Jia Zhangke (24 City, Still Life) is een van de meest vooraanstaande regisseurs van China. Zijn nieuwste film, het fantastische Mountains May Depart, doet die status eer aan. Kort na zijn debuut begon hij China kritisch onder de loep te nemen en doet dat nu opnieuw, hoewel hij een minder boos en wanhopig beeld van zijn thuisland schetst dan in zijn vorige film A Touch of Sin. Jia's vrouw en muze Zhao Tao, die bijna exclusief in zijn films te zien is, schittert eveneens weer in de hoofdrol (met dezelfde voornaam, Tao).
In drie jaren 1999, 2014 en 2025 volgen we een familie en aanverwanten. Bij elke sprong in de tijd wordt het beeld breder en verschuift de focus naar een ander personage. In 1999 moet Tao kiezen tussen de liefde van een mijnwerker en een rijke zakenman. In 2014 ziet ze het zoontje dat ze met één van hen heeft gekregen voor het laatst. De toekomst van 2025 draait volledig om de inmiddels volwassen zoon, die geen Chinees meer spreekt en is opgegroeid in Australië.
Net als in bijna elke film uit zijn carrière gebruikt Jia dit verhaal om de invloed van de snelle economische groei van China op de bevolking en de relaties tussen mensen te onderzoeken. De opkomst van het kapitalisme heeft natuurlijk zijn uitwerking op de vriendschap tussen de mijnwerker en de zakenman, die dieper gaat dan een rivaliteit om Tao. Het drietal groeide samen op en nu ze volwassen zijn in 1999 is er een soort onuitgesproken driehoeksverhouding ontstaan, waarin beide mannen strijden om de affectie van Tao. De nu rijke zakenman probeert zijn geld te gebruik en om de mijnwerker te intimideren en zich terug te trekken in die strijd. Dit verstoort hun ooit goede relatie volledig.
Het is een bijtend commentaar op hoe de min of meer kapitalistische politiek (zonder de daarmee in het westen geassocieerde democratie of vrijheden) van China van de afgelopen decennia de samenleving heeft veranderd en de onderlinge sociale verhoudingen scheef gegroeid zijn. In het in naam communistische China is weinig tot niets meer over van de communistische waarden en idealen vóór de arbeider voor zover die ooit echt gerealiseerd waren. Dit commentaar zat al in eerdere films van Jia. A Touch of Sin uit 2012 was bijvoorbeeld een boze aanklacht tegen dit alles. In Mountains May Depart staat Jia hier in het eerste gedeelte opnieuw bij stil, maar kijkt ook verder.
Want een andere verschuiving in de Chinese maatschappij is dat die nieuwe, rijke elite zijn blik steeds meer op het Westen richt, aspecten van de westerse culturen overneemt en zich steeds meer in het buitenland vestigt. In het gedeelte in 2014 botst het traditionele China van Tao met het moderne China van haar zoontje dat met zijn (niet minder Chinese) stiefmoeder in het Engels aan het skypen is terwijl Tao in een andere ruimte met de hand dumplings aan het maken is. Later leidt dit tot de omstandigheden waardoor haar zoon in 2025 bijna volledig los is geraakt van zijn Chinese identiteit. Volgens Jia een waarschuwing voor wat er met de Chinezen kan gebeuren als ze op de huidige koers doorvaren. Niet voor niets opent en sluit de film met de Pet Shop Boys-versie van het nummer 'Go West'.
Ondanks de maatschappijkritische lagen is Mountains May Depart een vrij intieme, soms zelf warme film, waarin de onbreekbare (bloed)banden tussen mensen centraal staan, ongeacht de afstand die geld, tijd en geografie creëren. Het groeiende culturele gat tussen klassen en generaties wordt overbrugd in prachtige scènes zoals die waarin Tao met haar zoontje luistert naar een Cantonees popnummer uit haar jeugd. En de beelden van de liefdevol gemaakte dumplings zullen je na afloop naar een Chinees restaurant doen speuren.