijk nogal flauw om Dead Body Welcome enkel af te rekenen op het scala aan technische tekortkomingen. Wel kwalijk is Brienens poging om zijn hoogstpersoonlijke rouwproces te delen met de wereld, die er waarschijnlijk te weinig mee kan. De impressies van India en de flarden van zijn eigen gemoedstoestanden die de filmmaker laat zien, doen er dan ook nog maar weinig toe.