In hun speelfilmdebuut Pudor houden de Spaanse gebroeders Ulloa een vergrootglas boven een gezin dat binnen het tijdsbestek van slechts enkele dagen een ware vloedgolf aan ellende over zich heen krijgt gestort, waaronder een ongeneeslijke ziekte, overspel, dood, seksualiteitscrises, (zelf)moord, puberproblematiek en een scheiding. Werkelijk niets blijft vader Alfredo, moeder Julia, dochter Marisa en zoon Sergio bespaard. Het realisme dat Pudor nastreeft heeft er in ieder geval flink onder te lijden.
Alhoewel moeder Julia als centrale figuur binnen het gezin het prominentst in beeld is, verdeelt Pudor, een verfilming van de gelijknamige roman van de Peruviaanse schrijver Santiago Roncagliolo, de aandacht min of meer gelijkmatig over de vier leden van dit zwaar getroebleerde Spaanse gezin. Het verhaal begint met het overlijden van Julias moeder, waarna haar vader in huis komt wonen en op onverklaarbare wijze als katalysator van narigheid fungeert. Zo ruikt Julia vanaf dat moment een ondefinieerbare stank in huis en komen er een voor een allerlei geheimen naar boven die de verhoudingen binnen het gezin totaal op zijn kop zetten.
Onuitgesproken verlangens, donkere geheimen en verregaande miscommunicatie volgen elkaar vanaf omas overlijden in rap tempo op, waarbij alle gezinsleden om en om een scène krijgen toebedeeld waarin hun specifieke probleem wordt behandeld. Pudor blijft daarmee echter oppervlakkig en ontbeert een diepere laag die de film een meerwaarde kan geven boven dit huilerige etaleren van ellende waar maar geen einde aan komt. Mede dankzij de passende muziek en de prachtig uitgelichte shots is het alleszins dramatisch en aangrijpend, maar dan op een weinigzeggende, tranentrekkende manier.
De acteurs zijn gelukkig stuk voor stuk voortreffelijk en met name Elvira Mínguez (Tapas) en Nancho Novo (Los Amantes del Círculo Polar, Tierra) stelen de show als ouders van het gezin. Mínguez werd daarvoor in 2007 zelfs onderscheiden als Beste Actrice op het Tsjechische filmfestival van Karlovy Vary. Toch kan ook zij de film niet redden van het veel te dik aangezette script waarin misère op misère wordt gestapeld zonder dat er sprake is van reflectie. Op die manier kan de kijker er maar weinig mee aanvangen. En indien de gebroeders Ulloa een natuurgetrouwe, droge weergave van een gezin in nood voor ogen stond, dan falen ze ook in die opzet vanwege deze sentimentele en zeer onrealistische opeenstapeling van persoonlijke crises.